Toen paus Celestinus V in het jaar 1294 aftrad, werd hij door zijn opvolger prompt gevangen gezet en doodgehongerd. Dat overkomt Benedictus XVI nu niet. Maar inmiddels is hij wel al negen jaar schaduwpaus, en met invloed. Massimo Franco wijdde er een boek aan.
In de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) was in het verleden geen plaats voor een ex-paus met mogelijk zelfs een eigen aanhang. Zulke drastische maatregelen zijn nu niet meer aan de orde, maar de figuur van een voormalige paus blijft een anomalie, een onregelmatigheid, in de Vaticaanse hiërarchie. Zodoende gold tot voor kort de ongeschreven –want vanzelfsprekende– regel dat het pontificaat een functie voor het leven is.
Daarom zorgde paus Benedictus XVI op 11 februari 2013 voor een bijzonder precedent door in een toespraak in het Latijn zijn aftreden bekend te maken. Als absoluut heerser over zijn kerk kon hij dat ook doen, maar hij schiep daarmee wel een ongekend probleem: wat te doen met een ”emeritus paus”, zoals hij al gauw werd genoemd?
Massimo Franco, politiek verslaggever van de Corriere della Sera, heeft aan die kwestie een interessante studie gewijd onder de titel ”Il Monastero”. Dat is een verwijzing naar het kleine klooster waar de gepensioneerde paus nu teruggetrokken woont. Het ligt in de Vaticaanse tuinen, op een paar honderd meter afstand van het Casa Santa Marta, het Vaticaanse hotel waar zijn opvolger Franciscus de voorkeur aan gaf boven de officiële pauselijke ambtswoning, het strenge Apostolische Paleis. Aanvankelijk kwamen ze nog wel bij elkaar buurten, maar dat is steeds minder geworden.
Toevluchtsoord
De ondertitel van Franco’s boek luidt ”Negen jaar van een schaduwpontificaat”: in die periode is het klooster van de conservatieve emeritus paus een toevluchtsoord geworden voor tegenstanders van de meer progressieve, voor openheid en sociaal beleid pleitende, Franciscus. Aanvankelijk had niemand daarop gerekend. De nu 95-jarige Ratzinger had immers zelf verklaard dat zijn krachten uitgeput waren. Inderdaad had hij met grote problemen te kampen gehad: een naaste medewerker die geheime documenten uit het Vaticaan smokkelde; een kardinaal die graaide in de kas van een kinderziekenhuis; de Vaticaanse bank IOR verwikkeld in fraudezaken; en de Romeinse Curie die onderzoeken naar seksueel misbruik door kerkdienaren tegenwerkte. Dat was teveel voor de verlegen kamergeleerde die Ratzinger altijd was geweest. De verwachting was dan ook dat hij het niet lang zou maken, maar ondertussen is hij al langer emeritus dan dat hij paus was. En in die jaren heeft hij zich niet stil gehouden.
In plaats van terug te keren naar zijn Beieren als een gepensioneerde pater, bleef Ratzinger in het Vaticaan, behield hij de naam Benedictus en bleef hij zich kleden in het wit, de kleur van de paus. Hij schreef theologische verhandelingen en ontving dagelijks geestelijken, seminaristen en leken die in hem een alternatief zagen voor de hervormingsgezinde Franciscus. Zoals de Duitse kardinaal Gerhard Müller, de prefect van de Congregatie voor Geloofsleer. Müller wierp zich op als woordvoerder van de bezorgdheid van Benedictus over de nieuwe koers van Franciscus, die hem daarop in 2017 de laan uit stuurde.
Zwijgen
Zelf doet de emeritus paus –die nu nauwelijks meer tot spreken in staat is– er meestal het zwijgen toe, maar in 2019 mengde hij zich rechtstreeks in het misbruikdebat, waarbij hij zelf zijdelings betrokken was. (Hij zou in de jaren zeventig als bisschop van München een pedofiele pater de hand boven het hoofd hebben gehouden.) Hij publiceerde daartoe „enkele aantekeningen over de pedofilie”, waarin hij betoogde dat de schandalen het gevolg zouden zijn van de liberale geest die sinds 1968 door de kerk waart. Dat was koren op de molen van de conservatieven, terwijl Franciscus kort daarvoor juist had opgeroepen tot meer controle op wat zich in seminaries en binnen de clerus afspeelt.
Het aftreden van Benedictus zal zeker navolging vinden, betoogde Nunzio Galantino, prefect van de APSA (het instituut dat het onroerend goed van het Vaticaan beheert), donderdag bij de presentatie van het boek. Volgens auteur Franco is die kans inderdaad groot, maar moet daarvoor dan wel een procedure worden opgesteld, want zonder regels kan het copapato (twee pausen naast elkaar) tot een schisma leiden. En dat is in de RKK taboe.