Consument

Een viervoeter is leuk, maar soms ook gevaarlijk

Honden zijn geliefd gezelschap, zeker nu veel mensen thuiszitten. De dieren zijn echter niet alleen maar lief en schattig. Jaarlijks veroorzaken ze bij duizenden mensen bijtwonden, littekens en trauma’s. „Vooral beten in het gelaat of bij baby’s maken veel indruk.” Hoe kunnen hondenbeten worden voorkomen?

Maarten Costerus en Hanneke den Hertog
1 February 2022 21:03
beeld Getty Images
beeld Getty Images

Op 30 december 2021 gaat het helemaal mis. Een 34-jarige vader wandelt met zijn zoontje van 2 in de buggy en sheltie Denzo door de Anjelierstraat in Wijk en Aalburg. Op de parkeerplaats lopen twee pitbull-achtige honden – ze krijgen het drietal in de gaten en stormen erop af. Niet om te spelen, blijkt al snel. De grootste van de twee valt Denzo aan, de kleinste komt op vader en zoon af. Met schoppen en schreeuwen weet de man de hond op afstand te houden.

De grootste hond heeft zich intussen vastgebeten in Denzo. Omstanders weten de honden van elkaar los te trekken. Te laat: het slachtoffer, een ruim zeven jaar oude Shetland sheepdog oftewel sheltie, leeft niet meer. Zijn longen zijn volledig geperforeerd en volgelopen met bloed, ontdekt de dierenarts later.

Vader en zoon houden er een trauma aan over. „Ik krijg alsmaar flashbacks, zie die beelden steeds opnieuw voor m’n ogen”, zegt de inwoner van Wijk en Aalburg tegen het Brabants Dagblad. „Ik heb van de huisarts een slaappil gehad. Ik moet er niet aan denken dat mijn zoontje was gepakt.”

Hoe het kan aflopen als een kind door een hond wordt gebeten, weet kinderarts Ingrid van Dijk. Zij werkt in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch en ziet geregeld kinderen voorbijkomen bij wie het flink is misgegaan. Zoals een meisje van bijna twee jaar oud dat door een stafford in haar gezicht is gebeten. Het kind had in bed een sprong gemaakt en was daarbij tegen de hond aan gekomen, die direct toehapte. Een gedragsdeskundige denkt dat de hond waarschijnlijk pijn had en in een reflex reageerde.

Hechtingen

Een ander geval betreft een zevenjarig meisje dat door een boerboel in haar gezicht wordt gebeten terwijl ze bij haar moeder op schoot zit. De grote wond moet worden behandeld door een plastisch chirurg, die vijftig hechtingen plaatst. De patiënte houdt er een groot litteken aan over dat waarschijnlijk blijvend zichtbaar zal zijn.

„Vooral beten in het gelaat of bij baby’s maken veel indruk”, zegt de kinderarts. „Allereerst op het kind en de ouders zelf, maar ook op de hulpverleners.”

Naar aanleiding van deze voorvallen schreef Van Dijk met een paar collega’s in september een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) over het medische en maatschappelijke probleem van hondenbeten.

In het artikel bepleit Van Dijk meer aandacht voor de preventie van hondenbeten. Daarbij ziet ze een belangrijke taak weggelegd voor hondenverkopers. „Een verkoper kan informeren waar een hond terecht zal komen. Heeft de nieuwe eigenaar een kinderwens, of zijn er al jongere kinderen in huis, dan kan er gericht advies worden gegeven. Ook kan de verkoper een hondencursus aanbevelen of wijzen op informatieve websites.”

Ook verloskundigen en medewerkers in de jeugdgezondheidszorg hebben volgens de kinderarts een rol bij preventie. „Een verloskundige kan uitleggen dat een nieuwe bewoner in het huis, zoals een baby, ook een verandering voor de hond betekent. Medewerkers in de jeugdgezondheidszorg, die bij mensen thuiskomen als de kraamzorg is gestopt, kunnen het gesprek aangaan over hoe je hond en kind samen op een veilige manier in huis laat zijn.”

De kinderarts uit Den Bosch vindt dat iedereen die voor het eerst een hond neemt, een cursus zou moeten volgen. Ook vindt ze het belangrijk dat mensen goed nadenken voordat ze een hond aanschaffen. „Vraag jezelf eerst af of je genoeg ruimte hebt voor een hond, en of je ook na coronatijd voor het dier kunt blijven zorgen. Verdiep je daarnaast in het ras. De ene soort is agressiever dan de andere.”

17917114.JPG
beeld Getty Images

Reflex

Het NTvG-artikel vermeldt een tabel met 
21 hondenrassen die relatief vaak ernstig letsel veroorzaken. Of Van Dijk mensen zou afraden een hond te kopen die op deze lijst staat? „Ja. Maar belangrijk is te beseffen dat ook honden die niet op deze lijst staan kunnen bijten. Ook een heel lieve hond zal het niet leuk vinden om door een peuter bij zijn staart te worden gepakt. Vanuit een reflex kan hij iets doen wat niet in zijn aard zit. Laat een jong kind daarom nooit zonder toezicht alleen met een hond.”

De kinderarts voert geregeld gesprekken met ouders van een kind dat is gebeten. „We proberen hierbij te achterhalen hoe een incident heeft kunnen gebeuren, en hoe herhaling kan worden voorkomen.”

Volgens het NTvG-artikel worden er jaarlijks ongeveer 150.000 mensen in Nederland door een hond gebeten. Als gevolg daarvan zijn er elk jaar gemiddeld 15.000 bezoeken aan de huisarts, 6900 bezoeken aan de spoedeisende hulp en 230 ziekenhuisopnames. Deze cijfers zijn gebaseerd op een onderzoek uit 2008 door de Animal 
Sciences Group van Wageningen University.

Recentere cijfers geven een positiever beeld. Volgens een rapport van kenniscentrum voor letselpreventie VeiligheidNL zou in de periode 2010 tot 2019 het aantal bijtincidenten flink afgenomen zijn. Moesten er in 2010 nog 4200 mensen na een incident naar de spoedeisende hulp, in 2019 ging het om 1700 SEH-bezoeken – een afname van 70 procent. Het aantal ziekenhuisopnames is over die periode wel stabiel: zo’n 200 per jaar. Vijf personen overleden.

Signalen snappen

„Hondenbeten zijn in negenenhalf van de tien gevallen te voorkomen”, stelt hondengedragsdeskundige Lesley van Alfen. Kennis is het sleutelwoord in het voorkomen van hondenbeten, daar is Van Alfen zeker van. Zet daarom in op educatie van baasjes, is haar boodschap. „Het is heel belangrijk dat een eigenaar afwijkend gedrag bij zijn hond kan herkennen en de oorzaak aan kan pakken.” Zelf is de inwoner van het Noord-Hollandse Winkel gepokt en gemazeld in het gedrag van honden. Direct na de middelbare school koos ze voor een opleiding met dieren. Inmiddels werkt ze elf jaar bij de Martin Gaus Academie in Lelystad. Van Alfen is daar momenteel educatiemanager bij de academie die „hondenliefhebbers opleidt tot professionals.” Daarnaast is ze eindverantwoordelijke voor het naastgelegen asiel.

Het gedrag van je hond doorgronden is volgens Van Alfen ontzettend belangrijk en dé manier om bijtincidenten te voorkomen. Als voorbeeld noemt ze gapen en krabben, beide een mogelijk teken van spanning bij de hond. „Wie op zo’n moment doorheeft dat zijn hond zich niet prettig voelt, kan ingrijpen, zodat de spanning niet verder opgebouwd wordt. Herken je de signalen niet, dan kan het zomaar uit de hand lopen.”

Dat een hond een keer gebeten heeft, wil volgens Van Alfen niet zeggen dat het agressieve gedrag onomkeerbaar is. „Heel vaak kun je de hond ander gedrag aanleren.”

Hoe komt het dat er bijtincidenten plaatsvinden, als ze meestal zijn te voorkomen? Volgens Van Alfen gaat het in Nederland onder andere mis bij de wet- en regelgeving rond hondenprofessionals. Momenteel is dat een vrij beroep. Een erkende opleiding is dus niet verplicht voor wie een hondenschool wil starten. Dat is vreemd, vindt Van Alfen. „Wij zouden als mensen ook geen therapeut zonder een officiële en erkende opleiding raadplegen.”

17917113.JPG
beeld Getty Images

Van Alfen ziet dat sommige hondenscholen geregeld fouten maken. Als voorbeeld noemt ze de tien minuten die honden op sommige scholen met elkaar mogen spelen voor de les echt begint. „Dan worden er een stuk of acht honden bij elkaar gezet die elkaar nog nooit hebben ontmoet. Honden van verschillende rassen, verschillende leeftijden en met verschillende behoeftes. Stel dat één hond, een zwarte, heel snel is, en er plezier in heeft om de andere achterna te zitten. Misschien denken baasjes dan: kijk ze eens gezellig ravotten. Maar minstens vier of vijf andere honden zullen het niet leuk hebben. Ook voor de hond die het najaaggedrag vertoont is het niet goed, al heeft hij het misschien naar zijn zin. Hij leert dat hij inderdaad de snelste is. De andere leren dat zwarte honden niet zo leuk zijn. Mogelijk lopen ze de volgende dag in het park, komen ze een zwarte hond tegen, en denken: ik ga alvast naar huis. Het begrijpen van het gedrag van een hond is ook hierin dus heel belangrijk.”

Op de Martin Gaus Academie leren cursisten over signalen die een hond geeft. Ook trainen ze honden met gedragsproblematiek. Vaak gaat het dan om honden die op de een of andere manier problematisch gedrag vertonen. De hond blaft bijvoorbeeld veel, of kan niet alleen thuisblijven omdat hij dan alles onder plast. Deze consulten worden gegeven door studenten. Daarnaast trainen de studenten jaarlijks zo’n 25 zogenaamde afstandshonden. Dit zijn honden die zijn afgestaan aan het asiel. De honden die aan de Martin Gaus Academie worden afgestaan, vertonen vaak agressief gedrag.

Pijn of angst

Voordat de trainers aan de slag gaan, kijkt een dierenarts de hond na; zo wordt uitgesloten dat het ongewenste gedrag een medische reden heeft. Van Alfen: „Pijn kan een hond al heel snel knettergek maken. Je moet je voorstellen dat het pijn doet als iemand je aanraakt, en iedere keer opnieuw gebeurt het. Dan ga je al snel van je af bijten, soms letterlijk.”

Als er bij de medische check niets aan het licht komt, is angst vaak een veroorzaker van het agressieve gedrag bij de hond, vertelt Van Alfen. „Zodra we dat hebben vastgesteld, gaan we proberen het vertrouwen bij het dier terug te brengen.” Vaak is dit een proces van maanden. „Neem bijvoorbeeld een hond die fietsers najaagt. We beginnen dan met trainen in een hal, met een fiets op een grote afstand.” Met een systeem van beloning als de hond goed gedrag vertoont, proberen Van Alfen en haar studenten het slechte gedrag af te leren. Zodra het binnen goed gaat, wordt de hond meegenomen naar buiten. Ook dan begint het team weer stapje voor stapje, omdat de omgeving buiten veel meer prikkels bevat voor de hond dan in de hal. „Eerst zet ik twee medewerkers op een fiets neer, zodat we zelf de situatie in de hand hebben”, legt Van Alfen uit. „Daarna gaan we steeds een stapje verder.” Heel vaak lukt het om op deze manier bepaald gedrag om te buigen.

Vluchten, bevriezen of aanvallen

Naast pijn en angst is er nog een derde reden waarom honden soms agressief gedrag vertonen, en dat heeft alles te maken met rasgroepen, legt Van Alfen uit. De erkende hondenrassen, zo’n 350, zijn onderverdeeld in 10 rasgroepen. Honden in een rasgroep hebben allemaal hun eigen karakter, dat zowel voor- als nadelen met zich meebrengt. Als een hond zich in een onprettige of onveilige situatie bevindt, kan hij instinctmatig kiezen voor drie opties: vluchten, bevriezen of aanvallen. Van Alfen noemt het voorbeeld van de rottweiler, uit de rasgroep ”Pinschers en 
Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden” – een rasgroep van waakhonden met een groot jachtinstinct. „Dit is een hond die in de kern gefokt is om te waken en waarschijnlijk eerder voor de aanval zal kiezen dan bijvoorbeeld een retriever. Je kunt wel socialiseren en hem dingen aanleren, maar het waakinstinct zit nu eenmaal in de hond.” Een ander voorbeeld zijn jachthonden, uit de rasgroep ”voorstaande honden”. „Deze honden zijn gefokt om achter een prooi aan te gaan. De dieren zien geen verschil tussen bewegende dingen. Ze denken alleen maar: daar moet ik achteraan. Dat een klein kind geen prooi is, moeten we ze leren.”

17917112.JPG
beeld Getty Images

Verplicht naar de hondenschool

Een positieve ontwikkeling die Van Alfen wel waarneemt in de afgelopen jaren, is dat rasverenigingen meer zijn gaan fokken op karaktereigenschappen in plaats van op uiterlijk. „Daardoor zien we bijvoorbeeld veel minder incidenten met rottweilers.” De Martin Gaus Academie schreef samen met zes andere erkende opleiders onlangs een lesprogramma speciaal voor mensen met een zogenaamde hoogrisicohond. „Dat is een goede zaak”, vindt Van Alfen. „Wat mij betreft zou een goede cursus, toegespitst op de hond die mensen willen nemen, verplicht worden voor de aanschaf van het dier. Dat is momenteel veel te vrijblijvend.”

Als het gaat om het voorkomen van bijtincidenten heeft ze nog één laatste tip, naast het zoeken van een goede hondenschool. „Denk als eigenaar bij een klein incident niet: het viel wel mee. Eerst is er een schijnbaar ongevaarlijk geval, maar vaak gaat het van kwaad tot erger. Kijk goed naar je hond, en trek direct aan de bel als je gevoel zegt: daar gebeurt wat geks.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer