„Zweeds model geen oplossing voor personeelstekort defensie”
Is het invoeren van dienstplicht naar Zweeds model de oplossing voor de personeelstekorten bij het Nederlandse leger? Het ministerie van Defensie kijkt nadrukkelijk naar het Scandinavische voorbeeld. Arjen Rozendal van AFMP, een vakbond voor militairen, stelt dat eerst de opleidingscapaciteit bij defensie vergroot moet worden.
De oorlog in Oekraïne laat zien dat een sterke defensie geen overbodige luxe is. Het Nederlandse leger kampt echter al jaren met grote personeelstekorten. Bijna 9000 functies zijn niet ingevuld. Dat is een kwart van het totaal. Nieuwsprogramma EenVandaag meldde vrijdag dat het ministerie van Defensie in de zoektocht naar oplossingen is uitgekomen bij de invoering van een dienstplicht naar Zweeds model. Een Kamermeerderheid voelt nu voor deze dienstplicht, aldus EenVandaag.
Zweden voerde in 2018 de dienstplicht in vanwege de toenemende dreiging van Rusland in de Baltische staten. Arjen Rozendal, sectorhoofd marine en burgerpersoneel bij AFMP, licht toe dat alle achttienjarigen in Zweden een oproep krijgen voor het leger. Daarna volgt een selectie en blijven alleen de gemotiveerde jongeren over. Per jaar is er ruimte voor 4000 vrijwilligers. Als de selectie achter de rug is, krijgen ze een basisopleiding van een jaar. Rozendal: „Na de opleiding vormen deze jongeren een soort mobilisatiemacht die opgeroepen kan worden. Dat is vergelijkbaar met ons Korps Nationale Reserve.” Dat korps bestaat uit ongeveer 3000 vrijwillige militairen. Zij vervullen hun militaire functie naast een burgerbaan of studie. Zweden heeft veel energie gestoken in de nieuwe vorm van dienstplicht. Bijna de helft van de opgeleide jongeren blijft na de dienstplicht werkzaam bij defensie, gaf EenVandaag aan. In Zweden is het best succesvol, beaamt het sectorhoofd.
Schoolbanken
Rozendal ziet de jarenlange bezuinigingen als oorzaak van het personeelstekort bij het Nederlandse leger. „Vooral veel specialisten kunnen makkelijk een baan vinden buiten defensie, waarbij ze een hoger inkomen hebben.” De gevolgen van het tekort aan manschappen zijn groot. Bij de marine liggen schepen aan de kant; bij de luchtmacht blijven vliegtuigen aan de grond en onderhoud wordt vaak niet uitgevoerd om geld te besparen, legt Rozendal uit.
Hij ziet niet in hoe het huidige Nederlandse leger het Zweedse model zou kunnen toepassen. „Door een gebrek aan instructeurs en onderwijsontwikkelaars lukt het nu al niet om nieuwe mensen bij defensie binnen de gangbare termijn in de schoolbanken te krijgen.” Bovendien is het binnenhalen van nieuwe mensen niet direct de oplossing, stelt het sectorhoofd. „Het leger wint het gevecht niet met massa, maar met intelligentie. We hebben een defensieorganisatie nodig met kennis en modern materieel. Dat maakt het verschil”, aldus Rozendal.
Ondergewaardeerd
Wat het Nederlandse leger ook nodig heeft, zijn betere arbeidsvoorwaarden om te kunnen concurreren op de arbeidsmarkt, volgens het sectorhoofd. „Defensie bungelt al twee decennia onderaan de lijst van de overheid. Zowel politiek als financieel zijn we ondergewaardeerd”, stelt Rozendal. Behalve arbeidsvoorwaarden is het materiaal waarmee gewerkt moet worden van groot belang. Rozendal: „We moeten eerst ons huis op orde hebben, voordat we al die mensen kunnen ontvangen. Dus eerst zorgen voor voldoende opleidingscapaciteit en kwalitatief materieel. Apparatuur en materialen waarvan mensen kunnen zeggen: Wauw, dit is gaaf spul om mee te werken. We hebben als defensie de oplossing gevonden als we laten zien dat we internationaal mee kunnen doen en een partner zijn op wie gebouwd kan worden.”