Christelijk gezin is nog altijd op de vlucht voor IS
Slapeloze nachten en paniekaanvallen overdag. Wie Lyla Iblahad (1977) vraagt hoe het haar vergaat, weet al gauw het antwoord. Het mag dan acht jaar geleden zijn dat ze oog in oog stond met terroristen van Islamitische Staat (IS), verwerkt heeft ze die ervaring nog allerminst.
„Ze wil de voordeur gebarricadeerd hebben”, vertelt Danial, haar man. Hij is ziek en staat me liggend op de vloer te woord. „Naar buiten toe? Lange tijd wilde Lyla daar ab-so-luut niks van weten. Levensgevaarlijk, vond ze het.” Heel geleidelijk is dat aan het veranderen.
Lyla woont met haar man en drie van hun vier kinderen in een gehuurd onderkomen in Erbil, de hoofdstad van Iraaks Koerdistan, in het uiterste noordoosten van Irak. Terug naar Batella, hun geboortedorp op de Vlakte van Ninevé durven ze niet. „Gaan we niet doen”, reageert Lyla resoluut. Want ook al zou IS verdreven zijn, de kans dat ze als christelijk gezin weer te grazen worden genomen acht ze nog altijd levensgroot. Sinds die verschrikkelijke gebeurtenissen acht jaar geleden, zijn vader en moeder Kussay ieder vertrouwen in moslims kwijt.
Wie hun verhaal hoort, begrijpt waarom. Lyla vertelt hoe ze met twee kinderen te voet probeerde weg te komen toen het gerucht ging dat IS oprukte. Haar man en twee zoons waren vanwege werk afwezig. Die vluchtpoging bleek te laat, want onderweg werden ze teruggestuurd. In een kerk vonden ze onderdak, maar twee weken werden ze er –„verachte heidenen”– afgeperst en mishandeld. „We zagen gezinnen afgevoerd worden en niet meer terugkomen”, vertelt Lyla. „Ik was doodsbang dat ook ons dat zou overkomen”. Geregeld klonk het: „Zweer je geloof af en word moslim!”. Lyla weigerde het nadrukkelijk, waarop vaak een pak slaag volgde. Na twee weken werden ze ’s nachts afgezet in de woestijn. Ten einde raad zetten ze het op een lopen en toen in de verte auto’s opdoken, wisten ze: we zijn bijna vrij! Acht jaar later voelt het christelijke gezin zich allerminst vrij. In Erbil zijn ze vreemden en nog altijd op de vlucht. Wie heeft hier oog voor christenen? Vader en moeder Kussay kijken elkaar vragend aan, en dat zegt genoeg.