Mentor-organist Tromp van Goor brengt orgelklanken in Japanse keuken
Het is een plaatje om te zien, het Quellhorstorgel in de Bethlehemkerk in Zwolle. Maar wie voelt zich verantwoordelijk voor het historische instrument nu er een restaurant in het godshuis is gevestigd? De mentor-organist biedt uitkomst.
Tromp van Goor (46) moet in de ochtend werken. Dan is de voormalige Bethlehemkerk in het centrum van Zwolle voor hem. Tenminste, het tweeklaviers orgel uit 1826. In de kerkruimte, waar een paar jaar geleden een Japans sushirestaurant zijn intrek nam, komt de organist niet.
Hij neemt zijn eigen ingang, bij het torentje aan de koorkant van de kerk. Via een trappetje, waar direct de geur van Japanse gerechten je tegemoetkomt, gaat Van Goor via de halfduistere orgelzolder naar de speeltafel. „Veel verlichting heb ik hier helaas niet”, verontschuldigt hij zich. Alleen onder het klavier brandt een lampje. Verder biedt een zaklamp enig soelaas.
Kerstboom
Vanaf het orgelbalkon is te zien wat er van de kerkruimte geworden is. Tafeltjes, stoeltjes en zitjes; om de hoek in de zijbeuk is de keuken. De preekstoel staat er nog. „Met Kerst was er een kerstboom opgezet”, weet Van Goor. Het doophek en de herenbank die bij het interieur hoorden, zijn verdwenen.
De kerk was tot 1998 in gebruik bij de hervormde gemeente van Zwolle. De Gereformeerde Bondsgemeente hield hier haar diensten, zegt Van Goor. „In het laatste jaar kerkte ik hier regelmatig.”
Toen de historische kerk –de bouwhistorie gaat terug tot de middeleeuwen– in 1998 moest worden afgestoten, kocht horecaondernemer Hans Borrel het pand. Aanvankelijk werd het gebruikt als partycentrum, sinds 2013 verhuurt Borrel de kerk aan restaurant Blue Sakura. Dagelijks kunnen gasten ’s middags en ’s avonds in de kerk terecht voor de Japanse hapjes met rauwe vis, rijst en zeewier.
„Ik had hier in het begin grote moeite mee”, zegt Van Goor als hij naar beneden kijkt. „Ook bij de Broerenkerk, waar nu boekhandel Waanders in zit, heb ik dat gehad. Ik durfde eigenlijk niet naar binnen. Tot ik toch een keer de stoute schoenen aantrok. En ik moet zeggen: het is daar heel mooi geworden.”
Bizar
Toen de Bethlehemkerk –een rijksmonument– in 1998 werd verkocht, werd het 25 stemmen tellende orgel buiten de verkoop gehouden. Het bleef eigendom van de hervormde gemeente. Er kwamen gegadigden van buiten Zwolle die het orgel wel wilden kopen. Maar toen de burgerlijke gemeente daar lucht van kreeg, stak ze er een stokje voor: het voor Zwolle unieke orgel –ook een rijksmonument– moest binnen de stadsgrenzen blijven.
De gemeente kocht daarop in 2012 zelf het orgel, voor 50.000 euro. Waarop er een wonderlijke situatie ontstond: de gemeente bezit een orgel in een gebouw dat van een ondernemer is. Als het huurcontract met de Japanner afloopt, kan er zomaar weer een heel andere huurder komen. En ondertussen er is niemand die zich verantwoordelijk weet voor het 19e-eeuwse orgel. „Een bizarre situatie”, vindt Van Goor.
Maar inmiddels is hijzelf sinds 1 december vorig jaar verantwoordelijk voor het instrument. De Zwollenaar, die jarenlang organist was in de Nederlands gereformeerde Zuiderkerk en nu als kerkmusicus in rooms-katholieke kerken opereert, mag zich mentor-organist van het Quellhorst orgel noemen. Zwolle haakt daarmee aan bij het landelijk initiatief van de vereniging Mentoren Klinkend Erfgoed, die overal waar klinkend erfgoed tussen wal en schip dreigt te vallen, mentoren wil aanstellen (zie: ”Mentor bespaart eigenaar veel geld”).
Groen
Als mentor van het Zwolse orgel moet Van Goor het orgel –letterlijk– schoon houden en regelmatig bespelen. Daarnaast moet hij kleine herstelwerkzaamheden uitvoeren en het melden als er groot onderhoud of restauratie nodig is.
Hij wijst op de orgelkas: „Zie je die scheuren in het hout? De kas heeft te lijden onder het stoken beneden, ondanks de afzuiginstallaties die zijn aangebracht. En kijk, daar is een stukje hout afgebroken. Je kunt zien dat de kas vroeger groen was, net als het orgel in de Lebuïnuskerk van Deventer. Het is nu eigenlijk best donker. Als het niet verlicht is, kijk je vanuit de kerk in een donker gat.”
De organist toont zich enthousiast als hij in het halfduister achter de klavieren kruipt. Het orgel van Quellhorst is weliswaar het kleinere broertje van de instrumenten in de Grote Kerk in Elburg en de Westerkerk in Utrecht, maar het steekt wat Tromp betreft boven de andere twee uit. „Het is eigenlijk niet te vergelijken met Elburg. Dit is charmanter en warmer van klank, eigenzinniger ook in deze ruimte. Het heeft iets riants, iets koninklijks. Het bezit bijvoorbeeld op het rugwerk een prachtig carillon, dat ik zo nergens heb gehoord.”
Händel
Wat is Van Goor van plan met het orgel? „De mogelijkheden zijn beperkt. Ik kan hier alleen ’s ochtends terecht. Afspraak is dat ik om halftwaalf weg ben. Maar op de ochtenden wil ik het instrument aanbieden aan mensen die hier willen spelen of studeren. Het moet nu eerst grondig schoongemaakt worden, maar ik hoop ook dat het instrument op de Open Orgeldag die we hier in de zomer altijd hebben, weer mee kan doen. Dat is jaren geleden.”
Bij Waanders in de Broeren geeft huisorganist Harm Jansen soms miniconcerten. Is zoiets in de Bethlehemkerk ook mogelijk? „We hebben om de tafel gezeten met de eigenaar van het restaurant, een jonge Japanner. Hij wist inhoudelijk niet veel van orgels. Maar hij vond het een leuk idee om te kijken of we dingen samen kunnen doen. Misschien concertjes als het restaurant net open is, om twaalf uur. Dan moet je geen zware muziek gaan spelen, of werken van Asma of Zwart. Maar stukken van Händel of andere lichte Engelse muziek, dat moet zeker kunnen.”
„Mentor bespaart eigenaar veel geld”
Wie kijkt er om naar het klinkend erfgoed dat ons land rijk is? En dan vooral die orgels, klokkenspelen en luidklokken die zich bevinden in kerken die aan de eredienst zijn onttrokken? Want met name die instrumenten vallen vaak tussen wal en schip, signaleert de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) nogal eens. Met die vraag is april vorig jaar vanuit de RCE de vereniging Mentoren Klinkend Erfgoed opgericht. De vereniging presenteerde zich in september in Nijmegen tijdens een symposium van de nieuwe Stichting Klinkend Erfgoed Nederland (SKEN), waar ze een onderdeel van is.
Volgens Peter Hoogerheide uit het Gelderse Drempt, tijdelijk voorzitter van de vereniging Mentoren Klinkend Erfgoed, richt de jonge vereniging zich op dit moment alleen nog op de zogenoemde gebouwgebonden pijporgels. Maar het is de bedoeling dat in de toekomst ook de klokkenspelen en de luidklokken in het vizier komen.
De afgelopen maanden heeft Hoogerheide –een amateurorganist die al veertig jaar orgels bouwt– in kaart gebracht hoeveel kerken er in 2015 en 2016 dichtgingen. Dat zijn ruim 110 gebouwen. Vervolgens zocht Hoogerheide naar informatie over het eventuele orgel in zo’n godshuis en schreef hij de beheerder aan. „We proberen in contact te komen met de eigenaar en erachter te komen of er zich in de kerk inderdaad een orgel bevindt dat het waard is om in stand gehouden te worden.”
Als dat zo is, en de eigenaar is bereid mee te denken en een kleine financiële vergoeding bij te dragen, zoekt de vereniging in de buurt van zo’n (voormalige) kerk een mentor. Overigens kan ook een beheerder zelf bij de vereniging aankloppen voor een geschikte toezichthouder.
Een mentor is een vrijwilliger, lid van de vereniging en heeft genoeg kennis in huis op het gebied van orgelbouw en orgelspel om de staat van een orgel in de gaten te houden en tijdig aan de bel te trekken als er onderhouds- of herstelwerkzaamheden moeten plaatsvinden. „Tijdig ingrijpen voorkomt achterstallig onderhoud en kostbare restauraties”, aldus de vereniging. „Een goed geïnstrueerde mentor of gebruiker bespaart uiteindelijk de eigenaar veel geld.” In een gedragscode die elke mentor moet ondertekenen is vastgelegd wat de taken en bevoegdheden van de toezichthouder zijn.
De jonge vereniging telt nu ruim twintig leden die mentor of aspirant-mentor zijn, zegt Hoogerheide. Waarbij hij aantekent dat bijvoorbeeld in Groningen deze zaken al door de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK) zijn geregeld. Maar de tijdelijke voorzitter ziet graag dat er meer leden komen. „Daarom zijn we veel met publiciteit bezig.” Wanneer de vereniging zich ook met de klokkenspelen en luidklokken zal gaan bezighouden? „Daar moet het op de komende algemene ledenvergadering over gaan. Voorlopig hebben we werk genoeg aan de orgels.”
Meer informatie: www.klinkenderfgoed.nl