Verging de bemanning van het gezonken Russische oorlogsschip Moskva onlangs met man en muis? Of juist niet? In Oekraïne vallen niet alleen bommen en granaten, maar woedt ook een informatieoorlog. Nieuwscheckers proberen kaf van koren te scheiden.
De scepsis druipt ervan af. Op de site marineschepen.nl discussiëren bezoekers over het lot van de bemanning van de Moskva. Het paradepaardje van de Russische oorlogsvloot verging naar alle waarschijnlijkheid door een Oekraïense raketaanval. Onderwerp van debat: een foto van een lange rij Russische mannen in legeruniform, strak in het gelid. Volgens de Russische Defensie zijn het geëvacueerde bemanningsleden van de Moskva.
Maar toont de foto werkelijk zeesoldaten die daags voor het fotomoment ontsnapt zijn aan een inferno op de Zwarte Zee? Of is het een plaat uit de oude doos, bedoeld om de buitenwereld voor het lapje te houden? „Je moet je afvragen hoeveel jonge gasten een paar roebels gekregen hebben om een pakje aan te trekken”, smaalt iemand. Een andere twijfelaar: „De leugens gaan door. Wat direct opvalt is dat de schaduwen van de militairen (op de foto, JV) zo kort zijn dat de beelden alleen maar afkomstig kunnen zijn uit een opname die hoogzomer is gemaakt.”
De discussie op het platform illustreert de twijfels bij veel burgers. Wat is waarheid in oorlogstijd?
Boetsja
Zeker sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne is er voor factcheckers (feitencontroleurs) werk aan de winkel. Een van de meest geruchtmakende factchecks staat op naam van The New York Times. De Amerikaanse krant analyseerde onlangs met hulp van satellietbeelden van het Amerikaanse bedrijf Maxar dat lichamen van vermoorde Oekraïners al wekenlang op straat lagen in Boetsja, een voorstad van Kiev. Daarmee ontkracht The New York Times het Russische verhaal dat Oekraïners de lichamen kort na de Russische terugtrekking uit Boetsja op straat legden om Poetin in een kwaad daglicht te stellen.
Kort na de Russische invasie formeerde de NOS een speciaal team dat op sociale media geplaatste video’s en foto’s checkt. Dat zogeheten OSINT-team telt zes medewerkers. OSINT staat voor Open Source Intelligence, dus online speurwerk via openbare bronnen. „Zeker in de begindagen van de oorlog stuitten we op veel misinformatie”, zegt Joost Schellevis. Hij is sinds 2015 techjournalist bij de NOS en lid van het OSINT-team. „Zo circuleerde op internet een foto waarop een Oekraïense militair zou staan die afscheid neemt van zijn dochtertje. In werkelijkheid betrof het een pro-Russische separatist en is het de vraag of hij familie is van het meisje. In een ander geval bleek een video waarop een Oekraïense straaljager in actie zou zijn, een fragment uit een actiefilm.”
Voor het speurwerk nemen de nieuws- checkers onder meer hun toevlucht tot satellietbeelden van Google Earth, Google Maps, Google Streetview en van de Russische zoekmachine Yandex.
Wáár in Oekraïne is een filmpje opgenomen of een foto gemaakt? Het OSINT-team is een flink deel van zijn tijd met zogeheten geolocatie in de weer. Zelf kon Schellevis vaststellen dat een vlog van een Oekraïens 14-jarig meisje daadwerkelijk in de gebombardeerde havenstad Marioepol is opgenomen. „Op die vlog toont het meisje bijvoorbeeld een ziekenhuis. Ik kon via zoekmachine Yandex achterhalen dat ze beelden maakte in de buurt van het ziekenhuis.” Nadat het OSINT-team het verslag van het meisje had geverifieerd, toonde het NOS Jeugdjournaal beelden uit de vlog. „Ook op mij maakte die vlog indruk. Het is aangrijpend dat een meisje via haar mobiele telefoon laat zien hoe de vlammen uit gebouwen slaan.”
Ramen
In hun speurtocht zijn de nieuwscheckers gespitst op herkenningspunten die locaties van video’s en foto’s kunnen onthullen. Schellevis: „We kijken bijvoorbeeld via Google Streetview hoe de omgeving eruit ziet en vergelijken dat met het te checken materiaal, waaronder dronebeelden. Hoeveel ramen telt een gebouw? Hoeveel afstand zit er tussen die ramen? Zijn er balkonnetjes? Staat het benzinestation, de bochtige weg of het meertje op de te onderzoeken foto ook op satellietbeelden?”
In de gereedschapskist van het OSINT-team zit ook Google Lens, een zoekmachine voor beeldmateriaal. Het digitale hulpmiddel kwam de nieuwscheckers van pas bij het verifiëren van een foto met daarop autobussen. „Op sociale media werd beweerd dat het om bussen ging met mensen die werden geëvacueerd uit Marioepol. Wij ontdekten op de bussen een logo. Dat bleek het gemeentewapen te zijn van Zaporizja, een stad op zo’n 200 kilometer afstand van Marioepol. In werkelijkheid bleken de bussen niet uít Marioepol te komen, maar daar naartoe te gaan. Overigens in een vergeefse poging burgers op te halen.”
Sommige details op beeldmateriaal kunnen de specialisten op weg helpen. „Satellietschotels staan min of meer gericht op de evenaar. Als zo’n schotel dwars op een weg staat, weet ik in ieder geval dat die weg niet van noord naar zuid loopt.”
Speurwerk doet het OSINT-team ook naar het tijdstip waarop een beeld is gemaakt. Zo kunnen zogeheten metadata (bijvoorbeeld opgeslagen in video’s) licht werpen op het moment waarop beelden zijn gemaakt. Ook van een site als suncalc.net hebben de speurders profijt. „Daarop kun je nagaan hoe op een locatie op een bepaald tijdstip schaduwen vallen. Die gegevens kun je vergelijken met schaduwen die te zien zijn op een foto.”
Het is makkelijker speuren in een stad dan in landelijk gebied. „In steden heb je doorgaans meer herkenningspunten dan in een uitgestrekt akkerbouwgebied. Daar is de locatie van een beeld checken soms haast onbegonnen werk. Je ziet achter een verwoest militair voertuig iets van een elektriciteitsmast. Maar daar zijn er heel veel van. Op Twitter roepen we soms hulp in. Wie herkent dat gebouwtje in de verte?”
Woonflats
Nieuwscheckers moeten zich niet te snel rijk rekenen, waarschuwt Schellevis. Het is niet uitgesloten dat metadata van bijvoorbeeld video’s zijn gemanipuleerd. Ook kunnen vergissingen op de loer liggen. „Inmiddels weet ik dat in sommige delen van Oekraïne woonflats erg op elkaar lijken. Dus moet je voorzichtig zijn met conclusies over de plek waar bijvoorbeeld een video is gemaakt.”
Ook als locatie en tijdstip van een video of foto zijn gecheckt, moet je op je hoede zijn. „Mensen kunnen iets in scène zetten. Iemand in een Oekraïens uniform hoeft niet per se een Oekraïense militair te zijn. Onlangs was er commotie over een Russische tank die expres over een auto met daarin een burger zou rijden. Maar bekeek je dat voorval vanuit een andere hoek, dan was een andere toedracht, zoals een uitwijkmanoeuvre van de tank, waarschijnlijker.”
De techjournalist leerde achter zijn computer sommige plekken in Oekraïne haast tot op straatniveau kennen. „Ik ben via Google Streetview heel wat keren door sommige stadjes gelopen. Inmiddels weet ik dat stedelijk gebied rond Kiev veel beter in kaart is gebracht door Google Street View dan andere delen van Oekraïne.”
Soms is het speurwerk confronterend. „Je ziet op internet dat een wijk voorheen vol woonflats stond en nu aan gort is gebombardeerd. Ik heb digitaal veel rondgelopen in Boetsja, waar honderden burgers zijn vermoord en veel is verwoest. Op nieuwsfoto’s zie ik tussen het puin een glijbaantje of kinderfietsje liggen. Ik ben vader van een peuter. Dan hakt zo’n beeld er extra hard in.”