Prins Bernhard (93) bijgezet in Delft
In de Nieuwe Kerk in Delft is zaterdagmiddag het lichaam van prins Bernhard bijgezet in de koninklijke grafkelder. De plechtigheid werd geleid door ds. C. A. ter Linden. De prins overleed vorige week woensdagavond op 93-jarige leeftijd.
Terwijl het Wilhelmus werd gespeeld, droegen acht leden van de Koninklijke Luchtmacht om 9.40 uur in Paleis Noordeinde in Den Haag de kist met het lichaam van de overleden prins naar buiten. Naar de wens van de prins, die veel aspecten van zijn uitvaart zelf regelde, werd zijn lichaam vervoerd op het onderstel van een kanon (affuit). De affuit -die in mei 1940 dienstdeed tijdens de verdediging tegen de Duitse aanval- werd getrokken door zes paarden van de Gele Rijders.
Achter de affuit volgde een koets met de vier kleinzoons die zijn naam dragen: Friso, Jaime, Bernhard en Bernardo. Ze droegen een witte anjer, net zoals hun grootvader dat altijd deed. Op de bloemenbrik in de stoet prijkte een pandabeertje in het witte bloemstuk van WWF International, waarvan de prins jarenlang voorzitter was.
De tocht, met een lengte van 13,2 kilometer, werd door de rouwstoet in tweeënhalf uur afgelegd. De erewacht langs de route werd gevormd door 6000 militairen. Onder hen bevonden zich 400 veteranen; er hadden zich 3000 oudgedienden aangemeld om mee te doen.
De stoet verliet Den Haag via de nieuwe woonwijk Ypenburg. In Delft waren duizenden mensen op de been, van wie velen op en rond de Markt voor de Nieuwe Kerk. De stoet arriveerde met een kleine vertraging bij het Instituut Defensie Leergangen buiten Delft, maar vertrok daar op de geplande tijd, 11.35 uur. Hier voegden de vier dochters van de overleden prins zich in een met kruiken verwarmde galaglasberline, getrokken door vier Friese paarden, bij de stoet. Zij waren bij de stafschool gearriveerd in een auto met het nummerbord AA-93; de leeftijd van de prins.
Tijdens het laatste gedeelte van de tocht werd veel marsmuziek ten gehore gebracht. Toen de stoet de grens van Delft passeerde, begon de Bourdon van de Oude Kerk in de prinsenstad te luiden. Deze zwaarste klok van Nederland luidt alleen tijdens de uitvaart van leden van het Koninklijk Huis.
Net als bij de bijzetting van prinses Juliana op 30 maart dit jaar was de kleding van de vier dochters overwegend wit. Koningin Beatrix en haar zussen droegen een witte mantel. Alle kleinzonen van de overleden prins droegen een witte anjer op hun revers. Koningin Wilhelmina en haar man, prins Hendrik, waren de eerste Oranjes die kozen voor wit als rouwkleur. Wilhelmina beschouwde wit als teken van reinheid en zuiverheid.
Koningin Beatrix droeg onder haar mantel een vrij lange japon in de kleur royal blue. Prinses Christina droeg een hoed en een stola in oudroze. Prinses Margriet had een grote, lichtgrijze bontkraag op haar mantel. De prinsessen Máxima en Marilène, die met hun echtgenoten en Pieter van Vollenhoven de hooggeplaatste gasten ontvingen in het stadhuis, waren gekleed in witzwarte mantelpakjes.
De rouwstoet arriveerde om 12.20 uur op de Markt in Delft. De luchtmacht besliste op de valreep de fly past, het overvliegen van drie F-16’s en een Spitfire als eerbetoon toch te laten doorgaan. De vrees bestond dat het wolkendek te laag zou hangen. De hommage werd uitgevoerd kort voordat de kist de kerk werd binnengedragen. De toestellen vlogen in ”missing man-formatie”, waarbij de Spitfire recht omhoog uit de formatie vloog.
Tijdens het binnendragen van de kist zong het koor het ”Gloria” van Vivaldi. Voor de kist werd een bloemstuk geplaatst, met op de linten de namen van de dochters en de schoonzoon. Ds. Ter Linden en de kleinkinderen ontstaken kaarsen.
Tijdens de dienst zong prinses Christina een Mexicaans lied, het lied van de zwaluw.
Voordat de kist de grafkelder ingedragen werd door huzaren van het regiment Van Boreel, bliezen trompetten ”The last post” en zongen de ongeveer 1900 aanwezigen ”Abide with me.” De vier dochters en schoonzoon Van Vollenhoven begeleidden de kist tot in het voorportaal. De kist krijgt een plaats naast die van prinses Juliana.