Directeur Brancheorganisatie Kinderopvang: Peuter moet zelf spelend leren
Leg kinderen tot hun zesde jaar geen leerdoelen op. Daarop hamert de Brancheorganisatie Kinderopvang.
Peuters die een toets moeten afleggen. Voor Emmeline Bijlsma, voorzitter van de Brancheorganisatie Kinderopvang, is het een schrikbeeld. Ze is er, in aanloop naar een Kamerdebat donderdag, niet gerust op dat kinderen tot hun zesde gevrijwaard blijven van leerdoelen.
Bijlsma is er vast van overtuigd dat je kinderen in de opvang niet moet belasten met leerdoelen. De kleintjes ontdekken zelf spelenderwijs de wereld. Dat is het best voor hun brein, betoogt Bijlsma woensdag. „Het is van groot belang dat een kind door te spelen op eigen initiatief allerlei zaken leert. Dat proces moet gepaard gaan met plezier. Volwassenen vinden zoiets misschien doelloos, maar dat is het niet.”
Tijdens het spelen gebeurt er „erg veel” in het peuterbrein, weet Bijlsma. „Tussen cellen vormen zich allerlei zogeheten neurale netwerken. De netwerken die het kind veel gebruikt, worden steeds sterker. Vergelijk het met dat veelgebruikte paadje tussen de bomen. Die route raakt steeds meer ingesleten en al meer mensen vinden via dat pad hun weg door het bos.”
Hoe leert een kind spelenderwijs? Kunt u voorbeelden noemen?
„Als een kind over een kuil springt, voltrekken zich complexe processen in het brein. Spelenderwijs doet het kind vaardigheden op. Waar moet ik me afzetten? Hoe blijf ik na de sprong in evenwicht? Bij spelen in het zand leert een kind dat je met zand van alles kan doen, zoals een berg, kasteel of taart maken. Ook leert de peuter met tegenslagen omgaan. Als het kasteel in elkaar zakt, doet het kind wat meer water bij het zand, zodat zijn bouwwerk blijft staan.”
Als kinderen voor hun zesde te maken krijgen met leerdoelen, loopt het proces van zelf spelenderwijs de wereld ontdekken averij op, waarschuwt Bijlsma. Die schade ontstaat volgens haar onder meer als de peuters toetsen moeten ondergaan. „Een toets is slecht voor het zelfvertrouwen van een kind. De stress van een test is beschadigend.”
Kleuters van een jaar of vier moet je niet verplicht letters en woorden leren, vindt Bijlsma. „Uit onderzoek blijkt dat een kind van een jaar of vier er zo’n 500 uur over doet om alle letters te leren, op zijn zesde lukt dat het kind in 50 uur.”
Bijlsma is sceptisch over de redenering dat volwassenen peuters „spelenderwijs” zaken zouden moeten leren. „Zo’n aanpak mondt snel uit in druk van bovenaf. Zo van: „Leg vijf knikkers op een rij.” Die methoden wil ik op de kinderopvang niet. Een kind moet zélf spelend zaken oppikken.”
Wel is het prima dat begeleiders peuters „bijsturen” en een „uitdagende speelruimte” creëren. „Als een peuter in een keukentje speelt, kan een volwassene een extra pannetje neerzetten en vragen stellen. Zodat het kind meerdere voorwerpen en woorden leert gebruiken.”