Twee weken geleden schreef ik op deze plaats over de Amerikaanse inspanningen om een soort Arabische NAVO tot stand te brengen, een club van Amerikagezinde landen in het Midden-Oosten waarin Israël en de Verenigde Arabische Emiraten de pijlers zijn.
Dat Amerika dit wil, is niet zo gek. Het is een uitgelezen kans om invloed te kunnen blijven uitoefenen in het Midden-Oosten. Dat het niet zo wil vlotten met dit samenwerkingsverband, is óók niet zo gek. Er zijn meer kapers op de kust; andere regeringsleiders die eveneens graag willen profiteren van goede relaties met de olierijke landen in de Golf.
Een van de belangrijkste concurrenten van de Amerikanen is de Russische president Vladimir Poetin. Hij heeft zich al stevig gevestigd in Syrië en kan het ook prima vinden met de ayatollahs in het Iraanse Teheran, maar Poetin is niet van plan daar te stoppen. Hij investeert ook in zijn relaties met de vanouds Amerikaanse partners in de Arabische Golf en met Israël, en die landen hebben daar wel oren naar. Die hebben immers al vaak genoeg gemerkt dat hun aloude bondgenoot in Washington niet altijd thuis geeft.
Maar is Poetin de belangrijkste concurrent voor de Amerikanen in het Midden-Oosten? Dat is nog maar de vraag. De allerbelangrijkste zou in de komende jaren weleens de Chinese president Xi Jinping kunnen zijn. De Chinese tactiek bestaat in tegenstelling tot de Russische niet uit wapengekletter, maar uit ‘zachte’ diplomatie. Dat is buitengewoon effectief. Nu al zijn Golflanden als Oman voor een belangrijk deel afhankelijk van China, omdat daar het grootste deel van hun olie-export heengaat.
Dat China grootse plannen heeft in het Midden-Oosten, zal deze week waarschijnlijk opnieuw blijken. Xi Jinping gaat er naar verwachting op bezoek – het wordt zijn eerste grote reis naar het buitenland sinds het uitbreken van de coronacrisis. En wat is de bestemming van zo’n beeldbepalende reis? De Saudische hoofdstad Riyad.
Fijnproevers doen er goed aan om de verschillen in protocol op te merken tussen het bezoek van president Joe Biden aan Riyad, anderhalve maand geleden, en het komende bezoek van Xi. Het zou goed kunnen dat de laatste met méér egards wordt ontvangen dan Biden. Bovendien is het waarschijnlijk dat Xi méér uit het bezoek sleept dan Biden – die ging nagenoeg met lege handen weer terug naar huis.
Het reflecteert allemaal een schijnbaar onomkeerbare beweging in het Midden-Oosten: weg van de Verenigde Staten, richting Rusland en richting China. En dus ook: weg van democratische partners, richting autocratische compagnons. Bijkomend voordeel voor Saudi-Arabië is dat die autocraten niet voortdurend de neiging hebben om lastige vragen te stellen over mensenrechten en vermoorde journalisten.
Natuurlijk, de beweging richting China is een proces van de lange termijn. De Amerikaanse invloed in het Midden-Oosten is nog steeds gigantisch. En de gedeelde aversie tegen Iran houdt Saudi-Arabië en de VS voorlopig nog wel bij elkaar. Maar het wordt steeds duidelijker dat de hoogtijdagen van het Amerikaanse aanzien in het Midden-Oosten onherroepelijk voorbij zijn.