Prof. dr. B. A. Zuiddam gaf als antwoord: „Op de terreinen van ons wereldbeeld, ons hart, ons verstand en ons handelen. Houd het niet bij een theorie op afstand, maar wees daders van het Woord.”

De studiedag van Logos was georganiseerd in het bijgebouw van de Grote Kerk te Hilversum. Centrale vraag was hoe je als voorganger, ambtsdrager en/of jeugdleider kunt omgaan met vragen van jongeren op het gebied van de omgang met de Bijbel en een onderwerp als evolutie. Zo’n 25 belangstellenden woonden de bijeenkomst bij.

Ik-gericht

We bevinden ons in een cultuur waar God geen realiteit is, gaf prof. Zuiddam aan. Hij is als docent verbonden aan het Hersteld Hervormd Seminarium aan de Vrije Universiteit Amsterdam en voorganger in de Hersteld Hervormde Kerk. „Toch is Nederland niet zo hevig geseculariseerd als Engeland of Australië. In Nederland zijn er nog ongeveer 300.000 Bijbelgetrouwe christenen. In vergelijking met bijvoorbeeld Engeland zijn dat er een heleboel.”

Onze tijd is een tijd met uitdagingen, stelde prof. Zuiddam. Hij woonde geruime tijd in het buitenland en bij terugkomst viel hem op dat Nederland een ik-gerichte samenleving is geworden. „Een uitdaging voor jongeren is dat het onderwijssysteem een ander curriculum heeft gekregen. De onderwijsmethode is meer ik-gericht, zodat jongeren op een andere manier naar de samenleving en zichzelf gaan kijken.”

Geloven is niet alleen bekijken of het creationisme waar is, maar ook jezelf afvragen wat zo’n theorie betekent voor je verhouding tot God, aldus de hoogleraar. „Als God schept door miljoenen jaren van dood en verderf, is dat dan mijn liefdevolle Vader in Christus?” Consistentie tussen hart, verstand en doen is heel belangrijk. „Je moet het uitleven, anders noemen jongeren het irrelevant.”

Irrelevantie heeft te maken met een probleem van het huidige wereldbeeld, gaf de hoogleraar aan. „Jongeren leven in een samenleving waar het boek van de natuur en het boek van de Schriftuur zijn dichtgeslagen. Dit is gebeurd ten tijde van de Verlichting. De mens kwam centraal te staan in het denken, voor die tijd stonden God en de schepping centraal.”

Daardoor ging de mens anders denken over waarheid, zei prof. Zuiddam. „Wat waar is voor de ene tijd, is onwaar voor de andere tijd; jongeren groeien op met zo’n besef van waarheid. Waarheid en moraliteit worden zodoende zelf gecreëerd.”

Ook al zijn de boeken van de natuur en de Schrift dichtgeslagen door de natuurwetenschappen en de theologie, uiteindelijk is het de waarheid die vrij maakt, gaf hij aan. „Stel dus vragen aan jongeren.”

Geweld

Oudtestamenticus prof. dr. M. J. Paul ging in op een aantal vragen die bij jongeren kunnen leven over de Bijbel. „Bij het geweld in het Oude Testament denken wij vaak vanuit politieke en volkenrechtelijke gezichtspunten, terwijl de strafmaatregel gezien moet worden vanuit Gods gerechtigheid.”

Een andere vraag is hoe het geloof zich verhoudt tot de wetenschap. „God heeft zich geopenbaard in de Schrift en de natuur. Tussen de Schrift en de natuurwetten is als zodanig geen tegenspraak. De wetenschap interpreteert de Schrift en de natuurwetten, dán kunnen er dingen scheef gaan. Terecht is dan de vraag naar de voorveronderstellingen; dat geldt ook voor de Bijbelinterpretatie. Maak geen onnodige tegenstellingen tussen geloof en wetenschap.”

Bronnen

Philip Bell, Brits natuurwetenschapper en directeur van de organisatie Creation Ministries International, gaf aan hoe je vragen van jongeren over evolutie kunt beantwoorden. „Probeer de belangrijkste punten voor het creationisme zo duidelijk en betrokken mogelijk over te brengen en doe dit zo vroeg mogelijk. Probeer de jongeren nieuwsgierig te maken en wijs ze op bronnen waar ze meer kunnen vinden. Focus op de relevantie.”