Het Iraanse gezin, dat sinds 2018 in Nederland is, werd op 7 september vanuit het azc in het Friese Bergum overgeplaatst naar Detentiecentrum Zeist om te worden teruggestuurd naar Iran. Diverse personen hebben hun zaak onder de aandacht gebracht van Tweede Kamerleden, zo blijkt uit een reconstructie van het Reformatorisch Dagblad.

Ds. Marco Buitenhuis, predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Noordbergum, stuurde meteen op 7 september een mail naar de fractie van de ChristenUnie en CU-Kamerlid Ceder over de dreigende uitzetting van het gezin dat lid was van zijn gemeente. Een week later had hij telefonisch contact met een CU-fractiemedewerker.

Esther Bijmolt, die strijdt tegen het verblijf van kinderen in vreemdelingendetentie, heeft eveneens vanaf 7 september geprobeerd „mijn politieke contacten te bewegen om iets voor dit gezin te doen.” Ze zegt niet alleen haar eigen partij, de PvdA, te hebben benaderd, maar ook de coalitiepartijen CDA en ChristenUnie.

Asieladvocaat Lineke Blijdorp, die het gezin juridisch bijstaat, zegt met „enkele politici” contact te hebben gehad „voor als de situatie uit de hand zou lopen en het gezin daadwerkelijk uitgezet dreigde te worden. Soms moet je op diverse borden tegelijk schaken.” Ze wil geen namen noemen van de Kamerleden en de partijen die ze heeft benaderd.

Een woordvoerder van de Tweede Kamerfractie van de CU zegt dat „Don Ceder en zijn team de afgelopen weken uitvoerig contact hebben gehad met alle betrokkenen rond het gezin en ook met het ministerie van Justitie. We hebben ervoor gepleit opnieuw naar hun zaak te kijken.”

Op 13 oktober, de dag dat het gezin Kamp Zeist verliet, twitterde Ceder: „Mooi dat dit Iraanse gezin inmiddels is vrijgelaten. Hier hebben we lang voor gepleit. Hoewel er nog een definitieve beslissing door de IND moet worden genomen, toont deze zaak opnieuw aan dat het van levensbelang is dat er meer expertise rond het beoordelen van bekeerlingen komt.”

Een dag later bezocht Ceder het gezin, dat inmiddels in een noodopvanglocatie in de Randstad verbleef. Het bezoek op deze datum was al gepland voordat de Iraniërs uit Kamp Zeist vertrokken. „Ik leef al langer met hen mee en heb achter de schermen aandacht voor hen gevraagd. Aangezien het verblijf in Kamp Zeist zo tergend lang duurde en dat ook voor hun minderjarige kind grote gevolgen heeft, besloot ik hen te bezoeken en een hart onder de riem te steken.”

Dat het bezoek uiteindelijk plaatshad toen het gezin al in vrijheid op het verdere verloop van zijn procedure mocht wachten, noemt Ceder „mooi en een moment om dankbaar voor te zijn. We hebben een goed gesprek gehad over hun verblijf en hun zorgen, en hebben samen gebeden.”

Advocaat Blijdorp zegt via-via van het bezoek te hebben gehoord. „Het is heel apart dat dit buiten mij om is gegaan, terwijl ik hun advocaat ben en ook lid van de ChristenUnie. Bovendien vind ik het erg teleurstellend dat dit bezoek pas werd gepland toen het gezin al vijf weken in vreemdelingendetentie zat.”

Bekeerlingen

De CDA-fractie wilde niet reageren op de vraag of ze zich heeft beziggehouden met de situatie van de drie Iraniërs. „Over individuele situaties doen we als fractie nooit mededelingen”, laat een woordvoerder weten.

De SGP is niet benaderd over de dreigende uitzetting van het gezin, aldus een zegsman van de Tweede Kamerfractie. „Wel krijgen we met enige regelmaat vergelijkbare casussen toegestuurd. Dat is mede de aanleiding voor de SGP om aandacht te vragen voor de gebrekkige beoordeling van bekeerlingen door de IND.”

Het ministerie van Justitie wil niets zeggen over contacten met Tweede Kamerleden over de situatie van het Iraanse gezin. „Wij doen geen uitspraken over individuele gevallen, dus we kunnen niks over deze specifieke zaak zeggen.”