Bangmakerij. En het Reformatorisch Dagblad deed eraan mee, zo vonden sommige lezers. Waar ik het over heb? De berichtgeving rond het rapport van het KNMI in oktober. Het meteorologische instituut publiceerde toen Klimaatsignaal’21 over onder meer de zeespiegelstijging voor de Nederlandse kust. Naar aanleiding van het nieuws kopte de voorpagina van het RD: ”Zeespiegel kan wel 2 meter stijgen”.
Lezers reageerden. Ik kreeg telefoontjes, appjes, tweets. Was de kop van het artikel niet al te speculatief? Niet wat tendentieus? Dat was de teneur. Veel critici hamerden op het punt dat de kans dat de zeespiegel voor de Nederlandse kust met 2 meter stijgt erg klein is.
En eerlijk is eerlijk: daar hebben ze gelijk in. De kop boven het krantenbericht zei zeker niet alles. Nuances passen immers niet in zo’n kort regeltje. Een verhaal vertel je niet in één zin. Een kop belicht altijd maar een aspect.
Dat de kans op 2 meter zeespiegelstijging in 2100 klein was, werd overigens eerlijk benoemd in het artikel door Roderik van der Wal. De hoogleraar zeespiegelstijging aan Universiteit Utrecht deed haarfijn uit de doeken dat het getal voortvloeit uit het meest pessimistische scenario van klimaatverandering. En dat het daarbij ook nog eens om de bovengrens ging.
Waarom dan toch die kop? Daar zijn twee redenen voor, legde ik geduldig uit via Twitter, WhatsApp of per telefoon. Allereerst gaf het KNMI zelf aan eerder met een bovengrens van 1 meter te rekenen. Nu dus met 2 meter: een verdubbeling. Dat feit is op zich al nieuwswaardig.
De tweede reden heeft alles te maken met risico’s. Dat moet ik uitleggen. Eerst over risico’s in het algemeen: risico is het mogelijke gevaar dat je loopt als je ergens bent of als je iets doet. Hoewel er durfallen genoeg zijn, lopen de meeste mensen het liefst zo min mogelijk risico. Zo schuifelen we op een smal pad tijdens een wandeling in de Alpen liever strak langs de bergwand dan vlak langs de rand van het ravijn.
Nu een stapje verder. Wetenschappelijk gezien is er een formule voor risico: R = K x E. Het risico ® hangt dus af van twee factoren: de kans (K) op een ramp of voorval en het effect (E), oftewel het gevolg van deze gebeurtenis.
Voor een groot risico bestaan er drie opties. 1. De kans én het effect zijn groot. Bijvoorbeeld als je gaat spookrijden op de snelweg. 2. Enkel de kans is groot. Zo ligt een vrij onschuldige valpartij op de loer als je voor het eerst gaat schaatsen. 3. Vooral het effect is groot: je gaat bungeejumpen. Als het misgaat (kans is klein), gaat het goed mis.
Wat mensen wel en niet accepteren qua risico’s verschilt. Wat de een acceptabel vindt, vindt de ander onacceptabel. Maar over één ding is iedereen het eens: over grote risico’s wil iedereen graag goed worden geïnformeerd. De zeespiegelstijging van 2 meter is daar een voorbeeld van. Het risico is immers enorm, want het gevolg (de E uit de formule) is groot. Juist voor Nederland is het wijzen op dat risico dan van belang. Het is de taak van een krant om de lezer te informeren.
Dat zeespiegelstijging serieus is, bleek juist vorige week. Er kwam verontrustend nieuws vanaf de Zuidpool. Onderzoekers concludeerden dat een ijsplaat op West-Antarctica binnen vijf jaar kan versplinteren. Daarmee komt de Thwaitesgletsjer –de doemdaggletsjer volgens glaciologen– bloot te liggen. Alleen dit ijsveld zou al meer dan een halve meter zeespiegelstijging voor zijn rekening kunnen nemen. En dat is geen bangmakerij, maar bewustwording.