Biografie over Willem van Oranje, „dat immens zware leven”
Een moedige, charismatische leider. Een ambitieuze aristocraat. Een vasthoudend schaker. Historicus Geert Mak had dinsdagmorgen een aantal typeringen van Willem van Oranje in petto tijdens de presentatie van diens nieuwste biografie.
In de Haagse Kloosterkerk overhandigde dr. René van Stipriaan zijn 944 pagina’s tellende boek ”De Zwijger” aan diens verre nazaat, koning Willem-Alexander. Daarbij waren slechts enkele tientallen mensen aanwezig: vanwege de coronamaatregelen werd de presentatie zaterdag geannuleerd, waarna maandag werd besloten dat alsnog een kleine groep bij de overhandiging aanwezig mocht zijn. De meelezers, bijvoorbeeld. Twee van hen voerden het woord en ook een Spaanse historica mocht haar zegje doen.
Tussendoor brachten mezzosopraan Henriëtte Schenk en luitist Arjen Verhage de coupletten 1, 10, 11 en 14 van het Wilhelmus ten gehore op de oorspronkelijke, Franse melodie, die volgens Van Stipriaan „veel opgewekter is dan de huidige, gedragen wijze van zingen. Het Wilhelmus was eigenlijk Willem van Oranjes eerste biografie. In vijftien strofen wordt uitgelegd hoe goed hij het voorhad met de Spaanse koning, met het volk en met de protestantse christenen die moesten vrezen voor jaren van meedogenloze vervolging.”
Beeldvorming
Van Stipriaan had eigenlijk een boek over Van Oranjes propaganda-activiteiten willen schrijven. Het werd een biografie, want naarmate de onderzoeker meer te weten kwam over de beelden die de Zwijger schiep, drong zich de vraag op: wie was hij echt? „Ik kwam erachter dat Willem van Oranje al jong het vermogen had ontwikkeld zijn innerlijke overtuiging verborgen te houden. Dus ik moest proberen hem te ontcijferen. Ben ik hem nu gaan begrijpen? Die illusie heb ik niet. Ik weet echt niet hoe het was om Willem van Oranje te zijn: een leven vol doodsdreiging, waarin hij op bijna onmenselijke wijze de moed erin hield en anderen wist te bezielen.”
Momenten van zwakte had de prins ook: „Neerslachtigheid, woede, verdriet, dronkenschap.”
Nieuwe bronnen
Daarvan is al veel studie gemaakt. „Willem van Oranje is op afstand de meest gebiografeerde figuur in de Nederlandse geschiedenis”, zei historicus Henk van Nierop. Er zijn duizenden boeken over de stadhouder geschreven. Alleen al het herdenkingsjaar 1933 leverde er 187 op, en in 1984 kwamen er 134 bij. De ene keer was hij vooral de verdediger van de gereformeerde godsdienst, de andere keer de liberale strijder voor verdraagzaamheid. „De laatste veertig jaar wordt het beeld genuanceerder: Willem was ook een geslepen diplomaat, een Duitse vorst, een medespeler in de Franse godsdienstoorlogen.”
Een nieuwe biografie is volgens Van Nierop op zijn plaats: er zijn nieuwe bronnen, nieuwe invalshoeken. Veel was tot nu toe gebaseerd op de gebundelde correspondentie, voor een deel bijeengebracht door Groen van Prinsterer. Inmiddels is er echter ook een digitale inventarisatie van meer dan 13.000 brieven van en aan Van Oranje, zoals ze in tweehonderd bewaarplaatsen, verspreid over veertien Europese landen, aanwezig zijn.
Propaganda
„Natuurlijk” heeft Van Stipriaan die niet allemaal gelezen, zei Van Nierop. „Hij richtte zich op de communicatie. Willem van Oranje was een groot communicator, waarmee hij politieke en sociale netwerken onderhield. Marnix van St. Aldegonde en Coornhert waren wat we nu zijn spindoctors zouden noemen.”
Van Nierop omschreef de stadhouder als een innemende hoveling én geslepen diplomaat. „Bespeler van de media; we zouden nu zeggen: influencer.”
De emeritus hoogleraar noemde het nieuwe boek „een meesterwerk, de beste biografie van Willem van Oranje die ik ken.” Het beschrijft –volgens Geert Mak– „dat immens zware leven” dat zich op twee portretten van de Zwijger aftekent: „een jonge, Spaanse hoveling in 1555 en een sobere, vermoeide figuur in 1583. Dat hij de strijd decennia volhield, is wonderbaarlijk. Boze burgers en starre predikanten fietsten door de afspraken heen die hij maakte. Het zuiden raakte hij kwijt, in het noorden had hij te maken met zelfbewuste burgers die van de monarchie af wilden. Na al die jaren was er nog steeds geen leger, geen centraal gezag. Het lijkt de Europese Unie wel.”
Wat Van Oranje op het slagveld tekortkwam, compenseerde hij via de drukpers, zei Mak. „In manipuleren was hij een meester.”
Kwelgeest
„Hij heeft heel vuile handen moeten maken; zijn leven was overleven”, zei Yolanda Rodríguez Pérez, hoofddocent Europese studies aan de Universiteit van Amsterdam. „Hij had er geen gewetensproblemen mee om gebruik te maken van vervalste documenten en valse geruchten.”
Pérez promoveerde in 2003 op ”De Tachtigjarige Oorlog in Spaanse ogen”. Ze omschreef Willem van Oranje dinsdag als „kwelgeest van de Spaanse monarchie”, die het voor elkaar wist te krijgen dat de neergang van het Spaanse rijk zich inzette.
Willem van Oranje en koning Filips II hadden volgens Pérez nogal wat gemeen. Ze waren „twee reuzen die tegenstand opriepen”. Beiden verloren hun oudste zoon –door overlijden of ontvoering– en beiden waren weduwnaar. „Misschien waren beiden door al die tegenslag extra verbeten?”
Van Stipriaans biografie geeft volgens Pérez een eerlijk beeld, „niet opgepoetst.” Eén wens had ze nog wel: een vertaling in het Spaans. „Willem van Oranje is een wezenlijk deel van de Spaanse geschiedenis.”