Forum 5 december 2000

Kerk moet relatie met
religies opnieuw doordenken

Christenen moeten samen met gelovigen uit andere godsdiensten een nieuw, wereldwijd ethos zien te vinden, zo zei dr. J. W. Kirpestein 22 november in deze krant. Dr. P. de Vries viel hem daar 1 december op deze pagina op aan. Ds. W. Dekker hoopt dat daarmee de discussie niet voorbij is en doet een dringende oproep aan de kerken om Gods bemoeienis met deze wereld buiten de kerk, opnieuw theologisch te doordenken.

Vanuit een heel onverwachte hoek werd veertien dagen geleden ineens een pleidooi gevoerd voor de dialoog tussen de verschillende wereldreligies teneinde te komen tot een mondiaal ethos. Wanneer je de theologische en kerkelijke ontwikkelingen in Nederland volgt, is veel kerknieuws min of meer voorspelbaar. Dat heeft vaak ook iets vermoeiends. Komen we als christenen verder dan een herhaling van zetten in het onderlinge kerkelijke gesprek en komen we naar buiten toe verder dan het in verschillend tempo volgen van de ontwikkelingen, die ons min of meer worden opgedrongen? Waar is een eigen zelfstandige bijdrage vanuit de wortels van onze traditie en de kernen van ons geloof?

Op een zekere dag –22 november– sla je dan routinematig pagina 2 van het RD op en je knippert met je ogen. Is het echt waar wat daar staat? Staat er geen verkeerde foto bij het artikel? Navraag bevestigt dat het allemaal klopt. De als confessioneel en behoudend bekendstaande dr. J. W. Kirpestein, die niet uit liefhebberij maar vanwege affiniteit met deze leraar der kerk, promoveerde op Groen van Prinsterer, is voorzitter geworden van een stichting die, zeer breed samengesteld, de dialoog tussen de wereldreligies en wereldbeschouwingen wil bevorderen teneinde te komen tot een nieuw wereldethos. Spreker op de oprichtingsbijeenkomst is onder anderen de dissidente rooms-katholieke theoloog Hans Küng. Zoiets is, voor mij althans, geen alledaags kerknieuws.

Reactie
Het duurde even voor er reactie kwam, maar op vrijdag 1 december reageerde dr. P. de Vries in een uitvoerig artikel op de opiniepagina, waarop weer een korte reactie volgde van ds. B. Gijsbertsen, hervormd predikant te Kampen en eveneens deel uitmakend van het stichtingsbestuur. Heel boeiend allemaal, maar het is niet te hopen dat de discussie hiermee gesloten is.

Wanneer ik het stuk van dr. de Vries lees en dan weer de reactie van ds. Gijsbertsen, denk ik eerder dat we nog aan het begin staan. Ds. Gijsbertsen verwijt dr. De Vries dat hij niet echt ingaat op het doel van de stichting: de noodzaak van de dialoog en het nieuwe wereldethos. Zelf gaat hij echter ook niet in op het betoog van dr. De Vries. Dat is jammer. Immers, dr. De Vries vertolkt een zorg die zeer algemeen in reformatorische en evangelische kring leeft, wanneer het gaat om de verhouding tussen het christelijk geloof en de andere religies.

Het feit dat ikzelf hier reageer heeft ook alles te maken met mijn werk bij de IZB, waar het onderwerp zeer regelmatig aan de orde is, vooral vanuit de praktische invalshoek hoe je als gemeente en evangelist omgaat met de talrijke aanhangers van andere religies in de buurt. Moeten we evangeliseren of moeten we vooral meewerken aan de leefbaarheid van de buurt? Natuurlijk is er dan altijd wel iemand zo slim om te zeggen dat het allebei moet, maar zo simpel werkt het in de praktijk niet. In de praktijk blijken mensen vooral óf voor het een óf voor het ander te gaan, terwijl de meeste christenen noch om het een noch om het ander zich bekommeren. In ieder geval hoeven we niet alleen aan de Molukken of aan het moslimfundamentalisme te denken om te beseffen dat het nogal wat uitmaakt hoe de aanhangers van de verschillende religies met elkaar omgaan. De vragen liggen thans voor ons voor het oprapen in onze eigen straat en dat zal in de komende jaren steeds sterker het geval zijn. Er moet dus wat gebeuren.

Nieuwe bezinning
Er moet nieuwe bezinning komen. Ik neem aan dat er bij dr. Kirpestein een hele inhoudelijke theologische bezinning is voorafgegaan alvorens hij voorzitter werd van de stichting. Misschien wil hij ons daar nog eens het een en ander van melden, meer dan hij in het korte krantenartikel kon doen.

We zijn erom verlegen. Naar mijn inzicht hebben we een nieuwe gereformeerde theologie van de religies nodig, die niet fundamenteel in strijd komt met wat dr. De Vries wil betogen: Er is onder de hemel slechts één Naam tot behoud. Zelf vind ik op dit punt Calvijn nog altijd heel spannend om te lezen. Onder ons zijn in het algemeen boek 1 en 2 van zijn Institutie veel minder goed verwerkt dan boek 3 en 4. Ik weet dat in Calvijns uiteenzettingen over Gods bemoeienis met de heidenvolken uiteindelijk de spits ligt bij het feit dat niemand te verontschuldigen is. Maar is daarmee alles gezegd?

H. Bavinck heeft meer ruimte gezien in het getuigenis van de Schrift om recht te doen aan het goede en het ware in de andere religies dan Calvijn. J. H. Bavinck was juist weer wat kritischer. De ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken na J. H. Bavinck geven echter reden tot zorg. Trouwens, niet alleen de ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken. De algehele tendens in de theologie is thans het uitgangspunt te nemen in de algemene religieuze ervaring. Wanneer ik daarop let, zeg ik: We hebben juist vandaag het accent nodig op het bijzondere van Gods openbaring in Israël en in Jezus Christus. Anders blijft er van het eigene van de kerk en het christelijk geloof niets meer over.

Sektengeloof
Anderzijds is vandaag het gevaar groot dat de kerk die kleiner wordt er een soort sektengeloof op na gaat houden: God bemoeit zich slechts met een kleine gelovige groep van de mensheid en de rest van de wereld is rijp voor de ondergang, of wij weten daar althans geen enkele raad mee. Dit is in flagrante strijd met de Bijbel, met name met het Oude Testament. Israël heeft zijn God steeds in de wereld aan het werk gezien in Zijn oordeel, maar ook in Zijn genade. Kunnen wij vandaag opnieuw leren deze tekenen van God in de wereld te benoemen? Kunnen wij in de wereld om ons heen onderscheiden waar het op aankomt en de goede bondgenootschappen sluiten in plaats van de verkeerde? Sluiten wij bijvoorbeeld wel een bondgenootschap met de grote economische systemen, maar niet met humanitaire bewegingen en bewegingen voor de vrede? Ethisch handelen doen we allemaal. Dat is gegeven met het feit dat we leven. In het donker zijn alle katten grauw, maar in Gods wereld is nog veel licht van Zijn algemene genade. Daarom zijn niet alle katten grauw, maar zijn sommige wit, andere zwart en vele grijs. De kleur grijs is dan altijd nog te verkiezen boven zwart.

Werelddorp
Samenvattend, het initiatief van dr. Kirpestein en de zijnen verdient steun en bewondering, maar om te voorkomen dat dit een soloactie blijft en om te voorkomen dat deze actie uiteindelijk toch in algemeen religieus vaarwater terechtkomt, is het nodig dat de zaak van Gods bemoeienis met deze wereld buiten de kerk, opnieuw theologisch doordacht wordt. Dan kunnen we niet volstaan met een paar citaten van Calvijn of Bavinck, hoe waardevol ook. Dan moeten we opnieuw exegetiseren, in de nieuwe context van onze tijd, een context die uniek is, want nooit eerder was heel onze wereld een dorp.

De auteur is hoofd van de afdeling vorming en toerusting van de Hervormde Bond voor Inwendige Zending op gereformeerde grondslag.

Zie ook:
Op weg naar een mondiale ethiek (22 november 2000)

Christen kan geen vrijblijvende dialoog voeren (1 december 2000)

Ontmoeting met godsdiensten is levenswijze (1 december 2000)