Dr. P. C. Hoek bij opening studiejaar HHS: Pastoraat moet staan in licht van eeuwigheid
Pastoraat moet altijd in het licht van de eeuwigheid staan. Dat zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar het valt te vrezen dat dat niet altijd zo is.
Die zorg uitte dr. P. C. Hoek vrijdagavond in de rede die hij hield bij de opening van het academisch jaar van het Hersteld Hervormd Seminarie (HHS), gevestigd aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De openingsbijeenkomst vond plaats in het kerkgebouw van de hersteld hervormde gemeente te Lunteren. Het thema was ”Met een laatste ernst: pastoraat in het licht van de eeuwigheid”.
De zorg voor de ziel gaat soms meer over de zorg om de religieuze mens en zijn welbevinden dan over de ziel zelf, constateert dr. Hoek, docent praktische theologie en apologetiek aan het HHS. Dat komt mede door veranderingen in het vak. „In algemene zin heeft de pastorale theologie in de twintigste eeuw al meer de mens in het middelpunt gezet; de mens met zijn noden, vragen, vrees, verlegenheid, verlangen. Al meer was de pastorale zorg erop gericht deze mens te helpen zich tot die heel verschillende ervaringen, omstandigheden en gevoelen te verhouden.” Daarbij wordt de mens „in de grond van de zaak op zichzelf teruggeworpen. God is dan alleen een bron van inspiratie, kracht en troost. De eeuwigheid raakt zo echter voor menigeen buiten het gezichtsveld.”
De menswetenschappen zijn naast de theologie meer en meer van belang geworden voor het pastoraat. Op zich hebben andere disciplines, zoals de psychologie „het pastoraat van veel nuttige kennis en inzichten kunnen voorzien. De pastor –de herder– zal zijn voordeel kunnen doen met inzichten die andere wetenschappen hem aanreiken.” Pastoraat als zielzorg komt echter in het gedrang als deze kennis en inzichten de boventoon gaan voeren, zei dr. Hoek.
De „rode draad” in het pastoraat moet Zondag 1 van de Heidelberger Catechismus zijn: „Wat is uw enige troost?”, aldus dr. Hoek. „De troost van met lichaam en ziel van Christus te zijn. Zielzorg die dáár aan voorbijgaat, is de naam niet waard. Dé zorg zal toch zijn of een mens die we ontmoeten, geborgen is in Christus.”
Pastoraat heeft vier functies: helen, bijstaan, begeleiden en verzoenen. „Maar er is meer nodig dan het menselijk welbevinden daarmee te dienen.” In het licht van de eeuwigheid kan het bijstaan van een mens óók betekenen dat „we hem of haar tegenspreken. Niet vanwege onze mening of wijsheid, maar vanwege het Woord van God. Heilige tegenspraak.”
Verlegenheid
Pastoraat in het licht van de eeuwigheid, kan „een diepe verlegenheid” geven, stelde dr. Hoek. „Wie zal antwoorden op de diepste vragen van het hart? Wie zal een verslagen hart, een kleinmoedig hart vertroosten? Een moeder kan zeggen: „Waarom ook deze slag nog…?” Een stervende: „Ik ben zo bang, dominee…” Hebben we dan een woord? Weten we dan ook écht waarover het gaat, wat daar gaande is? Een mens die de laatste Jordaan over moet.” De docent wees daarbij op Ezechiël 33:7 en 8 waar de profeet de opdracht krijgt een wachter te zijn en moet waarschuwen.
Het pastoraat moet met bewogenheid én beslistheid én oprechtheid vorm krijgen, zeker als het om een stervende gaat die voor de eeuwigheid ligt. „Oprechtheid in de ontmoeting met de stervende zal ook betekenen dat we ons samen met hem of haar tot het Woord wenden.” En, „laat niemand met bijvoorbeeld gevoelige versregels een mens bij wie we geen hartelijke betrokkenheid op de Heere bespeuren, proberen te sussen. Om als met een soort van kalmerend gebaar hem over de ‘drempelvrees’ van het sterven heen te helpen. De stervende heeft niets aan het steunen op het wrakhout van hoop die niet uit het geloof is en niet op God steunt. Die hoop houdt het niet in de stervensrivier.”
Dr. Hoek wees op de wijze waarop Evangelist uit de Christenreis van Bunyan met Christen omgaat. „Voorbeeld voor deze Evangelist is waarschijnlijk ds. John Gifford geweest, Bunyans geestelijke leidsman. (…) Een getrouwe Evangeliedienaar, die leefde en diende en sprak met ”een laatste ernst”.”
Volharden
Prof. dr. B. A. Zuiddam, docent ethiek, opende de bijeenkomst met een meditatie over 1 Timotheüs 4:16. De hoogleraar waarschuwde de aanwezige ambtsdragers, predikanten acht te hebben op de leer en te volharden. Want, „de tijdgeest heeft zijn werk gedaan. We zien het overal om ons heen. De kenbronnen van Gods wil, natuur en Schriftuur, spraken ooit duidelijke taal. Ze doen het nog. Maar wie anders wil, schroeit zijn geweten toe. Hermeneutiek wordt wegverklaren wat ons denken, begeren en doen in de weg staat.” Paulus voorzag dat deze houding prominent zal worden in het laatste der dagen, daarom waarschuwt hij Timotheüs.
De leer geeft „ankering in waarheid”, zei dr. Zuiddam. „Zij helpt ons om het leven te zien zoals de Heere het ziet. We leven in een tijd waarin mensen eigen waarheden scheppen en hun gewetens toeschroeien. Ook onze reformatorische gezindte dreigt overspoeld te worden door modernisme, in denken en doen. We zeggen het (nog) niet hardop en houden de schone schijn op. Als we geen vruchten voortbrengen der bekering waardig, in doen en denken, zullen we eindigen als de grote kerkverbanden: met lege kerkgebouwen als herinnering aan het geloof van onze vaderen.”
Ontvouwen
Dienaren moeten Gods Woord ontvouwen, volgens dr. Zuiddam. „Wie echt gelooft dat we te maken hebben met het onfeilbare spreken van de Heere, probeert nauwkeurig te verstaan en door te geven wat er staat. Het is immers Godsspraak, de kerkvaders en reformatoren getuigen daarvan. Onze prediking ook? Is de leer die wij preken de boodschap van de tekst en de leer van de Kerk van alle tijden; of preken we onze eigen formule en moet het Woord ons dienen?”
Verder moeten ambtsdragers, docenten en studenten „de Heere nemen op Zijn Woord. Er bestaat zowel rechtse als linkse Schriftkritiek. Zijn wij de maat aller dingen bij het lezen van de Schrift, of laten we de Bijbel toe ons de maat te nemen?” Ook is het nodig de belijdenis van de Kerk ernstig te nemen, aldus de docent. „Het is belangrijk om in ons denken gehoorzaam te zijn aan Gods spreken. Als u het niet doet, kunt u niet zalig worden, zegt de belijdenis van Athanasius.”
Conferentie
Het thema van de opening van het academisch jaar sluit aan bij het onderwerp van de HHS-conferentie, die vrijdag en zaterdag plaatsvindt in Lunteren rond het onderwerp ”Ernst van de prediking: een zaak van leven en dood!”
Vrijdagmorgen opende ds. D. J. Diepenbroek (Putten) de conferentie. De deelnemers beluisterden en bespraken daarna een videoboodschap van Paul Washer met de titel ”Shocking message”. Vanwege de afwezigheid van een van de sprekers werd vrijdagmiddag naar een recent door ds. M. Goudriaan uitgesproken lezing tijdens de Haamstedeconferentie geluisterd.
Zaterdag staan de deelnemers stil bij het onderwerp ”Bediening van de sleutelen van het hemelrijk”. Daarover zou ds. K. ten Klooster (Ridderkerk) spreken. Zaterdagmiddag zou ds. K. Veldman (Staphorst) de conferentie afsluiten met een pastoraal slotwoord.