Prof. Van den Belt op studiedag GB: Laat nieuwe berijming meer ruimte bieden voor emoties uit de psalmen
Er is grote behoefte aan een berijming die de psalmen eigentijds verwoordt, meent prof dr. H. van den Belt. Die berijming moet niet alleen „poëtisch verantwoord” zijn, maar ook „ruimte bieden voor alle emoties uit de psalmen.”
De hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam sprak woensdag in kerkelijk centrum Eben-Haëzer te Woudenberg ter gelegenheid van de jaarlijkse studiedag van de Gereformeerde Bond. Het thema van de –volgeboekte– bijeenkomst was ”Geloof-gevoel-beleving”.
Prof. Van den Belt pleitte voor een nieuwe psalmberijming. Hij merkte op dat de berijming van 1773 verouderd is, die van 1973 te gepolijst en dat de psalmen uit Weerklank een „vreemd samenraapsel” zijn. De Nieuwe Psalmberijming (DNP) daarentegen is volgens hem te snel afgeserveerd.
De hoogleraar vindt het hoog tijd dat er iets gebeurt. Als richting gaf hij aan: „We zijn niet zozeer verlegen om prachtige poëzie, maar om een goed zingbare berijming, dicht bij de oorspronkelijke tekst, waarin de emoties vertolkt worden.”
Prof. Van den Belt, die ook predikant is, benoemde nog een punt, namelijk „het lichaam in de eredienst.” „Ik ben geen groot voorstander van allerlei liturgische experimenten, maar de psalmen plaatsen wel voor de vraag of een meer lichamelijke beleving van de eredienst mogelijk is. Is er ruimte om te knielen? Zullen we tijdens het bidden gaan staan? Zullen we de handen opheffen als teken van ontvankelijkheid? Kerkbanken bevorderen de passiviteit en zijn hindernissen voor een meer emotionele eredienst.”
De hoogleraar meent overigens dat de huidige hang naar meer geloofsbeleving een dieper probleem maskeert, namelijk „een objectief geloof in het eigen geloof zonder anker in de heilsfeiten en in Gods beloften. De geloofsinhoud doet er dan niet meer zo toe, maar het geloof zelf wordt steeds belangrijker: het geloof dat God er altijd is en dat Hij je aanvaardt zoals je bent. Dit objectieve geloof in het eigen geloof wordt gemaskeerd door een hang naar ervaring. Het is geen stap in de goede richting maar eerder een laatste stap op weg naar de afval, omdat dit geloof geen anker meer heeft.”
Beleveningscultuur
Dr. C. M. A. van Ekris, hoofd van IZB Areopagus, die de tweede lezing verzorgde, ging in op het communiceren van het Evangelie in een belevingscultuur. Hij noemde de hang naar beleving van deze tijd geen bedreiging maar een uitdaging. „Vaak zijn we te steriel om te spreken over onze beleving met God. We moeten niet bang zijn voor beleving van het geloof maar die juist doorgeven.”
Hij vroeg om begrip voor niet-christelijke mensen. „Veel mensen snakken naar taal die hun bestaan erkent. In de kerk is men vaak beter in het kritiek hebben op de tijdgeest dan in oprechte empathie met de opgejaagde tijdgenoot. Het is nodig dat mensen het christelijk geloof verbinden met de huidige belevingswereld.”
Dr. Van Ekris ziet veel verlegenheid onder ambtsdragers om hierover te praten. „Het lukt beter om te discussiëren en minder goed om tijdgenoten te betrekken in het gesprek over God. Hierin moeten we ons oefenen.” De predikant ziet wel een gevaar. „We leven in het iktijdperk. We moeten niet uitgaan van onze ervaring en dat God óns moet dienen. Misschien moeten we aan tijdgenoten leren dat de kern van de geloofservaring de bewondering tot God is, om zo los te komen van onszelf.”
Keller
In een workshop sprak ds. M. K. de Wilde over de nieuwe calvinisten Tim Keller en John Piper uit de Verenigde Staten. De predikant uit Sommelsdijk meent dat we veel van hen kunnen leren over het samengaan van verstand en gevoel. Ds. De Wilde noemde Keller een prediker van wie je kunt leren om de hedendaagse mens te begrijpen. „Keller stelt dat geloven recht moet doen aan het hele leven. Mensen zijn enthousiast omdat ze voelen dat het gaat over hun leven. Het gaat Keller om een leven dat heel is voor God.” Over Piper zei hij: „Het gaat hem vooral om God Zelf. Piper stelt dat je God kunt eren door te geloven met vreugde en toewijding. Het hele hart doet mee. Zijn preken passen goed in traditionele reformatorische kerken.”