In Polen zouden vrouwen zijn overleden als gevolg van de aangescherpte abortuswetten. De steun voor de regels neemt steeds meer af.
Polen draaide recent de liberale abortuswetgeving terug. Na een uitspraak van het Grondwettelijk Hof in oktober 2020 besloot de regering dat abortus alleen nog mag als de moeder in levensgevaar is of als ze zwanger is na verkrachting of incest. Het gevolg is dat het aantal legale abortussen in Polen met 90 procent daalde tot 107 in 2021.
Inmiddels klinkt er echter kritiek op de wet. Vrouwen, van wie het kind naar verluidt niet levensvatbaar was, zouden zijn gestorven omdat artsen geen abortus uitvoerden uit angst voor juridische vervolging.
Een bekend geval dat in november 2021 veel media-aandacht kreeg, is van de 30-jarige Iza. De vrouw wilde abortus ondergaan omdat haar kindje niet levensvatbaar zou zijn. Artsen haalden het echter niet weg omdat het hartje nog klopte. Iza en haar kindje stierven uiteindelijk.
Het geval bracht in Polen een storm van reacties teweeg. In tientallen steden waren demonstraties tegen de abortuswet: de grootste protesten in de postcommunistische geschiedenis van het land.
Inmiddels kalft de steun voor de abortuswet onder de bevolking verder af. Deze week bleek uit een peiling van Ipsos dat de steun voor het toestaan van abortus tot twaalf weken zwangerschap onder de Polen is gestegen tot 70 procent: het hoogste niveau ooit gemeten in het land.
Ook de EU bemoeit zich met de kwestie. In juni 2021 veroordeelde het Europees Parlement de Poolse abortuswet en riep het elke lidstaat op om abortus toe te staan.
Nu lijkt Brussel nieuwe stappen te zetten. Woensdag hield een EU-commissie voor vrouwenrechten en gendergelijkheid (FEMM) een hoorzitting om wetgevers een lijst te presenteren van vrouwen die overleden zijn door de Poolse abortuswet.
Bovendien diende D66 deze maand een initiatiefnota in bij de Tweede Kamer met daarin de oproep om abortus in het grondrechtenhandvest van de EU te verankeren. Het is dus de vraag hoelang de huidige Poolse abortuswet blijft.