Als ze boodschappen gaat doen, neemt Yanniek van der Schans uit Amsterdam altijd linnen tasjes en vershoudzakjes mee. „Ik wil minder en alleen duurzame boodschappen en kleding kopen.”
De 28-jarige theoloog, studentenpastor en docent levensbeschouwing probeert zo min mogelijk plastic afval te produceren. „Ik weet inmiddels in welke winkels bepaalde groenten niet verpakt zijn. Uit de diepvries haal ik doperwten en vegaburgers in karton en brood kun je in je eigen vershoudzakje meenemen”, legt Van der Schans uit. De Amsterdamse maakt bovendien haar eigen pizza’s, pasta’s en granola. Afgelopen januari deden ook twee huisgenoten mee aan een plasticvrije maand.
Van der Schans raakte ervan overtuigd dat bewust consumeren een vorm van naastenliefde is. Dat gebeurde een jaar of vijf geleden, onder meer door gesprekken met vrienden. „We leven in een maatschappij die gericht is op consumeren. Mijn kassabon is mijn stem in die maatschappij.” Rondkijkend door de kamer zegt ze: „Alles is hier tweedehands, ook koop ik bijna geen nieuwe kleding, of het moeten fairtradeproducten zijn.” Van der Schans legt uit dat ze de duurzame levensstijl in haar opvoeding heeft meegekregen. „Mijn ouders kochten altijd fairtradebananen. Als die dan op waren, hadden we gewoon geen bananen die week.”
De Amsterdamse wil anderen niet opzadelen met haar afval. „Dat is niet wat naastenliefde voor mij betekent. De natuur lijdt onder de plastic soep en zwerfafval. Rivieren, die mensen gebruiken voor drinkwater of voor bevloeiing van hun land, raken vervuild. Ik kan wel huilen als ik denk aan mensen in landen rondom de evenaar die op giftige afvalbergen moeten leven, met allerlei schadelijke gevolgen voor hun gezondheid.”
Bamboetandenborstel
Een duurzame leefstijl kost Van der Schans wel wat. Boodschappen doen is een tijdrovender bezigheid en de producten zijn vaak wat duurder. Bovendien kan ze veel dingen gewoon niet kopen. „Ik ben dol op nacho’s, maar geraspte kaas en chips zitten eigenlijk altijd in plastic. Daarom eet ik het zelden.” De Amsterdamse komt soms voor complexe afwegingen te staan: „Kies je voor komkommer in plastic die langer houdbaar is en bij transport minder vaak weggegooid moet worden; of toch voor de plasticvrije variant?”
Van der Schans vindt dat een meer duurzame leefstijl tot op zekere hoogte voor iedereen mogelijk is. „Het is makkelijker dan veel mensen denken. Het zit vooral in bewustzijn, nieuwe routines en kleine stapjes maken.” Toch is het niet voor iedereen haalbaar om met een bakje naar de kaasboer te gaan om kaas te kopen. „Dat is gewoon prijzig. Als je van een uitkering moet leven en je hebt maar een beperkt budget voor boodschappen, dan snap ik dat je geen ruimte hebt om je druk te maken over het milieu.”
De verantwoordelijkheid voor minder plastic afval ligt bij de overheid, het bedrijfsleven en de consument gezamenlijk, vindt Van der Schans. Dat de politiek een katalysator kan zijn, blijkt bijvoorbeeld uit het Europese verbod op wegwerpplastic. Het is belangrijk dat consumenten blijven vragen naar duurzame opties. „Eerst kon ik mijn bamboetandenborstel alleen via internet bestellen. Tegenwoordig hangt zo’n optie ook in meerdere winkels.”
„Ik vind mijn inspiratie bij mensen die bewust zeggen „nu is het genoeg”. Zij schaffen bijvoorbeeld alleen fairtradekleding aan; omarmen minimalise; of gaan zoveel mogelijk per trein op reis”, legt Van der Schans uit. Deze inspiratie doet ze vaker op bij niet-christenen dan bij christenen. „Dat is jammer. Juist een christen zou vanuit naastenliefde en rentmeesterschap een motivatie moeten hebben voor een schone leefomgeving. De christelijke wereld wordt langzaam wakker. Maar het is wel ietwat laat vind ik.”
Dit is het derde deel in een serie artikelen in de Week van de Schepping.