Psalm 4:5
„Zijt beroerd en zondigt niet; spreekt in ulieder hart op uw leger, en zijt stil. Sela.”
Zet uw geweten eens naast die ongeoorloofde gedachten, vernietig ze en eis genoegdoening. Leg uw zondigende geest eens op de pijnbank. Want dat is: „Pijnig uzelf.” In plaats van: „Sla (uzelf).” Roei juist die zaken, die u tijdens de dag in uw harten gezegd hebt, volledig uit. Dat wil zeggen: de verkeerde plannen die u hebt bedacht. Bestraf u daar ernstig voor en neem die uzelf hoogst kwalijk op het moment dat u daar de rust voor hebt. Wanneer noch een vriend, noch een slaaf of huisgenoot u prikkelt, noch een massa bezigheden u opjaagt. Geef op dat moment rekenschap van die zaken, die overdag gebeurd zijn. En waarom heeft hij niet gesproken van woorden en daden, maar van slechte gedachten? Hij leert ons dit vanwege de overvloed. Want aangezien men de verkeerde plannen moet afstraffen, zodat ze niet in daden overgaan, nog veel meer moet men de ziel in bedwang houden, als het gaat om de daden en de woorden. Laat dit iedere dag gebeuren en ga niet eerder slapen, mens, voordat u de zondige dingen, die u overdag gedaan hebt, overdacht hebt.
Johannes Chrysostomus, priester te Antiochië
(”Homiliën”, ca. 390)