„Moslims wilde ezels? Daar maak ik me kwaad over”
De uit Dordrecht afkomstige ”broeder Andrew” woont al een halve eeuw in het Midden-Oosten. De anglicaanse priester leerde er de Bijbel lezen met andere ogen. Zaterdag verschijnt zijn boek ”Gebaren van God”.
Toen coauteur van het boek René Kolsters voor het eerst in het Midden-Oosten was, moest hij zijn beeld van de regio compleet herzien. Aanvankelijk klopte het plaatje toen hij voor een luid pratende en wild gebarende Arabier op de loop ging na ongevraagd een foto van een bedoeïenentent te hebben gemaakt. Maar er moest een streep door toen de man door het raampje van de ‘vluchtjeep’ de bange inzittenden duidelijk maakte dat hij hen wilde uitnodigen voor de koffie en thee.
„Triest dat ik toen zo over oosterlingen dacht”, geeft Kolsters toe. Samen met Arie L. de Carpentier (broeder Andrew) vertelt hij in de Dordtse drukkerij RAD over hun gezamenlijke project. Het boek (85 blz., 10 euro) is rijk geïllustreerd met schilderijen van Aries overleden tweelingbroer Roger.
Zo’n 15 jaar geleden ontstond het idee. Vorig jaar kwam het er eindelijk van toen de priester met Kolsters en zijn vrouw meeging naar Amerika. De Carpentier: „We trokken grotendeels per camper van Los Angeles naar New York. Het merendeel van de 4000 kilometer heeft de vrouw van René gereden. Wij werkten achterin aan het boek.”
Een opvallend hoofdstuk gaat over Hagar. U stelt dat de beloften van God aan haar verkeerd zijn vertaald.
„De Nieuwe Bijbelvertaling geeft Genesis 16:12, over Ismaël, weer als: „Een wilde ezel van een mens zal hij zijn: hij schopt iedereen, iedereen schopt hem. Met al zijn verwanten zal hij in onmin leven.” Hier is een vreselijke vertaalfout gemaakt. De troostende woorden werden tot een vloek. Het heeft dezelfde lading als zeggen dat iemand zo dom is als het achtereind van een varken. Ook andere Nederlandse vertalingen schieten tekort.
Wilde ezel moet vertaald worden met zebra: een onafhankelijk dier. Het zegt zo veel als dat Hagar –die van God terug moet naar Abraham– slaaf blijft, maar haar zoon Ismaël vrij zal zijn. Als je het zo leest, wordt duidelijk dat dit een troost is voor Hagar. Ook het vervolg, dat vijandschap impliceert tussen Ismaël en zijn broers, is verkeerd weergegeven. Je kunt het ook zo lezen dat Ismaël zijn hand zal opheffen als begroeting en dat anderen hem ook groeten. In plaats van leven in onmin is een vertaling als leven aan de overkant logischer, want Ismaël woonde in het oosten en Izak in het westen.”
Waar baseert u uw vertaling op?
„Martin Buber heeft mij op het spoor gezet. Uit de oorspronkelijke tekst wijst ook niets op vijandigheid tussen Ismaël en zijn broers. Het woordenboek heeft het Arabische woord ”Hmaar elWaHsh” vertaald met zebra. Dat bevestigende een 15-jarig Arabischsprekend meisje toen ik onlangs de proef op de som nam.”
U zegt dat deze verkeerde vertaling oorlogen en ellende heeft veroorzaakt tot op de dag van vandaag. Dat zijn grote woorden.
„De relatie tussen islam en christendom is al eeuwenlang problematisch. Met een verwijzing naar de Bijbel hebben christenen vaak gezegd dat als Ismaël schopt, zijn broer dat ook zal doen. De tekst voedt de gedachte dat het goed is om de islam te bevechten. Westerse christenen hebben er eeuwen over gedaan om te ontdekken dat ze lief moeten zijn voor de Joden, maar moslims zien ze nog steeds als wilde ezels. Ik maak me daar kwaad over.”
Wat heeft vijftig jaar wonen in het Midden-Oosten met uw geloof gedaan?
„In de kinderbijbel is Abraham een Nederlander. Maar de Bijbel is een oosters boek en niet los te verstaan van de cultuur. Ik heb geleerd de Bijbel met oosterse ogen te lezen. Ik heb veel nieuwe dingen ontdekt. Van moslims leerde ik ook allerlei waarden die we in Nederland niet kennen of vergeten zijn.
Neem bijvoorbeeld de eerbied voor de Koran. Hun exemplaren zijn prachtig en er is veel zorg aan besteed. Daarmee vergeleken steken onze Bijbels mager af. Zij zeggen dan: „Is dát Gods Woord, afgedrukt op toiletpapier? Schaam je.””