Hoewel 2022 tot nu toe een goed jaar is voor de sector begint de groei wel af te vlakken, nu de horeca weer open is en consumenten vaker buiten de deur eten. In mei dit jaar bedroeg de groei 18 procent. In dezelfde maand een jaar geleden was nog sprake van een groei van 40 procent.

Tegelijkertijd is het volume van voedingsspeciaalzaken in mei met 5,5 procent gedaald in vergelijking met mei 2021. Consumenten kochten dus minder producten, maar tegen hogere prijzen zodat per saldo meer is uitgegeven dan een jaar eerder.

Een groot deel van de consumenten die bij een voedingsspeciaalzaak producten koopt lijkt ook niet op de inflatie te letten, meldt ABN AMRO op basis van een onderzoek door PanelWizard. Zo geeft 44 procent aan niet op de prijs te letten. Bij een vergelijkbaar onderzoek in 2017 was dit nog 35 procent.

Bovendien geeft ongeveer driekwart van deze consumenten aan bereid te zijn om gemiddeld 15 tot 16 procent méér te betalen voor producten van een voedingsspeciaalzaak. Deze bereidheid is wel afhankelijk van de leeftijd en het inkomen van klanten. Daarbij geldt dat hoe ouder de consument, hoe minder deze bereid is meer te betalen. Ook consumenten met een lager besteedbaar inkomen letten meer op de prijs.

De dalende koopkracht kan er wel voor zorgen dat consumenten meer aankopen gaan doen bij supermarkten die doorgaans lagere prijzen vragen. Volgens sectoreconoom Gerarda Westerhuis van de bank is het belangrijk dat voedingsspeciaalzaken zich onderscheiden van supermarkten door in te spelen op de groeiende vraag naar ambachtelijke en hoogwaardige producten. Goede onlinebestelmogelijkheden zijn daarbij cruciaal aangezien ruim een kwart van de ouderen en de helft van de jongeren bereid is voor online meer te betalen.