Binnenland

„Ik heb een behoorlijke dosis zelfoverschatting gekend”

Onderstaand een reeks citaten uit de geautoriseerde gesprekken van prins Bernhard met de Volkskrant.

Binnenlandredactie
14 December 2004 11:32Gewijzigd op 14 November 2020 02:00Leestijd 6 minuten
<center> Prins Bernhard </center>
<center> Prins Bernhard </center>

Over de Hofmans-affaire. „Het is niet mogelijk de koningin te laten opsluiten zonder instemming van de regering en een top-medisch attest van ten minste drie vakmensen. Vader Drees zou dat nooit hebben laten gebeuren.”

Over de Rijksvoorlichtingsdienst: „De RVD en de verschillende premiers hebben steeds tegen me gezegd: hoge bomen vangen veel wind. Ze vinden, geloof ik, dat ik een groter incasseringsvermogen moet hebben dan een gewone burger. Iedere keer dat ik vroeg: mag ik nu zelf eens reageren op die praatjes, zeiden jullie: nee, dat mag niet.”

Over zijn buitenechtelijke dochters: „De moeder van mijn tweede buitenechtelijke dochter is de enige vrouw met wie ik niet meer bevriend ben. Ook die dochter is ongewild geboren, bij toeval. Het is gebeurd net na de Hofmans-zaak. Die dochter is al bijna vijftig. Ze is tuinarchitect.” „De een heet Alexia, zij is de jongste, de ander is Alicia. Dat brengt het personeel hier in de war, cadeaus komen verkeerd aan. Cadeaus voor Alicia zijn naar Alexia gegaan en omgekeerd. Als ik de een wil bellen krijg ik soms de ander. Dan zegt de telefoniste: dan moet u ook maar duidelijker zeggen wie u bedoelt.”

Over een vrouw die hij in de Tweede Wereldoorlog in Engeland leerde kennen -waarschijnlijk gaat het hier om de in 1996 overleden Lady Ann Orr Lewis, bij wie de prins twee zonen zou hebben verwekt- zegt de prins dat koningin Juliana wist van haar bestaan.

„Het eerste jaar, ze vroeg: heb je een vriendin? Ik zei ja. Tweede jaar. Heb je nog dezelfde? Ik zei ja. Derde jaar. Nog steeds? Ja, zei ik. Is ze echt zo aardig dat je haar na drie jaar nog steeds hebt? Ik zei ja. Ze zei: dan wil haar graag ontmoeten. Uit die ontmoeting is voortgekomen dat mijn vriendin elk jaar met ons is gaan skiën, tot ’52, toen ze vertrok naar de Bahama’s.” Van de wintersportvakanties van het paar en Lady Ann Orr Lewis bestaan diverse foto’s.

Over zijn eigen dochters: „Waarom zou ik voor mijn eigen familie een geheim hebben? Dat zou toch flauwekul zijn?” Of ze het hem kwalijk hebben genomen? „Daarvan heb ik geen flauw idee. Ik geloof het niet. Van de andere kant: ik geloof ook niet dat ze er hoera over roepen.”

Over zijn vrouw: „O, die heeft het helemaal aanvaard. En mijn vrouw zei op haar beurt dat het verschrikkelijk lieve kinderen waren. Wij, mijn vrouw en ik, hebben er nooit enige moeilijkheid over gehad.”

Over het geloof: „Ik sta volkomen onverschillig tegenover de dood. Ik zou niet graag levend verbranden, maar voor de rest kan het mij geen bal schelen. Ik geloof dat ik het volledig aan onze lieve heer kan overlaten. Ik merk het wel.”

Over Lockheed: „Voor mijzelf ben ik nooit uit geweest op geld. Ik had genoeg. Ik moet aan dominee Carel ter Linden denken. Die is hier geweest om over mijn begrafenis te spreken, vreselijk aardige man. Hij vroeg me: is het eigenlijk waar dat u van verarmde adel bent en om die reden met iemand van een rijke familie wilde trouwen? Daar kreeg ik een beetje de slappe lach van. Ik zei: dominee, ik was de enige student in Berlijn met een eigen auto. En het enige automerk dat mijn familie kende was Maybachs, het beste en duurste merk van voor de oorlog.”

„Ik kan niet zeggen dat ik geleden heb onder de onthullingen in de Lockheed-zaak. Ik was vooral kwaad, kwaad op mezelf: Hoe kon je zo stom zijn geweest. Ik heb een behoorlijke dosis zelfoverschatting gekend. Daar kwam ik toen achter. Ik heb geleerd hoe dom zelfoverschatting is. Ik zag toen niet in, dat het voor iemand in mijn positie een foute manier is om aan geld te komen, ook al is dat voor een goed doel. Achteraf heb ik dat moeten constateren. De Prins der Nederlanden vraagt niet om commissie. Ik ben er voor honderd procent in gelopen, in die Lockheed-zaak, door toedoen van mijn vriend Meuser.”

Over minister van Buitenlandse Zaken Luns: „Luns was een rotzak en een gemene leugenaar. Hij was oneerlijk.”

Volgens prins Bernhard heeft Luns hem voor de eerste keer ronduit bedrogen in de tijd van de crisis in Nieuw-Guinea begin jaren zestig. Luns zou prins Bernhard toen opzettelijk, maar achter zijn rug om, in de Nederlandse pers als verrader hebben afgeschilderd. Een brief over die kwestie, die Bernhard aan de Raad van State schreef, is spoorloos verdwenen.

Over zijn dochter, de Koningin: „Trix heeft echt pijn van onrechtvaardige kritiek. Ze is wel wat harder geworden, sinds ze op de troon zit, maar nog niet voor vijf procent zo hard als haar grootmoeder. De kritiek doet mij soms pijn. Ze verdient het niet.”

Prins Bernhard denkt dat de monarchie in Nederland tot nu toe bij de Oranjes in goede handen is. „Ik had zorgen over mijn vrouw, over sommige ideeën van haar. Beatrix staat met beide benen op de grond.”

Over zijn erfenis en vermogen van 150 tot 200 miljoen euro: „Ja, ze delen allemaal in gelijke mate, ook Alicia en Alexia. Alle zes krijgen hetzelfde bedrag. Het vermogen van mijn vrouw wordt natuurlijk door vier dochters gedeeld. Maar mijn nalatenschap moet door zes worden gedeeld. Zo heb ik dat vastgelegd in mijn testament.”

„Vanaf de dag dat Trix koningin is geworden, heb ik het voer voor de varkens op het Loo betaald. Claus en Trix kunnen de jacht niet eens betalen. Claus heeft gezegd: we moeten de varkens op het Loo afschaffen. Dan krijg je geen gasten meer, heb ik hem gezegd, want die komen niet voor een hert, die willen alleen maar varkens schieten. Ja maar, dat kunnen we niet betalen, zei Claus. Oké, dan betaal ik, heb ik gezegd.”

Om te benadrukken dat de Koningin volgens haar vader uitsluitend van haar rijkstoelage moet leven, geeft prins Bernhard een tweede voorbeeld: „Het cadeau voor het jonge paar Alexander en Máxima, het huwelijkscadeau, werd zilveren tafelgoed, vorken en messen tot en met de zoutpotjes, voor 24 mensen. Dat is goed, heb ik gezegd, lijkt me leuk.”

Maar de koningin vond minstens 50.000 gulden voor het cadeau wel een bezwaar. Daarop heeft prins Bernhard volgens zijn verhaal alle kosten voor zijn rekening genomen.

De koninklijke familie bezit nauwelijks aandelen Koninklijke Olie, volgens Bernhard. Het vermogen van koningin Beatrix schat hij op nog geen 50 miljoen.

In de serie gesprekken ontkent de prins lid te zijn geweest van de NSDAP. „Ik kan met de hand op de bijbel verklaren: Ik was nooit een nazi.”

Meer over
Bernhard

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer