Mens & samenlevingHet Gesprek

Pim Visser: dienstbaar aan de visserman

Het leven van Pim Visser (65) is verweven met de zeevisserij. Jarenlang was hij in Brussel en Den Haag hét gezicht van een branche die steeds verder in het nauw zit. Totdat die hem aan de dijk zette. Gereformeerd gevormd als hij is, kan hij niet stilzitten. „Ik hoop nog een tijdje dienstbaar te zijn aan de samenleving.”

26 March 2022 08:16
Pim Visser. beeld Sjaak Verboom
Pim Visser. beeld Sjaak Verboom

Vanuit zijn kantoor op de bovenverdieping van de visafslag heeft Pim Visser een prachtig uitzicht over het zeefront van Den Helder: de Nieuwe Haven met het marinecomplex en het Nieuwe Diep, de voormalige vissershaven die nu vooral door de offshore-industrie wordt gebruikt.

Aan de wand hangt een foto van zo’n dertig jaar geleden. Rijendik liggen tientallen Noordzeekotters aan de kade bij de visafslag. Helderse en Texelse kotters aan de ene kant, Urkers aan de andere. Visser wijst ernaar. „Je schrikt je wezenloos als je bedenkt wat daar na twee forse saneringen nog van over is. Toen ik hier 19 jaar geleden als directeur begon, had de afslag een omzet van 40 miljoen euro. Nu nog 15 miljoen. Destijds hadden we twintig aanvoerders uit Den Helder en zeven van Texel, nu nog vijf en twee.”

18096968.JPG
Pim Visser. beeld Sjaak Verboom

Tot 1 januari was Visser tevens directeur van VisNed, een koepel van regionale organisaties van kottervissers. In die hoedanigheid overlegde hij maandelijks met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in Den Haag, lobbyde hij bij de Europese Unie en was hij betrokken bij onderhandelingen over vangstrechten op de Noordzee. Bij ingewikkelde kwesties als pulsvisserij en brexit stond hij pal voor de belangen van zijn achterban. Maar VisNed viel vorig jaar uit elkaar vanwege onenigheid over het Noordzeeakkoord – een pakket afspraken over de toekomst van de Noordzee tussen overheid, zeehavens, offshore, natuurorganisaties en windparkexploitanten. De visserij zette uiteindelijk geen handtekening. Reden: het akkoord voorziet in een drastische inkrimping van visgebieden en van de kottervloot.

Visser vond en vindt dat het beter is om mee te blijven praten dan vanaf de zijlijn toe te kijken hoe er óver je beslist wordt. Het werd hem door een deel van de vissers niet in dank afgenomen. Met name Urk vindt dat het Noordzeeakkoord te weinig toekomstperspectief biedt. Andere regio’s trokken zich terug uit VisNed, personeel kreeg ontslag, Visser moest opstappen. De affaire leidde tot verwijdering tussen mensen die jarenlang nauw met elkaar hadden samengewerkt. Praten over de breuk doet Visser liever niet meer. Eén ding wil hij wel kwijt: „Het heeft me pijn gedaan dat ik in dat proces niets herkend heb van het ”Gij geheel anders” en dat er zelfs aan mijn loyaliteit aan de sector werd getwijfeld.”

Juist door Urk, terwijl u toch oude banden hebt met dat dorp?

„Ik heb nog altijd een zwak voor Urk. Mijn grootouders van vaders kant zijn tijdens de crisis van de jaren 20 van Urk naar Den Helder verhuisd. Grootvader Willem was scheepstimmerman op een Urker werf. Met zijn broer is hij hier een eigen werf begonnen. Ze waren getrouwd met twee zussen De Boer uit Urk. Grootmoeder Aaltje liep nog lange tijd in Urker dracht. Met de drie oudste kinderen, onder wie mijn vader Okke, sprak ze het Urker dialect. Ik kom vaak op Urk en ken er veel mensen. Maar Urk is wel veranderd.”

Hoe bedoelt u?

„Ik heb lang het Urk van de jaren 70 en 80 op mijn netvlies gehad, het Urk waar ik in mijn jeugd kwam en waar een grote saamhorigheid heerste. Maar Urk is enorm gegroeid en veranderd. Kijk maar naar het boek ”De ontdekking van Urk”, van de Vlaamse journalist Matthias Declercq. Dat heb ik meteen gelezen.”

18096970.JPG
Pim Visser. beeld Sjaak Verboom

Declercq schetst een ontluisterend beeld van Urk: aan de ene kant een vasthouden aan gemeenschapszin en religieuze tradities en aan de andere kant visfraude, ontspoorde jeugd en drugssmokkel. Wat vindt u daarvan?

„Een Urker visser zei tegen me: Gooi dat boek in de kachel. Een Urker journalist zei: Er gebeuren hier dingen die ik niet zie en die wel in dat boek staan, maar of het allemaal klopt weet ik niet. Een oud-collega van VisNed, zelf geen Urker van geboorte, zei: Het klopt. En dat denk ik ook.”

U hebt een universitaire opleiding bedrijfskunde. Waarom bent u, nadat u uit de werf stapte, in de visserijsector actief gebleven?

„Dat is voor een buitenstaander lastig uit te leggen. Als je in de visserij zit, zijn er maar twee smaken: óf je gaat er volledig in op, óf je vindt het niks. Het heeft ook te maken met hoe je zelf in elkaar zit. Door mijn opleiding kon ik wat ik in huis heb, noem het mijn talenten, ten dienste stellen van de vissers. Ik heb altijd dienstbaar leiderschap nagestreefd in een situatie die al complex was toen ik op de afslag kwam. Achteraf was die tijd een kantelpunt. Na de grote saneringsgolf van 2004/2005 speelde de opvolgingsproblematiek. Jongeren wilden niet meer naar zee. Het heeft de Nederlandse vloot enorm getroffen.”

Waarom bent u zelf geen visser geworden?

„Oh nee! Ik vind de zee leuk, varen ook –ik mag graag zeilen– maar vissen is niets voor mij. Als visser moet je een bepaalde instelling hebben, die ik niet heb. Mijn talenten liggen elders. Een visser moet altijd gaan en zich door niets en niemand laten weerhouden – in de goede zin van het woord. Als ik bij stormachtig weer naar buiten kijk, dan denk ik: het waait nogal hard! Maar een visserman zegt: Het neemt al af, ik ga. Als je vaart op het weerbericht, kom je nooit op zee.”

18096975.JPG
Pim Visser. beeld Sjaak Verboom

Vissers staan niet bekend als makkelijk volk. Hoe hebt u zich kunnen handhaven?

„Door begrip voor ze te tonen en tegelijk wél mijn mening en advies te geven, met redenen omkleed. Het is een wisselwerking. Met sommigen gaan die gesprekken heel goed, anderen zijn meer overtuigd van hun eigen mening. Dat mag, we leven in een vrij land, zeg ik altijd.

Een van mijn makkes (gebreken, TR) is dat ik mijn mening nooit onder stoelen of banken steek. Je kunt mij wel als meegaand omschrijven, maar niet als een meeloper.”

Wat betekent uw vertrek bij VisNed voor de belangenbehartiging in Brussel, waar tenslotte het visserijbeleid wordt bepaald?

„VisNed bestaat nu alleen nog uit de producentenorganisatie Urk. Die zal samen met de Nederlandse Vissersbond (een andere landelijke belangenorganisatie van vissers, TR) dat werk moeten voortzetten. Vooral voor de Vissersbond is dat een verandering, want die heeft de laatste tien, vijftien jaar geen enkele focus gehad op internationale belangenbehartiging.

Hoe je er ook over denkt, met het uiteenvallen van VisNed is de Nederlandse visserij op geen enkele manier gediend. De brexit heeft duidelijk gemaakt dat als puntje bij paaltje komt, de visserij economisch zó van ondergeschikt belang is dat ze gemakkelijk als wisselgeld in onderhandelingsprocessen wordt gebruikt. Je hoeft jezelf niet kleiner te maken dan je bent, maar je moet je wel realiseren wie je bent en wat je macht is. En dan moet je kiezen: ga je door coalities te sluiten eruit halen wat eruit te halen is, of sla je met de vuist op tafel en zegt: Tot hier en niet verder. Weet wel dat als je voor een trein gaat zitten, je zeker moet weten dat hij voor je stopt, want anders rijdt die trein gewoon over je heen. Dat was en is een fundamenteel verschil van inzicht.

Men heeft het geframed alsof instemmen met het Noordzeeakkoord gelijk staat aan voorstander zijn van meer windmolens en meer natuurbescherming, met de bedreiging die dat voor de visserij betekent. Maar de bedreiging komt van buitenaf. In het Noordzeeoverleg kan de visserij coalities smeden met windindustrie, natuurbeschermingsorganisaties, havens en scheepvaart. Het is een overlegtafel om voor iedereen een zo optimaal mogelijke oplossing te vinden.”

18096971.JPG
Sjaak Verboom

Hoe ziet u de toekomst van de visserij?

„Ik denk dat er voor de pelagische visserij (visserij met vriestrawlers op onder meer haring en makreel, TR) een prima toekomst is, omdat die op belangrijke kritiekpunten positief scoort. Het brandstofverbruik per kilogram vis is heel laag en er is geen sprake van bodemberoering.

Voor de kottervisserij is dat heel anders. Ik heb steeds gezegd dat het verdienmodel van de traditionele boomkorvisserij met wekkerkettingen niet meer klopt. De Franse milieuactivisten die de pulsvisserij om zeep hebben geholpen, hoeven de traditionele boomkor niet te lijf te gaan. Ze weten dat de economie dat al doet. Deze boomkorvisserij vergt zo veel brandstof, waarvan de kosten naar alle verwachtingen alleen maar hoger zullen worden, dat de situatie daardoor economisch onhoudbaar wordt. Als ik dat zo zeg, houd ik vissers een spiegel voor. Helaas wordt dat vaak vertaald als het eigen nest bevuilen.”

Zijn er naast de visserij nog andere dingen belangrijk in uw leven?

„Mijn vrouw, onze kinderen, mijn moeder, mijn familie, die zijn heel belangrijk. Hobby’s? Die heb ik niet. Tot voor kort waren werkweken van zestig uur voor mij heel gewoon. Ik sliep gemiddeld drie nachten in de week niet in mijn eigen bed. Als ik in het weekend thuis was, deed ik een paar dingen met het gezin. Op zondagavond ging ik vaak alweer op pad. Dat heeft ook wel meegespeeld bij het loslaten van de kerkgang. Ik noem mezelf randkerkelijk.”

Dat was vroeger anders?

„Ik heb gereformeerde wortels, net als iedereen in Den Helder die van Urker afkomst is. Tijdens mijn studie in Delft was ik kerkenraadslid namens het studentenpastoraat. Toen ik 31 was, werd ik in Den Helder voorzitter van de wijkkerkenraad en later voorzitter van de kerkenraad algemene zaken. Ik heb het fusieproces met de hervormde gemeente mee vormgegeven en ben nog voorzitter geweest van de algemene kerkenraad van de protestantse gemeente. Wekelijks knipten en plakten mijn vrouw en ik de nieuwsbrief voor de gemeente in elkaar. Met een groep organiseerden we jeugdkerk.”

Hoe bent u dan randkerkelijk geworden?

„Dat gaat heel geleidelijk. Het heeft te maken met je omgeving, met kinderen, met de wereld en ook met de kerkelijke gemeenschap. Gereformeerden en hervormden hebben heel verschillende achtergronden en benaderingen, het is lastig als je die in één hok stopt. Met sommigen heb je anklang (verbinding, TR), met anderen niet. We zijn in een andere wijk komen wonen en toen is de kerkgang minder geworden.

Dat betekent niet dat ik niet meer gelovig ben. Die gereformeerde opvoeding en het studentenpastoraat in Delft hebben me ongelofelijk gevormd. Toen ik van de zondagsschool of de lagere school ging –precies weet ik het niet meer– kreeg ik een boekje met een tekst uit Filippenzen over het aannemen van de gestalte van een dienstknecht. Die woorden blijven hangen.”

Maar dat gaat over Christus.

„Maar ook over de navolging van Hem. Hij wordt tot voorbeeld gesteld. In Delft heb ik leerhuissessies gevolgd met een predikant. Kernwoorden die we bespraken waren recht, gerechtigheid, goedertierenheid en trouw. Dat zijn grondwoorden die voor mijn dagelijks leven heel belangrijk zijn. Voor mij is het altijd belangrijker geweest wat het geloof van maandag tot zaterdag betekent, dan wat het op zondag betekent. Het is richtinggevend in mijn leven, in mijn handelen en in de keuzes die ik maak. Het is een vaste waarde op de achtergrond die er altijd toe doet.”

Dat is in het horizontale vlak. Hoe zit het met het verticale? Wie is Jezus Christus voor u?

„Dat vind ik echt lastig. Jezus is de Richtinggever voor mijn leven. Maar bij begrippen als verlossing, boete en straf, verzoening, hiernamaals, heb ik grote vragen. Ik vind het naarmate ik ouder word een steeds groter mysterie. In de gereformeerde kerk in Den Helder is het nooit zo over theologische kwesties gegaan. Het voorzitterschap van de kerkenraad was voor mij vooral een organisatorische functie. Op de rouwkaart van mijn vader stond een mooie tekst. Die had hij zelf gekozen: Micha 6:8. Dat spreekt me aan.”

18096966.JPG
Pim Visser. beeld Sjaak Verboom

Kunt u dat vers citeren?

„Wat is het wat God van u vraagt? Recht te doen en ootmoediglijk te wandelen met uw God. Dat is het, daar voel ik mij bij thuis: gerechtigheid doen en ootmoedig zijn.”

Daarachter staat: wandelen met uw God.

„Die persoonlijke relatie is er, maar die vind ik complex. Ik denk bij dat wandelen aan mijn gang door het leven. Met gerechtigheid en nederigheid als sturende woorden. De minste willen zijn, ook al vinden mensen mij wel eens ijdel omdat ik vanwege mijn werk vaak in de media ben.”

U bent onlangs 65 geworden. Vroeger ging je dan met pensioen. Waar bent u nog druk mee?

„Ik heb enorm tegen die 65 aangehikt. Dan gingen mensen in het rusthuis, zoiets, hoewel dat natuurlijk niet waar is. Naast de afslag houd ik me bezig met de promotie van de regio Den Helder als offshoreknooppunt. Zo kan ik mijn ervaring van de afgelopen veertig jaar nog ten dienste stellen van de maatschappij.

Verder wil ik me inzetten voor de lokale gemeenschap. De plaatselijke afdeling van het CDA heeft gevraagd of ik bestuurlijk wat voor ze wil betekenen. Dat ga ik waarschijnlijk wel doen.”

En de visserij?

„Ik was gepolst om nog iets in Brussel te doen, maar dat is er niet van gekomen. Eigenlijk wilde ik ook niet meer. Weg is weg. Landelijk en internationaal ben ik uit de visserij. Ik heb nog een verantwoordelijkheid voor de afslag, voor de mensen hier in de regio, en that’s it.”

Meer over
Het Gesprek

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer