Heldere uitleg van recht en regels in ”De zweetvoetenman”
Bestaat er een recht om te stinken? Die vraag werd actueel toen een student in de bibliotheek van de Technische Universiteit Delft een onaangename geur verspreidde. Naar hem is een prachtig boek vernoemd over rechtszaken en regels: ”De zweetvoetenman”.
Het verhaal begint in 2001. Teunis zit vaak te lezen in de bibliotheek, het liefst zonder schoenen. Elke keer als hij deze uitdoet, stijgt er een meurende walm op uit zijn sokken. Medestudenten hebben er last van. Bibliotheekmedewerkers waarschuwen hem. Maar Teunis vindt dat hij in zijn recht staat: zweetvoeten moeten worden gelucht.
Teunis wordt de toegang tot de bieb ontzegd. Daar is hij het niet mee eens: de universiteitsbibliotheek is toch een openbaar gebouw? De regels van de bieb vermelden niets over kleding of schoeisel. Dus trekt hij zich niets van het verbod aan, en blijft de ruimte onveilig maken met zijn zweetjatten. Nu komt de politie eraan te pas. De officier van justitie besluit dat Teunis voor de strafrechter moet komen. Dat gebeurt op 4 juli 2002.
Gestolen fiets
Met het verhaal van „Teunis Tenenkaas” begint het boek ”De zweetvoetenman”. Daarin wordt op glasheldere en onderhoudende manier uitgelegd hoe het recht in Nederland werkt. Het boek was terecht een van de vijf genomineerden voor de Woutertje Pieterse Prijs, de prijs voor het beste oorspronkelijk Nederlandstalige jeugd- of kinderboek, maar sleepte de prijs vorige week net niet binnen.
Annet Huizing doet allerlei recente kwesties uit de doeken: Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoordt? Kreeg Geert Wilders een eerlijk proces? Heeft een hond inspraak? Mag je je gestolen fiets terugstelen? Wanneer mag je iemand een knal verkopen? De zaak van Teunis illustreert bijvoorbeeld het zogeheten „legaliteitsbeginsel.” Teunis stelt dat de biebregels niets zeggen over kleding of schoeisel. Ook het Wetboek van Strafrecht vermeldt niets over zweetvoeten. Het zou vreemd zijn als je straf krijgt voor iets wat nergens strafbaar wordt gesteld. Daarom staat in artikel 16 van de Grondwet: je bent alleen strafbaar voor dingen die in de wet staan – het legaliteitsbeginsel.
Teunis krijgt dan ook geen boete voor zijn zweetvoeten. Maar het was terecht dat hij de bieb niet meer in mocht, oordeelt de rechter. Hij wordt veroordeeld voor „lokaalvredebreuk”, en dat staat wel in de wet. Artikel 139 van het Wetboek van Strafrecht geeft de eigenaar van een „lokaal” (ruimte) het recht jou de toegang te weigeren. De eigenaar is immers baas in eigen huis en mag ordemaatregelen nemen. Wie dan toch naar binnen gaat, pleegt „lokaalvredebreuk”: Teunis krijgt een boete van 250 euro.
Hij laat het er niet bij zitten, maar gaat in hoger beroep. Wat dat inhoudt, licht de auteur keurig toe. Ze legt uit hoe je bij de rechter terecht kunt komen, wat je kunt doen als je het niet met een uitspraak eens bent, hoe wetten tot stand komen en nog veel meer. Het boek bevat een register met besproken arresten en wetten (ooit van de Hagelslagwet gehoord?) en geeft precies aan welke bronnen zijn gebruikt. De schitterende illustraties en smakelijke verhalen maken het tot een prachtig boek om in te bladeren en te lezen.
Boekgegevens
De zweetvoetenman. Over rechtszaken & regels (en een hoop gedoe), Annet Huizing en Margot Westermann; uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 2017; ISBN 978 90 477 0826 1; 247 blz.; € 19,95.