De Belgische staat stond in 1960 in het grootste geheim ongestraft abortus toe voor vrouwen die na de gewelddadige chaos rond de Congolese onafhankelijkheid zwanger van een Afrikaanse man terugkeerden naar België. Dat blijkt volgens de Belgische historicus Frank Gerits uit twee documenten die hij heeft ontdekt in het archief van de toenmalige christendemocratische premier Gaston Eyskens, schrijft dagblad De Morgen. Zwangerschapsafbreking was in België strafbaar tot 1990, ook na verkrachting.
Het doel van de geheime operatie zou niet hulp aan getraumatiseerde vrouwen zijn geweest, maar het voorkomen van de geboorte van gekleurde kinderen, zogenoemde metissen. „Meer nog dan de hele operatie is het vooral de racistische rechtvaardiging die tot de verbeelding spreekt”, zegt Gerits, die aan de Universiteit Utrecht als docent is verbonden en onderzoek doet naar de kwestie, in de krant.
De Belgische regering had hierover een mondelinge deal met justitie. De betrokken vrouwen zouden niet worden vervolgd als ze zich na terugkeer zouden laten behandelen voor vruchtafdrijving. Vier universiteiten moesten speciale centra voor deze abortussen inrichten.
Rond de onafhankelijkheid van de Belgische kolonie Congo op 30 juni 1960 verschenen in kranten veel verhalen over geweld en groepsverkrachtingen van Belgische vrouwen door Congolese, Burundese of Rwandese mannen. Het is officieel niet bekend hoeveel Belgische vrouwen toen zouden zijn verkracht, noch hoeveel zwanger zouden zijn geraakt. Op basis van de twee gevonden documenten valt niet op te maken of de abortusoperatie daadwerkelijk plaatsvond, aldus De Morgen, maar teruggekeerde vrouwen zouden bij terugkeer medisch onderzocht en zo nodig behandeld zijn.
De Belgische overheid greep vanaf eind jaren 40 tot kort na de dekolonisatie in Congo, Rwanda en Burundi ook in als kinderen werden geboren uit een relatie tussen een koloniaal en een Afrikaanse vrouw. Kinderen werden systematisch bij de moeder weggehaald, overgeplaatst naar een weeshuis of opvoedingsinstelling, en na de onafhankelijkheid naar België overgebracht. Daar werden ze geadopteerd of naar een instelling of pleeggezin gebracht.
Zowel metissen als historici vragen al langer om alle Belgische archieven hierover publiek te maken.