Dr. Veerman: Een predikant die studeert, dat hoort de gemeente terug
Een predikant die blijft studeren, dat hoort de gemeente terug, daarvan is dr. P. Veerman overtuigd.
Dr. (Pieter) Veerman is met ingang van 1 april 2022 benoemd tot universitair docent aan de faculteit religie en theologie van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). Als onderzoeker en docent versterkt hij de faculteit en het aan de faculteit gevestigde Cornelis Graafland Centrum. De aanstelling wordt grotendeels gesponsord door de Gereformeerde Bond.
Dr. Veerman is predikant van de hervormde gemeente in Katwijk aan Zee. In 2016 promoveerde hij op een onderzoek naar het gebedsonderwijs in de Heidelbergse Catechismus; hij werd geassocieerd onderzoeker aan de PThU in Groningen. Naast zijn aanstelling bij de VU blijft Veerman voor de helft van zijn werktijd werkzaam als gemeentepredikant.
Zullen predikantschap en docentschap goed te combineren zijn?
„Daar ga ik zeker van uit. Ik ben geroepen als gemeentepredikant en aan die roeping wil ik trouw blijven. Tegelijkertijd heb ik altijd het verlangen gehad om het predikantschap te verbreden in een academische context. Ik wil daarin ook iets betekenen voor een toekomstige generatie theologiestudenten en predikanten. Er is aan de VU volop ruimte om de gereformeerde theologie aan de orde te stellen in een brede plurale context en dat zie ik als een uitdaging.”
Wat gaat u precies aan de VU doen?
„Ik zal werkzaam zijn binnen de onderzoeksdiscipline beliefs and practices, die onder leiding staat van prof. Miranda Klaver. Dat betekent concreet dat ik mij zal richten op de praktische theologie en de gemeentepraktijk. Dat sluit aan bij mijn ervaring als gemeentepredikant en mijn huidige onderzoek naar het gebed, het Onze Vader en catechismuspreken. Ik zie ernaar uit om een bijdrage te leveren aan de praktische en spirituele vorming van theologiestudenten.”
Het
Cornelis Graafland Centrum
ging in 2019 van start. Hoe functioneert het momenteel?
„Het centrum heeft inmiddels zijn plaats verworven aan de VU en het is de bedoeling dat ik een bijdrage lever aan de verdere uitbouw. Ik zal naast het onderwijs een rol spelen in het stimuleren van onderzoek en betrokken zijn bij het beraad van promovendi van de Gereformeerde Bond. Het aantal promovendi dat bij het centrum ingeschreven staat, is zo’n veertig en daarnaast zijn er ongeveer veertig gepromoveerde theologen. Uiteraard is niet iedereen even betrokken, maar op de laatste plenaire dag waren er ongeveer dertig tot veertig aanwezigen. De uitdaging is theologiestudenten maar ook huidige predikanten te stimuleren tot studie en onderzoek, desnoods een promotieonderzoek te beginnen.”
Lukt dat voor predikanten, die opgeslokt worden door de gemeente?
„Het blijft mogelijk om dat te doen, maar je moet je tijd sterk bewaken. Ik begrijp dat crisispastoraat altijd voor gaat, want dat is nu eenmaal de praktijk van gemeentepredikant zijn. Maar studie vraagt wel stevige inspanning en strakke dagplanning, gecombineerd met voldoende roepingsbesef. Het is denk ik wel van belang om een onderwerp te kiezen dat verbinding heeft met de praktijk van de gemeente en de verkondiging, zoals ik dat gedaan heb in mijn onderzoek naar het bidden. Zoiets verdiept de prediking en de gemeente is er gebaat bij. Studie voedt de gemeente, die terughoort wat de predikant aan studie heeft opgediept.”
Welke uitdagingen zijn er voor de gereformeerde theologie die u in de hedendaagse academische context aan de orde wilt stellen?
„De gereformeerde theologie wil vanuit een rijke traditie betrokken zijn op de tijd waarin wij vandaag leven. Ik zie het als een uitdaging om het wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit te verbinden aan de praktijk van prediking, pastoraat en de geloofsoverdracht in de catechese. Daarbij wil ik de vormende waarde van de gereformeerde spiritualiteit, gevoed door Woord en Geest, benadrukken. Academische doordenking van de theologie wordt vruchtbaar wanneer zij blijvend in relatie staat met een doorleefde en persoonlijke spiritualiteit.”