Buitenland28 juli 1999

„Geen milieuramp in Joegoslavië

BELGRADO – Er is nog geen bewijs dat de bombardementen op Joegoslavië door de NAVO-landen een milieuramp hebben veroorzaakt. Dit heeft het hoofd van een VN-onderzoeksmissie gisteren in Belgrado gezegd.

De missieleider, de Fin Pekka Haavisto, zei dat er snel moet worden gehandeld om te voorkomen dat bepaalde stoffen de rivier de Donau insijpelen. Maar „van een grote milieucatastrofe spreek ik niet”, aldus Haavisto na een tiendaags onderzoek in acht verschillende plaatsen.

Haavisto weidde niet uit over de epicentra van vervuiling waar wel snel moet worden ingegrepen. Het rapport van zijn voorlopig onderzoek wordt begin september uitgebracht aan de chef van de Verenigde Naties, Kofi Annan.

De toestand van het water van de Donau moet nog worden onderzocht door nieuwe onderzoeksteams in augustus. Die bekijken ook de ecologische verscheidenheid in het gebied en de gezondheid van de bevolking in het algemeen.

Haavisto is niet bezorgd over de mogelijke vervuiling door verarmd urianum, onderdeel van veel van de bommen die op het land zijn uitgestort. Er is geen ongewoon hoge straling gemeten.

De meeste schade werd geconstateerd in Pancevo en Kragujevac. In beide plaatsen werden wel „zorgelijke hoeveelheden” gevaarlijke stoffen in de bodem aangetroffen. Haavisto riep het Westen op „zeer snel op te treden om toekomstige schade aan mens en milieu te voorkomen.” De Joegoslavische autoriteiten hebben steeds gezegd dat de bombardementen een milieuramp van ongekende omvang veroorzaakten en dat duizenden mensen daarvan schade zouden ondervinden. In de onverklaarde oorlog om Kosovo hebben de NAVO-landen Joegoslavië van 24 maart tot 12 juni gebombardeerd. Daarbij zijn duizenden slachtoffers gevallen en zijn gigantische verwoestingen aangericht, vooral aan de industrie.

Het Westen heeft gezegd geen werderopbouwhulp aan Joegoslavië te geven zolang president Milosevic aan de macht is. Alleen over humanitaire hulp wordt nagedacht. Volgens Haavisto getuigt het van „gewoon gezond verstand” om hulp te geven om toekomstige problemen in het milieu te voorkomen.