Economie
Fiscaal voordeel bij opvolging cruciaal voor familiebedrijf

Al enige tijd ligt in politiek Den Haag de voor familiebedrijven aantrekkelijke belastingvrijstelling voor opvolging onder vuur. Directeur Peter Rikken van verpakkingsbedrijf Meilink in het Gelderse Borculo wachtte niet af en heeft al een deel van de aandelen overgedragen aan zijn drie kinderen.

Peter Rikken met zijn echtgenote Frederiek en dochter Josephine in een van de hallen van verpakkingsbedrijf Meilink, een familie-firma. ​beeld Ruben Meijerink
Peter Rikken met zijn echtgenote Frederiek en dochter Josephine in een van de hallen van verpakkingsbedrijf Meilink, een familie-firma. ​beeld Ruben Meijerink

„De financiële kant noem ik de belangrijkste bijzaak van opvolging. Want de hoofdzaak is hoe je als familie afspraken maakt. Verwachtingen die je van elkaar hebt, moet je uitspreken. Om te voorkomen dat de overdracht aan de volgende generatie misloopt, moet je met elkaar in een vroeg stadium in gesprek, ook al liggen de meningen ver uit elkaar.

Wij leggen onze afspraken vast in een familiestatuut. Dat is bijna af. Mijn vrouw Frederiek, zij is directeur personeelszaken, en ik zijn geregeld met onze kinderen Eduard (23), Josephine (21) en Julian (18) om tafel gegaan in de afgelopen twee jaar. We hebben bijvoorbeeld met elkaar de eisen opgesteld waaraan een opvolger moet voldoen. Nee, daar vonden we ze niet te jong voor.

Hoewel de kinderen nog studeren, zijn ze al wel betrokken bij Meilink. Ik heb met het oog op de discussie over afschaffing en versobering van de Bedrijfopvolgingsregeling (zie ”Pure noodzaak of te gulle boel?”) hun al een deel van mijn aandelen geschonken. Nu het nog kan. De zeggenschap is bij mij en Frederiek gebleven.”

18584490.JPG
Peter Rikken met zijn echtgenote Frederiek en dochter Josephine in een van de hallen van verpakkingsbedrijf Meilink, een familie-firma. ​beeld Ruben Meijerink

Niet overhaasten

„Ik wil het proces van de overdracht niet overhaasten, al zou ik Eduard, die bedrijfskunde studeert, nu goed kunnen gebruiken. We zitten bomvol met werk, met name voor de halfgeleiderindustrie, zoals voor chipmachinefabrikant ASML. Wij verpakken de machines voor het transport, daar zijn we trots op. ASML maakt nu een enorme groeispurt door en in diens kielzog groeien wij ook. Maar ik heb een verstandige vrouw, die zegt: Ontneem Eduard nou niet die kans om ergens anders ervaring op te doen. Minstens drie jaar werkervaring elders opdoen is namelijk een van onze eisen aan een opvolger.

Ik denk dat de andere kinderen ook in het bedrijf terechtkomen. Qua karakters vullen zij elkaar trouwens goed aan. Josephine is verbaal en schriftelijk heel vaardig en is zelfverzekerd en evenwichtig. Julian is weer een heel sociaal persoon.

Als ik niets zou regelen en geen gebruik zou maken van het belastingvoordeel van de Bedrijfopvolgingsregeling, erven mijn kinderen het bedrijf. De Belastingdienst zal hun dan een forse aanslag sturen voor erfbelasting, gebaseerd op de waarde van het bedrijf. De kinderen hebben dat geld niet bij de hand, dus zullen ze dat ergens moeten lenen of uit het bedrijf moeten halen.

Maar zomaar geld uit het bedrijf halen kan niet, omdat de waarde onder meer in bijvoorbeeld onze bedrijfspanden zit. De kinderen zouden dan een hypotheek moeten nemen op een bedrijfspand. En als het geld wel aanwezig zou zijn en zo opgenomen kan worden, dan kan dat niet meer aan investeringen worden besteed. In beide gevallen zou de vitaliteit van Meilink worden aangetast.

In zo’n situatie zou ons bedrijf in de armen van investeerders worden gedreven. En er zijn genoeg investeringsfondsen die rendement zoeken. Ik word bijna wekelijks gebeld. Maar als we met een investeerder in zee zouden gaan, dan moet ik een deel van het aandelenbezit aan hen afstaan en dus zeggenschap.

Als ik Meilink in de familie wil houden, zou ik het bedrijf ook kunnen verkopen aan de kinderen. Dat zal wel tegen een commerciële prijs moeten, want een vriendenprijsje keurt de Belastingdienst niet goed. Het financiële plaatje zou er voor de kinderen dan hetzelfde uit komen te zien als wanneer ze de zaak zouden erven; ook dan zullen zij zichzelf of het bedrijf in de schulden moeten steken om het geldbedrag op tafel te leggen. En ik moet ook nog mijn pensioen uit het bedrijf halen, want als directeur-grootaandeelhouder kan ik me niet aansluiten bij een pensioenfonds.”

Buitenland

„In een verhuizing van het bedrijf of hoofdkantoor naar het buitenland zie ik niets. Wat zou dat betekenen voor onze 440 medewerkers? Ik ben dan veel meer geld kwijt aan reiskosten en de reisafstand moet wel behapbaar blijven.

Familiebedrijven werken zo anders dan bijvoorbeeld de grote beursgenoteerde bedrijven. Als het economisch een tijdje wat minder gaat, is de reflex van familiebedrijven: Eerst even afwachten. Wij hadden voor het laatst in 1984 een reorganisatie met ontslagen. Dat moest vanwege de economische recessie van destijds.

Een van onze medewerkers heeft Eduard vroeger een geweldig kinderfeestje gegeven. De jongens hebben de hele middag gezaagd en getimmerd en mochten meerijden op de heftruck. Geweldig, toch? Die medewerker werkt nog steeds bij ons. We hebben ook meerdere 
tweedegeneratiemedewerkers in dienst. Die zijn allemaal via hun vaders hier gekomen. Je denkt toch niet dat ik hen ga ontslaan als het een tijdje wat minder goed gaat met het bedrijf?

Verder hebben familiebedrijven weinig of geen geleend geld. Niet maximaal winst maken drijft hen, al moet ieder bedrijf winstgevend zijn om gezond te blijven. Voor een familiebedrijf staan continuïteit en langetermijndenken altijd voorop. En dat doen familie-eigenaren doorgaans beter dan investeerders.”

Waarde

De Bor bestaat sinds 1996 en bevat een vrijstelling van erf- of schenkbelasting bij bedrijfsopvolging. De overdracht van een bedrijf aan een zoon of dochter komt namelijk neer op een schenking –of erfenis in geval van overlijden– van vermogen. Daarbij tellen naast de eigendom van een bedrijf en geld ook bijvoorbeeld aandelen, gebouwen en pachtrechten mee.

Hoeveel belasting de opvolger betaalt, hangt af van de waarde van het bedrijf. Over de circa eerste miljoen euro hoeft geen belasting te worden betaald. Over de waarde boven de 1 miljoen moet 17 procent belasting worden betaald. Zodoende hoeven opvolgers veel minder of soms helemaal geen belasting te betalen; een zeer aantrekkelijke regeling dus voor de ruim 275.000 familiebedrijven die Nederland telt.

Uit angst voor afschaffing of versobering hebben verschillende bedrijven met een familie aan het roer in de afgelopen twee jaar overdrachten versneld. Met Tweede Kamerverkiezingen en een lange, moeizame kabinetsformatie is 2021 een spannend jaar geweest voor familiebedrijven.

Een zucht van verlichting klonk er toen VVD, D66, CDA en CU hun regeerakkoord presenteerden. „De continuïteit van familiebedrijven wordt ondersteund door (reële) bedrijfsopvolging eenvoudiger en eerlijker te maken. Tegelijkertijd wordt oneigenlijk gebruik van de regeling tegengegaan”, zo valt te lezen.

Wel besloot het kabinet de Bor –die de schatkist jaarlijks 400 miljoen euro kost– eens tegen het licht te houden. De rekenmeesters van het CPB werden aan het werk gezet. Hun conclusie: „Bij circa driekwart van de overdrachten zijn voldoende vrije financiële middelen aanwezig om de erf- of schenkbelasting direct te betalen.” Oftewel: de meeste familiebedrijven hebben geld zat. De Bor is niet nodig en weggegooid geld. Opvolgers die niet direct de belasting kunnen betalen zouden een ruimhartige betalingsregeling moeten kunnen krijgen.

Ook vergroot de Bor volgens het CPB de ongelijke verdeling van geld tussen verschillende groepen in de samenleving, omdat vermogen uit een onderneming vaak toch al aanwezig is bij de rijkste huishoudens. Tel daarbij op dat de Bor vrij ingewikkeld is en de uitvoering behoorlijk tijdrovend is.

18584449.JPG
Stefan Tax. beeld Fred Ernst

Kort door de bocht

Veel te kort door de bocht, zo hebben ondernemersorganisaties en familiebedrijvenvereniging FBNed eind augustus op het rapport gereageerd. In een brief aan het kabinet slaan ze alarm: „De evaluatie gaat uit van de vrije middelen maar houdt geen rekening met de werkelijkheid waarin deze middelen helemaal niet vrij zijn en waarover zelfs nog belasting verschuldigd kan zijn.” Het rapport van het CPB toont volgens hen juist overduidelijk aan hoe belangrijk de Bor is, zeker in het geval van grote ondernemingen. Aanpassing van de spelregels van de Bor kan desastreus uitpakken voor vele middelgrote familiebedrijven in Nederland. „Het zorgt voor een internationaal gelijk speelveld voor klein en groot. Zonder de Bor gaan veel liquiditeit, financieringsruimte en daarmee investeringsruimte verloren en raakt de onderneming vleugellam. Een betalingsregeling lost dat probleem niet op en verergert juist de situatie.”

Niet zozeer de vraag of familiebedrijven de belasting kunnen betalen, maar of het rechtvaardig is dat ze die zouden moeten betalen, moet dus volgens de familiebedrijven worden gesteld. „Van de familiebedrijven heeft 5 procent 250 of meer medewerkers. Als familiebedrijven zouden moeten stoppen, raakt Nederland bijna de helft van zijn bedrijven kwijt. Dan verdwijnen de familiebedrijven en worden deze verkocht aan het buitenland, private equity (investeerders) of gaan ze naar de beurs”, licht Stefan Tax van FBNed toe.

Bovendien scheert het CPB volgens hem kleine en grote familie-ondernemingen ten onrechte over een kam. „Minder dan 3 procent van het totaalaantal schenkingen en verervingen mag dan de grotere ondernemingen betreffen, zoals in het rapport staat, maar de grotere bedrijven leveren wel een aandeel aan de economie dat vele malen groter is. Juist die grotere ondernemingen met hun grotere economische betekenis hebben een probleem met liquiditeit als ze de Bor niet meer kunnen gebruiken, blijkt uit de CPB-evaluatie. Als de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, laat familiebedrijven dan ook hun sterke schouders houden.”

Verbeterpunten

Dat aan de spelregels van de Bor best wat geschaafd moet worden, vinden zowel familiefirma’s als critici. Tax noemt twee verbeterpunten: „De eis dat het overgenomen bedrijf minimaal vijf jaar op dezelfde voet voortgezet moet worden, zorgt voor krampachtigheid omdat bijvoorbeeld het opzetten van een nieuwe bedrijfstak dan moeilijk wordt. Dat zit aanpassing en innovatie in de weg. Verder moeten er heldere regels komen over wanneer de Bor van toepassing is voor vastgoedondernemers. Het is onjuist om aan derden verhuurd vastgoed per definitie beleggingsvermogen te noemen.”

Inmiddels hebben GroenLinks en PvdA een wetsvoorstel ingediend om het belastingvoordeel flink naar beneden bij te stellen: 25 procent van het ondernemingsvermogen belastingvrij, met een maximum van 1 miljoen. Volgens Tax is dat een „niet serieus te nemen voorstel.” Hij zegt ontspannen toe te leven naar de derde dinsdag in september: „De Bor is ontzettend belangrijk en het zou onverstandig en kortzichtig zijn om nu allerlei aanpassingen voor te stellen. Met Marnix van Rij hebben we een verstandige staatssecretaris op het ministerie van Financiën.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer