Waarom vrouwen met psychische problemen andere behandeling nodig hebben
Vrouwen met psychische problemen worden nog te vaak behandeld zonder aandacht voor hun geslacht. Dat terwijl de verschillen tussen mannen en vrouwen, zeker in de ggz, groot zijn. Een andere benadering is hard nodig, betogen wetenschappers op het congres Gender en ggz, dat zondag begint in Maastricht.
Gemiste diagnoses, verkeerde therapie, veel bijwerkingen door te hoge dosering van medicijnen. Vrouwelijke patiënten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) hebben er geregeld mee te maken. Dat komt doordat onderzoek naar mentale klachten vooral op mannen gebaseerd is, vertelt Patricia van Wijngaarden, psychiater bij Dimence en voorzitter van de Nederlandse Alliantie Gender en ggz, een van de mede-organisatoren van het congres. „Maar het brein van vrouwen werkt anders dan dat van mannen. Daarom is er meer onderzoek nodig naar de effecten van bijvoorbeeld medicatie op vrouwen.”
Te weinig aandacht voor sekse kan leiden tot onjuiste diagnoses bij vrouwen. Welke?
„We zien dat vooral diagnoses ADHD en autisme gemist worden bij vrouwen. Die maskeren hun gedrag, waardoor je beter moet opletten en achter de klachten moet kijken om erachter te komen wat er echt speelt. Voor autisme en ADHD bij vrouwen is nu gelukkig meer aandacht. Een ander voorbeeld is stress. Tijdens de vruchtbare periode reageren vrouwen daar anders op dan mannen. Daardoor ontwikkelen vrouwen eerder psychische problemen, zoals angst en depressie. Mannen daarentegen ontwikkelen door stress eerder lichamelijke klachten als hart- en vaatziekten.
Overigens werkt het ook de andere kant op: bij mannen wordt bijvoorbeeld vaak de diagnose depressie gemist. Oog voor sekseverschillen is dus heel belangrijk in de diagnostisering.”
Waarom hebben vrouwen een andere behandeling nodig? Klachten zijn toch klachten?
„Het gaat erom dat je eerst achterhaalt wat er aan de hand is. Een vrouw kan met angstklachten komen. Die angst kun je behandelen. Maar als de klachten zijn ontstaan door ADHD of autisme kun je behandelen tot je een ons weegt; dan is de behandeling niet succesvol. Je moet aan het onderliggende probleem aandacht besteden.”
Hoe kan een behandelaar de therapie aanpassen op vrouwen?
„Vrouwen willen zich graag gehoord voelen. Erken haar probleem, geef aan dat het niet raar is dat ze klachten heeft. Dan kun je van daaruit op zoek naar wat er achter de klachten zit. Vrouwen zijn –ten opzichte van mannen– daarnaast veel gevoeliger voor wat hun omgeving vindt. Als die omgeving de klachten niet accepteert, zal ze niet profiteren van de behandeling. De rol van de omgeving moet je dus betrekken bij de therapie.”
Speelt iemands karakter geen grotere rol dan iemands geslacht?
„Nee, het hangt niet alleen van een karakter af of een behandeling aanslaat. Mannen zijn over het algemeen meer to the point, resultaatgericht. Vrouwen willen praten over hun problemen en niet direct een oplossing horen. Natuurlijk praat ik hier over grote groepen; een behandelaar moet altijd naar de persoon zelf kijken en de therapie op hem of haar toespitsen.”
In 2019 werd de Alliantie Gender en ggz opgericht, om meer aandacht te vragen voor de sekseverschillen in de ggz. In de alliantie werken professionals uit de ggz samen met onder meer cliëntenorganisatie MIND en WOMEN Inc. Doelen van het samenwerkingsverband zijn het verbeteren van wetenschappelijk onderzoek naar de verschillen tussen mannen en vrouwen, bewustzijn hierover creëren op de diverse ggz-opleidingen en sociale opleidingen, en het informeren van de maatschappij. Daarnaast wil de alliantie stigma, taboes en genderstereotypering doorbreken.
Welke taboes en stigma’s zijn er?
„Een van de stigma’s is dat vrouwen altijd klagen over bijwerkingen van medicatie. Nu toont onderzoek aan dat bijvoorbeeld antipsychotica bij vrouwen daadwerkelijk anders aanslaan, en dat het dus logisch is dat ze meer bijwerkingen hebben. Op psychiatrische patiënten rust sowieso een groot stigma. We moeten meer leren praten over psychische problemen. Dat het ook voor een man niet raar is om een depressie te hebben. Beide kanten op moet het veranderen.”
Is de alliantie een beetje op weg om de doelen te behalen?
„Dit congres naar Nederland halen was een belangrijk doel. Daarnaast gaan we meedoen aan een groot onderzoek naar PTSS en de verschillen tussen mannen en vrouwen. Als ik hier in het verleden aandacht voor vroeg, kreeg ik vaak te horen: daar heb je die vrouwen weer. En sommige collega’s, met name uit de somatische wereld, reageren nog steeds zo. Toch merk ik nu dat er onder collega’s steeds meer ruimte komt om naar de verschillen tussen mannen en vrouwen in de ggz te kijken. Zeker als je met feiten kunt aantonen dat vrouwen inderdaad anders in elkaar zitten.”