„Ook eerder misstappen in Koninklijk Huis”
De bedenkelijke ontboezemingen van prins Bernhard zullen de verbondenheid van orthodox-christelijk Nederland met het koningshuis onder druk zetten. Breken zal die band echter niet, denkt historicus drs. A. A. van der Schans, SGP-wethouder in Bodegraven. „De monarchie kan tegen een stootje.”
„Weinig verheffend.” Zo omschrijft Van der Schans de Volkskrant-interviews waarin prins Bernhard terugblikt op zijn leven. De prins zegt onder meer twee buitenechtelijke kinderen te hebben en „volkomen onverschillig” ten opzichte van de dood te staan. „Hij laat zich soms nogal volks en zelfs plat en grof uit.”
Het is „te veel eer” voor de prins te stellen dat door zijn uitspraken de band met het koningshuis in gevaar wordt gebracht, meent Van der Schans. „Wie het koningshuis de laatste decennia heeft gevolgd, weet dat Bernhard een flamboyante man was, een Bourgondische joyeur. Hij begon de dag met zijn ontbijt en bier, gevolgd door een glas wijn. In een eerder testament heeft hij overwogen om gasten op olifanten op zijn begrafenis te laten komen. Al te serieus moeten we hem daarom niet nemen. Daartegenover staan echter wel de verdiensten van de prins in de Tweede Wereldoorlog.”
Krijgt de achting voor hen die in hoogheid zijn gezeten door lompe uitspraken van prins toch geen gevoelige knauw? „De band met het koningshuis staat zeker onder spanning. De gereformeerde gezindte krijgt het een en ander te verwerken. Uitlatingen als die van prins Bernhard moeten niet structureel worden. Als koningin Beatrix en prins Willem-Alexander dezelfde constitutionele onverschilligheid als prins Bernhard zouden uitstralen, hebben we een probleem.”
Onmiskenbaar staat de leefwereld van de Oranjes ver af van het orthodox-christelijke volksdeel. Maar dat was vijftig jaar geleden ook het geval, benadrukt Van der Schans. „Ik heb het boek ”Eenzaam, maar niet alleen” van koningin Wilhelmina gelezen. Dat was een grote teleurstelling. Wilhelmina, en zeker Juliana, hingen een vrijzinnig geloof aan.”
Ook in vroeger tijden begingen Oranjes misstappen, tekent de historicus aan. „De vrijgezel prins Maurits had een aantal kinderen. Stadhouder Frederik-Hendrik onderhield buitenechtelijke relaties. Net als prins Hendrik, de man van Wilhelmina. In die tijd deden we daar wat gniffelend over. Prins Hendrik had het „hele erge” gedaan, zoals Martin Ros dat zegt.”
Van de Oranjes stond de zeventiende-eeuwse stadhouder-koning Willem III het dichtst bij het behoudend christelijke volksdeel, zegt Van der Schans. Daarnaast kan natuurlijk Willem van Oranje op warme sympathie rekenen. „We hoeven niet mythisch te doen, maar Willem van Oranje verdient groot respect, al was hij geen aanhanger van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdens. Ook moderne biografieën gaan ervan uit dat Willem van Oranje op beslissende momenten in zijn leven de zijde van de calvinisten koos. Beroemd zijn zijn woorden tijdens het beleg van Haarlem in 1573: „Ik heb een verbond gesloten met de Potentaat der potentaten.””
Orthodox-christelijk Nederland is vanouds verbonden met het Oranjehuis. Brengen de uitlatingen van prins Bernhard en de leefwijze van het koningshuis daar verandering in? Deel 1 in een korte serie. Morgen deel 2.