Koning viert Goudse verdraagzaamheid en veelkleurigheid
Vrijheid, verdraagzaamheid en veelkleurigheid. Die woorden vallen dinsdagmiddag veelvuldig in de Goudse Sint-Jan, waar koning Willem-Alexander de expositie ”Beleef het Wonder van Gouda” opent.
De opening van de tentoonstelling is tevens het startsein van de viering van 750 jaar Gouda. De stad, volgens burgemeester Pieter Verhoeve het „centrum van de dynamische regio Midden-Holland” en „draaischijf van het Groene Hart”, kreeg in 1272 stadsrechten. Vanwege de 750e verjaardag, die de komende zes maanden wordt gevierd, is de Sint-Jan deze middag rijk versierd. Zo’n duizend mensen maken het feestprogramma mee, waarin naast toespraken veel ruimte is voor muziek door onder anderen stadsorganist Gerben Budding.
Ook buiten verzamelen zich honderden mensen om een glimp van de koning op te vangen. De vorst gaat op de Markt langs de vijftig Goudse Iconen die voor gelegenheid zijn gemaakt. Het gaat om vijftig beelden die naar analogie van het betonnen kunstwerk de Kaasboerin van Ineke van Dijk zijn vervaardigd. De kunstwerken staan drie dagen gezamenlijk op de Markt, en worden vervolgens door de stad verspreid.
In de Sint-Jan verricht de koning de openingshandeling waarmee de expositie ”Beleef het Wonder van Gouda” van start gaat. Kern van de tentoonstelling zijn de eeuwenoude altaarstukken die in de zuiderbeuk zijn opgesteld. Het gaat om schilderstukken die ten tijde van de Reformatie in 1572 op last van het stadsbestuur uit de kerk moesten worden verwijderd. Ze werden echter niet vernield, maar ondergebracht in onder andere het stadhuis en het weeshuis. Een aantal is voor het eerst weer terug in de kerk.
Rond 1570 had ieder gilde in Gouda in de Sint-Jan zijn eigen altaar, legt directeur van Museum Gouda Femke Haijtema uit. In totaal wel vijftig. Als de kerk na de grote brand van 1552 weer helemaal is gerestaureerd, nodigen de gilden beroemde kunstenaars uit om nieuwe altaarstukken te maken. Het gilde van de timmerlieden vraagt bijvoorbeeld Gouwenaar Michiel Claesz. een schildering te maken van de vlucht van Jezus naar Egypte. Met daarop vakgenoot Jozef centraal, een zaag over zijn schouder. Het enorme stuk is nu blikvanger van de expositie. De koning loopt erlangs en krijgt uitleg.
Ongemak
Burgemeester Verhoeve roemt in zijn openingstoespraak de veelkleurigheid en gastvrijheid van Gouda. De stad is wereldberoemd vanwege onder andere de kaas en de stroopwafels. Maar het allermooiste aan Gouda noemt hij de Gouwenaars zelf: zo’n 74.000 mensen van 120 nationaliteiten.
Hoe houd je het dan leefbaar een gezellig? zo vroeg Verhoeve zich af. „In ieder geval door ons elke dag te trainen in verdraagzaamheid. Voorbij je dikke ik bij te dragen aan wat goed is voor iedereen.” Hij refereert daarbij aan de beroemdste Gouwenaar, humanist Erasmus. Die verlangde ook naar vrede in een onrustige tijd. „Wat is daarvoor nodig? Dat we zo weinig mogelijk zaken vastleggen en bij veel kwesties iedereen in zijn oordeel vrijlaten.”
De burgemeester noemt het een wonder dat de altaarstukken van vóór de Reformatie bewaard bleven en nu weer terug zijn in de kerk. „Eindelijk thuis”, citeert hij de museumdirecteur. Verhoeve: „Zelf ben ik protestant. En ik besef steeds meer dat de Reformatie ons veel heeft gebracht. Denk aan democratisering, het vrije woord, vrije handel, de opkomst van de waarde van het individu. Maar diezelfde Reformatie maakte ook zaken stuk, mooie zaken stuk. Ik voel ongemak bij godsdienstoorlogen, bij beeldenstormen, het wegsijpelen van gemeenschapszin en katholiciteit. En bij het verwerken van je verleden hoort het erkennen van de lelijke achterkant ervan.”
En toch, stelt de burgemeester, „hoe donker het ook lijkt, er is altijd een kier, waar het licht binnendringt. In iedere samenleving is er ruimte voor geloof, voor hoop, voor liefde, voor verwondering en voor herstel. En is dat geen feest?”