Muhameti kreeg de vraag om de kerk in het Albanese stadje Tepelenë te dienen. „Ook al hebben de mensen hier weinig interesse in het Evangelie, ons leven is een voorbeeld.”
Een van de Bijbelse verhalen over Elia geeft de Albanese evangelist in opleiding (26) kracht: dat er mensen waren die de knieën niet bogen voor Baäl. Feliks Muhameti: „We mogen doorgaan met onze taken, want ook in dit stadje heeft God kinderen.”
Hoewel zijn ouders niet gelovig waren, werd Muhameti als kind niet verhinderd om naar een nabij gelegen gemeente van Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) te gaan. Hij hielp regelmatig mee met het kinderwerk in het dorp Delvine, met de auto zo’n anderhalf uur van Tepelenë vandaan.
Keuze
Muhameti studeerde landbouwkunde in Tirana; nu is hij in opleiding voor evangelist. „Landbouwkunde had niet mijn voorkeur. Maar, in Albanië krijg je een studie toegewezen. Wat je zelf wilt, is hier niet doorslaggevend. Theologie is wel mijn eigen keuze.” Hij volgt momenteel een theologische opleiding vanuit ZGG.
Hij krijgt in het kleine bergstadje steeds meer taken. De verwachting is dat hij in de toekomst een eigen post zal krijgen. Nu werkt hij nog samen met een eindverantwoordelijke vanuit ZGG. „Evangelist zijn is het belangrijkste werk in het leven; de rest is vergankelijk. Door dit werk leren mensen Christus kennen en worden ze uit de klauwen van satan getrokken.”
In het stadje Tepelenë, dat in het zuiden van Albanië ligt, noemen de meesten mensen zich bektashi. Zij zijn moslim, maar zijn vrijer in hun opvattingen. Zo drinken zij alcohol en eten varkensvlees. Muhameti: „De mensen in het dorp zien de kerk als een plek waar men heen gaat als je in materieel opzicht tekort komt of als je weinig vrienden hebt.”
Interesse
Er komen op een zondag zo’n vijftien mensen naar de kerk. Er zijn naast de zendingswerkers, één lid en twee doopleden. Muhameti: „De gemeente is een evangelisatiepost; veel mensen zijn nog niet zo ver dat ze gedoopt worden en belijdenis doen.”
Eenvoudig vindt Muhameti zijn werk niet altijd. „Het feit dat er na jarenlang werk maar een lid is, laat iets zien van de harde grond die er is, geestelijk gezien. De mensen zijn niet echt geïnteresseerd. Ze zien en weten waarom we er zijn, en we voeren best veel gesprekjes. Maar zodra het gaat over het Evangelie, hebben ze geen interesse meer. Dat maakt het werk moeilijk. We denken vaak: Wat moeten we doen?”
Huiverigheid
Muhameti denkt dat de huiverigheid om zich te laten dopen verschillende oorzaken heeft. „Veel Albanezen geloven niet dat de Bijbel waar is. Ze zitten vast in hun eigen, oude geloof. Het lijkt soms wel hoe verder we komen in de tijd, hoe kouder de harten.”
Daarnaast speelt mee dat kerkgangers niet direct worden gedoopt. „Sommigen komen nog maar kort, maar ook van hen die al langer komen, zie je niet altijd vrucht.”
Vooruitkijken
Tegelijkertijd noemt Muhameti het een zegen dat er wel bezoekers komen. „Twee jaar geleden kwamen er maar één of twee mensen naar de gemeente.” Nu zijn dat er meer.
De toekomstige evangelist denkt niet dat dit nieuwe jaar heel anders zal zijn dan het voorgaande. „We moeten niet enkel vooruitkijken, maar bidden.”
„Wanneer iemand in de toekomst mij zou vertellen dat 2022 inderdaad een heel ander jaar is geweest, zou ik het nu niet geloven. Maar bij God is alles mogelijk”, zegt Muhameti.