Schilder Lucas Cranach was de pr-man van Luther
Bij elk Lutherjaar komt kunstenaar Lucas Cranach wel ter sprake. Bij elk Cranachjaar gaat het ook over diens vriend Maarten Luther. Laat 2022 nu zowel Cranach- als Lutherjaar zijn. Werd eerstgenoemde 550 jaar geleden geboren, de tweede gaf 500 jaar geleden zijn eerste vertaling van het Nieuwe Testament uit. Op hoop van zegen. En met hulp van Cranach.
Mag je Maarten Luther en Lucas Cranach (de Oude) in één adem noemen als het om de Reformatie gaat? Ongetwijfeld hebben beiden grote betekenis gehad voor de verspreiding van het protestantisme, de ”nieuwe leer”. Luther als theoloog en visionair, Cranach als kunstenaar en pr-man. Die laatste rol mag niet onderschat worden.
Cranach was in de eerste plaats een kunstenaar. Daarnaast een slimme zakenman, gevierd stadsbestuurder en diplomaat. Bovendien een intieme huisvriend van Luther, met wie hij ook nauw samenwerkte. Hij hielp –om een hedendaagse term te gebruiken– de Reformatie uit te rollen in Europa. Met name onder de analfabete mensen. Maar was hij daarmee een reformator? Of meer een opportunist, die zich meer liet leiden door de omstandigheden dan door principes? Wie het zeker weet, mag het zeggen.
Kronach
De Duitse stad Kronach viert feest. Want kunstenaar Lucas Cranach (1472-1553) mag dan het meest bekend zijn door zijn werk in de Duitse stad Wittenberg, zijn wieg stond wel in het Beierse Kronach. Daar, tussen Neurenberg en Leipzig, werkte zijn vader Hans Maler, of Moller, als kunstschilder. Vader Maler gaf teken- en schilderlessen aan zijn zoon, zoveel is wel zeker. En Lucas was erg getalenteerd, dat bleek later wel. En verder is er maar bitter weinig bekend over de jeugd van Lucas Maler.
Om de herinnering aan Lucas Maler levend te houden onthulde de stad Kronach in 1872 een plaquette op het geboortehuis van de kunstenaar. Helaas, op het verkeerde huis.
Dan deed Lucas het zelf beter. Toen hij op ongeveer dertigjarige leeftijd naar Wenen verhuisde –onbekend is wie hem uitnodigde of wie ervoor betaalde– ging hij zijn schilderijen signeren met de naam Lucas (uit) Cranach, verwijzend naar zijn geboortestad. Op zich niets bijzonders toen, maar de schilder was daarmee voor altijd verbonden aan zijn geboortestad.
Lucas bleef nog geen drie jaar in Wenen, het politieke en culturele centrum van het Duitse keizerrijk. Lang genoeg om zich onder te dompelen in het humanistisch gedachtegoed zoals dat op de Weense universiteit opgeld deed. Ook lang genoeg om zich als kunstenaar op de kaart te zetten. Met Albrecht Dürer, die ook in Wenen werkte, beïnvloedde Lucas Cranach de Duitse schilderkunst (de Duitse renaissance) ingrijpend. Cranach werd geroemd om zijn schilderkunst: portretten, landschappen, jachttaferelen en mythologisch getinte stukken.
Wittenberg
Rond 1505 kreeg Cranach een uitnodiging van keurvorst van Saksen Frederik III (de Wijze) om naar Wittenberg te verhuizen en als hofschilder aan de slag te gaan. De keurvorst van Saksen had een warm hart voor kunst en kunstenaars. Wittenberg was niet alleen een centrum voor kunst en cultuur, maar ook van wetenschap. Op de universiteit gistte het bovendien. Het oog van de opkomende storm van de Reformatie was hier te vinden. Met als aanjager de jonge Maarten Luther, die hier niet alleen studeerde maar vanaf 1508 ook als hoogleraar actief was.
Cranach zou zijn leven lang hofschilder blijven in Wittenberg. Hij trouwde rond 1512 met Barbara Brengebier, dochter van de burgemeester van de Thüringse stad Gotha. Van de vijf kinderen uit dit huwelijk zou de oudste, Hans, al op 25-jarige leeftijd sterven, toen hij een kunstreis naar Italië maakte. De jongste zoon, Lucas, zou later het werk van zijn vader voortzetten.
Waarschijnlijk ontmoetten Cranach en Luther elkaar aan het Wittenbergse hof. Hoewel de keurvorst niet in directe zin met Luther omging, steunde hij de jonge hoogleraar met zijn nieuwe ideeën wel op de achtergrond. Tussen de schilder en de tien jaar jongere hoogleraar Luther ontstond een hechte vriendschap. Toen Luther zijn (omstreden) huwelijk met de gewezen non Catharina van Bora aanging, trad het echtpaar Cranach op als getuige. En toen Luthers eerste kind werd geboren, was Cranach peetoom.
Gevleugelde slang
Lucas Cranach schilderde zijn opdrachtgever Frederik de Wijze diverse keren, maar ook diens overige familieleden aan het hof. Daarnaast bouwde hij een eigen atelier op. Nam assistenten in dienst die een deel van het schilderwerk voor hun rekening namen. De meester gaf de aanwijzingen voor de compositie, corrigeerde, werkte de schilderijen uiteindelijk af en zette zijn handtekening eronder, zijn naam of zijn huisteken: een gevleugelde slang. Het atelier groeide uit tot een onderneming met dertig medewerkers, onder wie Cranachs zonen Hans (die in 1537 overleed) en Lucas (die later Cranach de Jongere zou worden genoemd).
Behalve schilder was Cranach ook een bekwaam etser en houtsnijder. Talloos veel kopergravures en houtsnedes verlieten het atelier, vaak in de vorm van pamfletten en illustraties.
Intussen nam de bekendheid van Cranach verder toe en reisde hij Europa door om andere vorsten te portretteren. In 1509 bezocht hij Nederland om keizer Maximiliaan (1459-1519) en de jonge (toekomstige) keizer Karel V (1500-1558) op het doek te zetten. Maar ook schilderde hij altaarstukken voor de slotkapel van Wittenberg.
Maarten Luther was gecharmeerd van het werk van Cranach en liet zich met graagte door hem portretteren. Al in 1520 maakte de kunstenaar een kopergravure van zijn vriend, daarna volgden diverse schilderijen, waarvan het portret uit 1527 wel het bekendst is. Het schilderen van deze portretten was meer dan een vriendendienst, het was business. Naarmate de Reformatie aan populariteit won, nam de belangstelling voor een portret van Luther toe. Cranach voldeed aan de vraag door replieken te leveren, kopieën van de hand van de schilder (of zijn atelier) zelf. Honderden ‘Luthers’ gingen Europa door. Er zijn er minstens 180 bewaard gebleven.
Weerklank
Het bondgenootschap tussen Luther en Cranach ging dieper dan een goede vriendschap. Luthers ideeën over verzoening met God door genade in Christus vonden weerklank bij de kunstenaar. Samen overlegden zij hoe Luthers nieuwe inzichten verspreid konden worden in Europa. In tegenstelling tot (later) Calvijn, stond Luther niet vijandig tegenover het afbeelden van Bijbelse figuren en taferelen. Hij vond afbeeldingen zeker niet noodzakelijk voor het heil. Ze konden volgens hem echter wel helpen om woorden te ondersteunen. Of –de meeste mensen konden immers niet of nauwelijks lezen– de woorden uit te leggen.
Woord en beeld moesten dus samengaan om de nieuwe boodschap breed uit te dragen: geen redding door goede werken, maar alleen door geloof en door genade.
De kunst van Cranach moest vervolgens meehelpen de ideeën van de Reformatie –wet en genade– beeldend uit te leggen aan ongeletterden. Het beste voorbeeld daarvan is het schilderij van Wet en Evangelie, gemaakt in 1529.
De ontwikkeling van de (boek)drukkunst bood veel mogelijkheden voor woord én beeld. Luther en zijn rechterhand Melanchthon schreven de teksten, Cranach verzorgde de illustraties van pamfletten die snel en in veelvoud konden worden verspreid. De kunstenaar had veel relaties in Europa, kende het marketingwerk; hij was zogezegd Luthers pr-man.
Daarbij schuwden ze ook niet om met spotschriften scherp uit te halen naar de Rooms-Katholieke Kerk en de paus. In 1521 vervaardigde Cranach een serie propagandatekeningen, ”Christ und antichrist”, om de Reformatie te ondersteunen. Zo gaf hij Jezus een doornenkroon, de paus kreeg een gouden kroon; Jezus komt Jeruzalem binnen op een ezelin, de paus reist te paard; Jezus draagt Zijn kruis, de paus laat zich verplaatsen in een draagstoel. De felle scherpte van de teksten en de illustraties is voor hedendaagse mensen lastig te plaatsen. Zo voelt het ook tegenstrijdig dat hoewel Luther de rooms-katholieke beeldcultuur pertinent afwees, hij zelf zo veel gebruikmaakte van beeldpropaganda.
Septembertestament
Vijfhonderd jaar geleden, in september 1522, rolde Luthers vertaling van het Nieuwe Testament van de pers. Cranach, die de illustraties erbij verzorgde, trad ook op als uitgever. Samen met de plaatselijk goudsmid Christian Döring nam hij het financiële risico. De drukker was Melchior Lotter uit Wittenberg. Op aanmoediging van Melanchthon werd op 21 september 1522 het Nieuwe Testament op de Leipziger Buchmesse gepresenteerd. Luther was niet de eerste die het Nieuwe Testament in het Duits overzette. Hij was wel de eerste die direct vanuit de Griekse grondtaal vertaalde. Melanchthon trad op als corrector van het monnikenwerk.
De eerste oplage, zo’n 3000 exemplaren, van dit zogenoemde Septembertestament was vrijwel direct uitverkocht. Terwijl je om een exemplaar aan te schaffen toch de waarde van zo’n twee kalveren moest neertellen. In de eerste zeven jaar verschenen al achttien herdrukken. In huidige termen is het dus een bestseller.
Duizendpoot
Lucas Cranach kan met recht een begaafde duizendpoot worden genoemd. Hij zag overal nieuwe mogelijkheden. Om de beschikbaarheid van verfpigmenten te garanderen, werd hij apotheker. Om als middenstander zijn belangen in de stad te behartigen nam hij zitting in de gemeenteraad. Drie keer werd hij zelfs burgemeester van Wittenberg en bouwde hij verder aan het imago van de stad als cultureel centrum en pleisterplaats voor jonge kunstenaars.
Hij voorzag het hof van Frederik van papier, verkocht medicijnen, wijn, kruiden en suiker.
Op zijn reizen naar buitenlandse koningshuizen was hij niet alleen kunstenaar, maar ook diplomaat namens Frederik de Wijze. Zo ontmoette hij keizer Maximiliaan van Oostenrijk, Karel V en in 1508 Margaretha, landvoogdes der Nederlanden.
Verder was hij boekdrukker, boekverluchter en uitgever. Terwijl hij als kunstenaar en atelierhouder zo’n dertig mensen in dienst had. Toen Cranach op 82-jarige leeftijd stierf hadden enkele duizenden kunstwerken zijn atelier verlaten. Nu nog zijn er 1500 werken bekend.
Madonna’s
Cranach draaide er zijn hand niet voor om om naast zijn werk voor keurvorst Frederik en voor Maarten Luther ook opdrachten aan te nemen van rooms-katholieke kerkvorsten. In opdracht van kardinaal Albrecht van Brandenburg maakte Hij een serie altaarstukken voor de Stiftskirche in Halle. Hij schilderde de passiecyclus en de schare hemelburgers – de heiligen. Luther, die zich fel keerde tegen de verering van heiligen, noemde kardinaal Albrecht dan ook ”de afgod van Halle”. Maar over de schilder van de altaarstukken zweeg Luther.
Deskundigen proberen er een uitleg aan te geven. Cranach zou wel roomse opdrachten hebben aangenomen, maar de meest aanstootgevende elementen niet hebben weergegeven. Ook is de gedachte geopperd dat een klus voor iemand anders doen nog iets anders is dan geloven in wat die ander te zeggen heeft.
Zo verlieten talloze madonna’s Cranachs atelier. En toen de vraag naar heiligen en madonna’s –onder invloed van de Reformatie– terugliep, verschoof Cranachs aandacht naar het schilderen van naakten. Om deze bestaansrecht te geven, voorzag de schilder ze van moraliserende teksten.
Volgens deskundigen beschouwde Cranach zichzelf als een onderdeel van het geloofssysteem van Luther. Maar tot zijn dood lijkt de kunstenaar rooms-katholiek te zijn gebleven.
Voor de orthodoxe protestant zal de vraag of Cranach reformator was niet overtuigend beantwoord kunnen worden. Hoogstens zou hij een plaatsje bij de dubieuze posten krijgen. Wie zou er meer van durven zeggen?