Welk hart waarin enige liefde woont, zou niet bloeden als het deze smartelijke en verschrikkelijke verdeeldheid van hart onder ons bespeurt! Dit kwaad is erger dan we kunnen uitspreken of beschrijven. Verdeeldheid staat veel goeds in de weg.
Ten eerste staat verdeeldheid onze vrede, vreugde en ons aangename karakter in de weg. Daardoor raken we ontstemd. Mensen die vroeger een aangenaam karakter hadden en heel vriendelijk waren, hebben hun innemendheid en vriendelijkheid verloren, sinds ze in deze twisten verwikkeld zijn geraakt. Als de bij steekt, laat ze haar angel achter en verzamelt ze nooit meer honing. Als mensen elkaar steken, raken ze niet hun angel, maar wel hun honing kwijt. Ze zullen nooit meer zo innemend zijn als vroeger.
Er wordt gezegd dat Melanchthon op zijn sterfbed deze woorden sprak, en Strigelius eveneens: „Om twee redenen verlang ik dit leven te verlaten: ten eerste om, zoals ik begeer, de Zoon van God en de kerk in de hemel te zien en ten tweede om verlost te worden van de vurige en onverzoenlijke haat van de godgeleerden.” Er was zo veel twist en ruzie in die tijd, wat zo vermoeiend was voor deze goede mensen dat het hen des te meer bereid maakte om te sterven, zodat ze zouden zijn op de plaats waar hun zielen rust zouden vinden.
Ten tweede neemt verdeeldheid de vrijmoedigheid weg van de menselijke geest, die grote waarde heeft voor een wijs mens. De geest van veel mensen wordt in beslag genomen door ruzies. Ze kunnen die nergens anders voor gebruiken. Als iemand in een ruzie verwikkeld is, weet hij niet hoe hij daarvan los kan komen. Twist is een grote strik voor een mens. Hij wenste dat hij er nooit bij betrokken was geraakt. Hij is er moe van, maar hij weet niet hoe hij daar goed vanaf kan komen.
Ten derde zijn twisten schadelijk voor het welzijn van het lichaam. Veel mensen die met hun broeders twisten, zijn zo opgeblazen dat ze niets meer kunnen verdragen. Ze kunnen niet slapen. Een groot deel van de nacht, en soms hele nachten, liggen ze te woelen. Ze liggen te peinzen en plannen te smeden hoe ze hun eigen partij kunnen begunstigen en welk voordeel ze kunnen behalen op de mensen met wie ze twisten. Hebben de gedachten over de breuk die de zonde heeft geslagen tussen God en uw ziel uw slaap net zo erg verstoord als de gedachten aan de breuk tussen u en uw broeders en naasten?
Zachtmoedig
We lezen in Deuteronomium 34:7 dat Mozes 120 jaar oud was toen hij stierf. Zijn oog was niet donker geworden en zijn kracht was niet vergaan. Sommigen wijzen zijn zachtmoedigheid aan als de reden voor het wonderlijke behoud van zijn gezondheid en kracht. In Numeri 12:3 lezen we dat God had gezien dat hij de zachtmoedigste mens op aarde was.
Ten vierde ondermijnen deze twisten het oordeel van de mens. Als het water modderig is, kunnen we niet zien wat er op de bodem ligt. Deze meningsverschillen tasten ons gezichtsvermogen aan. U kunt geen goud wegen bij een bulderende wind. U kunt geen oordeel uitspreken over de waarheid, tenzij uw hart kalm is. Gregorius van Nazianze gebruikte deze gelijkenis: „De aarde is vast voor mensen met gezonde ogen en hersenen, maar voor duizelige mensen lijkt de aarde rond te draaien.” Zo worden we bedrogen in onze waarneming van de dingen. Als er liefde is, beoordelen we de dingen anders dan wanneer er geen liefde is.
Ten vijfde belemmeren twisten de aangename omgang en gemeenschap van christenen onderling. U weet dat uw gemeenschap met de heiligen vroeger veel aangenamer was dan nu. Uw hart sprong op als u elkaar zag.
Wanneer delen ze nog hun geheimen met elkaar zoals vroeger? Iedereen is bang voor elkaar. Wat waren er een aangename bezoeken. Hoe droegen ze elkaars lasten. Wat een bemoedigende brieven werden er gestuurd. Toen was het met de heiligen net zoals in de tijd van Tertullianus: de christenen noemden elkaar broeders en waren bereid voor elkaar te sterven. Maar nu zijn ze elkaar tot een last. Ze doen elkaar kwaad. Zij die vroeger vooraanstaande belijders waren, die alleen het gezelschap van de heiligen zochten, kunnen het nu heel goed vinden met vleselijke mensen. Ze worden het met hen eens en gaan vooral met hen om. O Heere, wat voor vuur is er onder ons ontstoken! Kenmerkend voor vuur is dat het vergadert wat gelijksoortig is en scheidt wat verschillend is. Maar ons vuur doet het tegenovergestelde: het scheidt wat in hoofdzaken overeenkomt en verenigt wat onderscheiden is. Dit is beslist niets anders dan het vuur van de hel.
Ten zesde leggen twisten beslag op onze tijd. Onze ruzies kosten veel tijd waarvoor we God geen rekenschap kunnen geven. Als mensen in ruzies verwikkeld zijn, zullen ze daar dag en nacht mee bezig zijn, welke zaken ze ook moeten verwaarlozen, om er zeker van te zijn dat deze ruzies niet uitdoven. Ja, onze beste tijd, die vroeger doorgebracht werd in meditatie, lezen en gebed, wordt nu besteed aan ruzie en twist. Die stille tijd waarin we omgang hadden met God besteden we nu aan het nadenken over onze twisten. De tijd die wordt doorgebracht in twistgesprekken en ruzies is de slechtst bestede tijd van het hele leven van de mens.
Ten zevende belemmert verdeeldheid onze gebeden. „Indien er twee van u samenstemmen op de aarde over enige zaak die zij zouden mogen begeren, dat die hun zal geschieden van Mijn Vader”, zegt Christus in Mattheüs 18:19. In 1 Timotheüs 2:8 staat: „Ik wil dan dat de mannen bidden in alle plaatsen, opheffende heilige handen zonder toorn en twisting.”
Gebeden
De mensen wandelen nu niet samen als erfgenamen van het leven. Daarom worden hun gebeden verhinderd. God aanvaardt onze gave niet als we die aanbieden terwijl ons hart ver van onze broeders is. Als de breuken voortduren en er geen verzoening is, eist Christus dat we onze gave bij het altaar achterlaten tot er verzoening tot stand gebracht is. De Geest van God in de heiligen is de Geest van het gebed. Gods Geest is als een duif, een zachtmoedige, stille en vreedzame Geest.
Ten achtste belemmeren twisten het gebruik van onze gaven. Als vaten verzuurd zijn door azijn, bederven ze de drank die erin gegoten wordt. Ze zijn nergens meer goed voor. Veel mensen hebben voortreffelijke gaven, maar ze zijn in zo’n zure, wrange stemming dat ze van weinig of geen nut zijn in de kerk en de gemeenschap. In deze tijden van verdeeldheid gebruiken velen hun gaven en talenten voor weinig of niets anders dan voor geschillen. Denkt u dat God u zulke talenten alleen hiervoor gegeven heeft? Hebt u ooit een ruziënde, twistzieke predikant gekend die – hoewel zijn gaven nog zo voortreffelijk waren – vrucht droeg in zijn gemeente?
Ten negende staan ruzies onze genadegaven in de weg. Hoe weinig van God en Christus, hoe weinig geestelijkheid komt er openbaar in deze belijders van de godsdienst sinds we zo verscheurd en verdeeld zijn, vergeleken met vroeger. O, waar zijn de hemelsgezinde christenen van vroeger – die ootmoedige, heilige, begenadigde zielen die door het geloof leefden en die zichzelf konden verloochenen? Hun hele leven was niets anders dan een voortdurende oefening in zelfverloochening. Ze waren niet alleen lijdzaam, maar ook blijmoedig onder de verdrukkingen. Waar zijn die waakzame christenen die dicht bij God wandelden, die geestelijke gemeenschap met Hem oefenden, zodat hun gezichten blonken in hun heilige, hemelse wandel? Waar zijn die tere, verbroken christenen van weleer, die leefden van het Woord, voor wie het Woord zoeter was dan honing en honingzeem?
Nu tonen de belijders van de godsdienst een ander gezicht, alsof er in deze dagen een nieuwe godzaligheid is, anders dan vroeger.
Onze twisten ondermijnen onze kracht. Als u een kabeltouw ontwart, hoe zwak zijn dan de verschillende delen. Een drievoudig snoer wordt niet haast gebroken, een enkelvoudig touw wél. Verdeel een sterke stroom in smalle beekjes. Hoe ondiep en zwak zal de stroming dan zijn!
Plutarchus beschrijft hoe Scilurus, de koning van Scythië, handelde met zijn zoons. Deze legende is heel beroemd geworden en laat zien hoe twisten overal zwakheid veroorzaken. Volgens Plutarchus had Scilurus tachtig zonen. Op zijn sterfbed liet hij een bundel pijlen brengen en deze aan elk van zijn zoons geven. Hij vroeg hun deze bundel pijlen te breken. Ze antwoordden allemaal dat niemand dit kon doen. Daarna liet hij de pijlen één voor één uit de bundel halen en vroeg zijn zoons ze te breken. Elk van hen deed dit met gemak. Daarop zei hij tegen zijn zoons: „Als jullie eensgezind zijn, zullen jullie sterk blijven en onoverwinnelijk zijn. Maar als jullie onenigheid krijgen en met elkaar gaan twisten, zullen jullie zwak worden en gemakkelijk overwonnen kunnen worden.”
Eensgezindheid
Luther had een vurig en opvliegend karakter. Toch gebruikte hij deze woorden, toen hij aan de predikanten van de gemeente in Straatsburg schreef: „Wees er alstublieft van overtuigd dat ik altijd evenzeer zal verlangen naar eensgezindheid als ik ernaar verlang dat de Heere Jezus mij genadig is.” Toen Luther aan de predikanten van Neurenberg schreef, stelde hij zich Christus voor Die zei: „U zult waarschijnlijk genoeg kwaad lijden om Mijn Naam. U hoeft elkaar niet te kwellen.” Het was barbaars dat de priesters van Baäl zichzelf sneden en sloegen, maar het is nog erger als dienstknechten van Jezus Christus elkaar snijden en slaan. De cherubs waren gemaakt van olijfhout (1 Kon. 6:23). Als ze symbool staan voor u, laat dan blijken dat u olijfbomen bent en geen braamstruiken.
Veel van Gods heerlijkheid is afhankelijk van onze eenheid. Ja, God hecht hier zo aan dat Hij pas aanbeden wil worden als we vrede met elkaar gesloten hebben. „Laat daar uw gave voor het altaar, en ga heen, verzoen u eerst met uw broeder, en kom dan en offer uw gave” (Matth. 5:24). Het is alsof Hij zegt: „Mijn dienst kan wachten tot u zich verzoend hebt. Ik heb Mijn dienst lief en het is Mijn vurige begeerte dat u Mij dient, maar Ik wil dat u eerst vrede en liefde hebt onder elkaar. Ik zal daarop wachten.” Maar ik smeek u, laat God niet te lang wachten. Bedenk dat God wacht, al die tijd dat u twist en ruziemaakt. Als kinderen ruziemaken en er iemand naar hen toe komt die zegt: „Jullie vader wacht op jullie”, is het tijd om met de ruzie te stoppen. Gedraag u niet onbetamelijk tegenover God door Hem zo lang op u te laten wachten. En nu zeg ik wat de apostel zei in 2 Thessalonicenzen 3:5: „Doch de Heere richte uw harten tot de liefde van God.” Sta mij toe daaraan het volgende toe te voegen: „en tot de liefde van elkaar.”
Laten we allen vrede nastreven, vrede zoeken, vrede navolgen, vrede najagen, en de God des vredes zal met ons zijn.
Luister de podcast:
Wordt de podcast niet goed weergegeven? Klik dan hier.