„Kom bie ons warken! 50 x per jaar een bedrijfsborrel”
De gemeente Barneveld mobiliseert ouders, scholen, kerken en ondernemers om overmatig gebruik van alcohol en drugs terug te dringen. Zo wordt werkgevers gevraagd om maat te houden met de populaire vrijdagmiddagborrels.
Zelfs een dodelijk ongeluk van een goede vriend leidt niet tot gedragsverandering, moest teamchef Rien Strating van de eenheid Veluwe/Vallei-Noord van de politieregio Gelderland-Midden onlangs constateren. „Een jongen verongelukte, vermoedelijk onder invloed van drank. Een week later pakten we een vriend van hem op die met te veel alcohol op achter het stuur zat. Zo’n signaal verontrust ons enorm”, zei hij vorige week op een verkiezingsavond van de SGP in Barneveld.
De cijfers liegen er niet om. Maar liefst 135 bekeuringen schreven agenten vorig jaar uit voor rijden onder invloed van drugs in de gemeenten Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel, die de eenheid Veluwe Vallei Noord vormen. „Dubbel zo veel als in het veel grotere gebied van Arnhem-Noord, de nummer twee op het lijstje met 66 processen-verbaal”, aldus Strating. Veluwe Vallei Noord was vorig jaar in Gelderland-Midden ook aanvoerder als het om rijden onder invloed van alcohol gaat: 174 bekeuringen.
Cultuur
In 2021 schreef Stratings team ook honderd boetes uit voor rijden zonder geldig rijbewijs. „Onder hen waren opvallend veel jongens van 19 of 20 jaar. Die hadden op die leeftijd blijkbaar al een rijontzegging wegens alcohol in het verkeer. Onvoorstelbaar”, vindt de politiechef. „Er wordt best veel gedronken in de regio en het lijkt erop dat wordt gedacht dat rijden met een slokje op moet kunnen.”
„Mijn beeld is dat alcohol of drugs in het verkeer diep in de wortels van deze omgeving zit”, zei Stratings collega Melchior Esser in een interview met Tussentijds, het blad van de Barneveldse SGP. „Het is een lastige trend om te breken. Er moet een verandering van cultuur ontstaan. Daar hebben we iedereen bij nodig: ouders, kerken, scholen, werkgevers en vrienden. Als alleen de agent de norm aangeeft, maar vervolgens in de huiselijke kring er niet of niet afkeurend over gesproken wordt, zie ik de gewenste gedragsverandering heel snel stagneren.”
Afgelopen najaar uitte Esser zijn zorgen over „het toenemende gebruik van alcohol en drugs in het maatschappelijke leven” al tegenover de Barneveldse gemeenteraad. Hij noemde niet enkel het hoge aantal verkeersboetes. Ook overlast van jeugd en huiselijk geweld komen meer voor, vaak als gevolg van alcohol- of drugsgebruik. Barneveld doet daar al wel wat tegen. Inwoners die een cursus over alcohol in het verkeer volgen, kunnen gratis hun eerste rijbewijs aanvragen. Er zijn preventielessen op scholen en themabijeenkomsten met sportverenigingen. Een jongerenwerker richt zich speciaal op de jongerenketen in de gemeente. Burgemeester Jan Luteijn vond dat niet voldoende. Hij zegde de raadsleden een breed, meerjarig maatschappelijk project toe om samen met ouders, scholen, ondernemers, sportverenigingen, kerken, buurgemeenten en „iedereen die een rol kan spelen” alcohol- en drugsgebruik terug te dringen. De politie houdt het hele jaar door alcoholcontroles, meldde Esser.
Spandoek
Luteijn en wethouder Hans van Daalen gaan onder anderen werkgevers aanspreken op de vrijdagmiddagborrels die bij veel bedrijven plaatshebben. „Een fors probleem”, aldus de burgemeester. „Werknemers leven daar echt naartoe. Er zit iets van beloning in. Je werkt vijf dagen keihard, vaak geïsoleerd op allerlei plekken in het land met twee, drie man. Zo’n vrijdagmiddagborrel met de andere collega’s is dan een reünie van de bovenste plank. Samen sluiten ze gezellig de week af. En dan wordt er vaak behoorlijk gedronken, bepaald geen Spa blauw. In de keuken wordt eten bereid. Vaak niet een paar bitterballetjes, maar stukken vlees. Een vrouw vertelde mij: Mijn man eet op vrijdag nooit thuis. De vrijdagmiddag is na de lange werkdagen zijn momentum, samen met collega’s, met het vrije weekeinde in zicht. Het gezinsmoment van de avondmaaltijd, opvoedmoment en terugblikmoment, is er in haar gezin op vrijdag niet. En als manlief dan eindelijk thuiskomt is het vaak niet zo’n feestelijk onthaal.”
Concurrent
Met de vrijdagmiddagborrel wordt zelfs geadverteerd. Luteijn laat een foto zien van een spandoek langs de weg van Terschuur naar Hoevelaken met de tekst: „Wij zijn op zoek naar jou! Goed salaris. Geweldige collega’s. 4x per jaar een bedrijfsuitje. 50x per jaar een bedrijfsborrel. Bel of app naar… Lijkt dit jou wat? Kom dan bie ons warken!” De burgemeester: „Toen ik dat zag, dacht ik: Hier gaat iets niet goed. De vrijdagmiddagborrel moet niet een secundaire arbeidsvoorwaarde worden in onze regio. Werkgevers zeggen me zelfs: Als ik die borrel afschaf, loopt mijn personeel over naar de concurrent.”
Borrels zijn er niet alleen op vrijdagmiddag, zo heeft Luteijn bemerkt. „Ook doordeweeks. Na een drukke dag of een mooie klus. Niet per se altijd bij de baas. De jongens ontmoeten elkaar vaak ‘s avonds nog ergens. Er zijn veel keten in onze omgeving, en daar is ook weer bier. Tegen werkgevers gaan we zeggen: Let er eens op hoe die mannen van jou er ’s ochtends aan toe zijn. Gaan ze dan misschien nog onder invloed het verkeer in? We weten ook dat er pepmiddelen worden geslikt om op de been te kunnen blijven en de avond beter te kunnen halen. Overigens is alcohol ook een meidenprobleem. Meisjes zitten weliswaar niet op vrijdag in de kantine, maar ze drinken wel fors mee in de keten.”
De gemeente gaat werkgevers voorstellen de borrels anders te organiseren. „Bied wat hippe non-alcoholische drankjes aan. Of maak eten belangrijker dan drinken. Van Wiener schnitzels kun je niet dronken worden. Ik hoef er geen twee, die mannen mogelijk wel. Als ze dat prettig vinden met veel saus, mij best, maar zorg er ook voor dat ze veilig naar huis gaan. Met een eindtijdstip is al wat gewonnen. Ik weet van vrijwilligers die medewerkers op vrijdagavond naar huis brengen. Dat drinken blijft dan nog, maar men kruipt tenminste niet zelf achter het stuur. Een gevaar minder in het verkeer.”
Lichtpuntjes
Drankgebruik wordt volgens Luteijn nog te veel vergoelijkt. „Wij zijn ook jong geweest, wordt er dan gezegd. Dat hoor je ook in Krabbendijke en Numansdorp rond ongeregeldheden met oud en nieuw. Maar dat gaat over naar de jongere generatie. Daar staat de veertiger niet meer bij. Ons probleem is dat net zo goed veertigers en vijftigers met drank op achter het stuur worden betrapt als twintigers.”
„Lichtpuntjes” zien burgemeester en wethouder wel. „Dat vergoelijken begint te kantelen. Er wordt meer ingezien dat alcohol en drugs ook crises geven in huwelijk en gezin. We horen geluiden van onbehagen, van dominees, van werkgevers, van scholen die zeggen: We zijn doorgeschoten, we moeten hier iets mee als samenleving. Dat geeft aanknopingspunten om stappen te zetten. Positief is dat vaders nu ook beginnen mee te komen naar voorlichtingsavonden die het Centrum Jeugd en Gezin samen met het Van Lodenstein College houdt. Mooi dat men de verlegenheid voorbij is, dat men tegen elkaar durft te zeggen: Het kan zo niet langer.”
Er is echter nog een lange weg te gaan, beseft Van Daalen. „De voorbeeldfunctie voor hun kinderen is voor sommige ouders wel lastig, want dat betekent ook dat je naar je eigen drinkgedrag moet kijken. Of je wel elke avond bij het eten een glas wijn moet nuttigen. Kinderen hebben dat natuurlijk haarfijn in de gaten. Je kunt hen als vader aanspreken op hun gedrag, maar als je vervolgens zelf wat anders laat zien, ben je gauw uitgepraat.”
De bewustwording komt in elk geval op gang. Van Daalen: „Het moet niet meer normaal zijn dat overmatig alcoholgebruik maar geaccepteerd wordt. Roken werd dertig jaar geleden heel anders beleefd in de samenleving dan nu. Die kant moeten we met alcohol ook op. Het is niet gewoon als je je laat vollopen.”
Peter en Elbert zijn gefingeerde namen; de echte namen en woonplaatsen zijn bij de redactie bekend.
Dit is het tweede deel in een serie over alcohol- en drugsgebruik in de gereformeerde gezindte