Oorlogshistoricus De Graaf: Houd na Vredesweek ook een Oorlogsweek
Het is goed dat de zaterdag gestarte Vredesweek het belang van vrede voor het voetlicht brengt. Tegelijk zou er een „Oorlogsweek” op moeten volgen, zegt oorlogshistoricus dr. Ronald de Graaf.
„Vrede is het hoogste doel”, betoogt De Graaf. „Op het bereiken van dat ideaal moet je je blijven bezinnen. Want oorlog is ellendig en veroorzaakt veel leed. Iemand als Thomas Quartier, de Theoloog des Vaderlands, pleit er terecht voor om zonder geweld omwentelingen in dictatoriale regimes te bewerkstelligen. Dat kun je bijvoorbeeld doen door in landen met zo’n regime democratische vredesbewegingen te steunen.”
Oorlog kan wel degelijk „zinvol” zijn, zegt De Graaf, die aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) godsdienst en geschiedenis doceert. „Oorlog is een laatste redmiddel en kan een probleem oplossen. De opstand tegen Spanje in de Tachtigjarige Oorlog was zinvol. Net als het gewapende verzet tegen Hitler. Als de geallieerden Hitler niet hadden gestopt, was zijn Derde Rijk verder uitgebouwd en waren er bijvoorbeeld nog meer Joden, zigeuners en homoseksuelen vermoord.”
Koopman
Wrang genoeg zijn daarentegen ook nogal wat „zinloze” oorlogen gevoerd, geeft de oorlogshistoricus aan. „Denk aan de Eerste Wereldoorlog, de politionele acties in Indië en, in militair opzicht, de missie in Afghanistan.”
Nederland was de afgelopen decennia totaal niet voorbereid op oorlog, schetst hij. „Wij zijn het land van de koopman en de dominee en kennen geen militaire traditie meer. Opeenvolgende kabinetten besteedden nog geen 2 procent van het bruto binnenlands product (bpp) aan defensie-uitgaven. Dat is toch onvoorstelbaar. Bedenk dat in 1640, ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog, 75 procent van de begroting werd besteed aan defensie.”
Veelzeggend is dat van de Nederlandse mannen niet meer dan 24 procent bereid is om op vrijwillige basis te vechten voor het land, geeft De Graaf aan. Hij verwijst naar in mei gepubliceerd onderzoek in opdracht van de EO. „Hoe anders is dat in Oekraïne. Daar willen bijna alle mannen vechten voor hun land. Nederlanders willen voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Vrijheid mag ons niets kosten, en al helemaal niet ons bloed. Misschien wordt de vechtbereid onder Nederlandse mannen hoger als bij wijze van spreken de vijand al stukken Nederland heeft veroverd. Maar het zou ook kunnen dat in ons kikkerlandje mensen massaal op de vlucht slaan.”
Hangslotjes
Het is „heel gevaarlijk” als Nederland „lacherig” doet over oorlogsdreiging, zegt De Graaf. „Met dat soort zelfgenoegzame overmoed lok je oorlogen uit. De NAVO was afgelopen jaren niet afschrikwekkend genoeg en Europa leek verslapt, dus rook Poetin zijn kans in Oekraïne. Ter vergelijking: Het is niet verstandig om het Rijksmuseum af te sluiten met goedkope hangslotjes, vanuit de gedachte: Hier komen toch geen dieven. Nee, je moet zo’n museum beveiligen met een professioneel alarmsyteem.”
Je kunt een oorlog ook „te laat” beginnen, zegt De Graaf. „Zo werd Hitler nog niet aangepakt toen hij Oostenrijk en Tjecho-Slowakije was binnengevallen. Je kunt je vijanden liefhebben door ze op tijd aan te pakken. Waarbij je liefhebben dan uitlegt als tuchtigen.”
Na de Russische invasie in Oekraïne maakte het min of meer pacifistische Duitsland een ommezwaai. Bondskanselier Scholz kondigde aan 100 miljard euro in de krijgsmacht te steken. Zelfs de linkse Groenen scharen zich achter militaire steun aan Oekraïne. „Verstandig en realistisch. Ik bedoel het niet spottend, maar op het moment dat de Russen in aantocht, zijn kun je je de luxe van pacifisme niet permitteren. Niets doen is namelijk ook wat doen.”
De vierde-eeuwse Vegetius, auteur van oorlogshandboeken, sloeg wat De Graaf betreft de spijker op zijn kop. „Van hem is de beroemde uitspraak: „Qui desiderat pacem, bellum praeparet”, wie vrede wenst, bereide zich voor op oorlog.” Ik voeg daar aan toe: „Dat is noodzakelijk, omdat de mens geneigd is tot alle kwaad. Om met de Prediker te spreken: „Er is een tijd van oorlog en een tijd van vrede.” Dus wees voorbereid.”
Bijbel
Het is niet eenvoudig om op grond van de Bijbel oorlogsvoering of een pacifistische houding te rechtvaardigen, zegt De Graaf. „De Bijbel spreekt dubbelzinnig over oorlogvoering. In het Oude Testament voert Israël nogal wat offensieve en defensieve operaties uit. Het Nieuwe Testament benadrukt juist zelfopoffering en naastenliefde. Zo verbaast het me niet dat er een groot verschil zit in hoe orthodoxe christenen zich in de Tweede Wereldoorlog opstelden jegens de Duitse bezetter. Theologen als kardinaal Johannes de Jong, Jan Buskes en Klaas Schilder kwamen in verzet. Daarentegen schreef iemand als SGP-Kamerlid ds. G. H. Kersten pro-Duitse stukken en wordt hem een antisemitische houding verweten.”
Verwarrende tijden
In zijn essay schrijft Dion van den Berg: „Om in deze verwarrende tijden de juiste koers te vinden en vast te houden is het noodzakelijk dat we waarden en principes die vrede en democratie bevorderen centraal stellen. Het gaat om het keer op keer formuleren en vasthouden van een goed moreel kompas.”