Glasgow in aantocht: de thermometer in de plannen
De spanning stijgt nu de klimaattop in Glasgow bijna van start gaat. Rapport na rapport verschijnt. Hoe staat het er vijf jaar na het klimaatakkoord van Parijs voor? De thermometer gaat erin. Wat wijst die aan?
Onze planeet heeft koorts. Zo luidt de diagnose van menig ‘klimaatdokter’. Eén van de duidelijke symptomen ervan is de huidige opwarming van de aarde. En de ziekteverwekker is ook al vastgesteld: de CO2 die de mens in de atmosfeer in pompt. In 2015 spraken landen in Parijs af om de uitstoot van CO2 te beperken. Hadden de afspraken effect? Zakt de koorts al? Wat is de stand van zaken als het gaat om: 1. de concentratie van broeikasgassen in de lucht, 2. de uitstoot van die gassen, en 3. de plannen om klimaatverandering tegen te gaan?
Recordniveau
Allereerst: hoe gaat het met wat er in de lucht zit? De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) kwam maandag met een publicatie daarover. Boodschap: broeikasgassen in de lucht bereikten in 2020 een recordniveau. Ondanks corona, ondanks lockdowns. WMO-chef Petteri Taalas gaf een duidelijk signaal af richting de klimaattop: „We zijn ver uit koers.”
Het CO2-gehalte steeg niet zo hard als in 2019, maar groeide wel sterker dan gemiddeld in de afgelopen tien jaar, aldus de WMO. De concentratie CO2 ligt 49 procent hoger dan bij de start van de industriële revolutie in 1750. De hoeveelheid methaan ligt sinds die tijd meer dan 2,5 keer hoger. Waar CO2 ongeveer twee derde van het versterkte broeikaseffect voor zijn rekening neemt, doet methaan dat voor ongeveer een kwart.
De meter slaat ook rood uit als het gaat om wat de mensheid in de lucht stopt. De CO2-emissie groeit sinds de eerste klimaattop in de jaren 90 onverminderd door – behalve tijdens de kredietcrisis in 2009. Om de opwarming tegen te gaan, moet de uitstoot niet alleen tot stilstand komen en gaan dalen, maar zelfs zo sterk dalen dat ook het CO2-gehalte in de lucht gaat afnemen. Er was hoop dat de coronacrisis de CO2-uitstoot aan banden zou leggen. Maar de teruggang van 2020 bleek tijdelijk. De uitstoot zit alweer in de lift en matcht bijna het niveau van 2019. Zo stootte de Nederlandse economie in het tweede kwartaal van 2021 alweer 14,1 procent meer van het broeikasgas uit dan in hetzelfde kwartaal van 2020.
Het IEA waarschuwde eerder deze maand in de World Energy Outlook voor de „hardnekkige koppositie van fossiele brandstoffen.” Het energieagentschap voorziet een wereldwijde groei van de CO2-uitstoot van bijna 5 procent. Tijdens de lockdowns van 2020 daalde die met 6 procent.
En hoe zit het met de plannen van landen om wat te doen aan hun uitstoot? Allereerst het positieve nieuws: er is al veelvuldig beterschap beloofd. Dinsdag nog kwam Australië met nieuwe ambities: in 2050 wil het kolenland klimaatneutraal zijn en dus effectief geen CO2 meer uitstoten. En zelfs Saudi-Arabië –een oliestaat die tot nu toe dwarslag in klimaatonderhandelingen– kwam vorige week met ambitieuze beloften voor netto nul emissies in 2060. Of wat te denken van Turkije? Het had als een van weinige landen ‘Parijs’ nog niet ondertekend, maar deed dat onlangs alsnog. Ook goed nieuws: China gaat geen geld meer pompen in de bouw van kolencentrales buiten de eigen landsgrenzen.
Een ander lichtpuntje is de Global Methane Pledge (letterlijk: wereldwijde methaanbelofte) die door de EU en de VS in september is gesmeed. Tientallen landen sloten zich er al bij aan, waaronder Saudi-Arabië. Het pact moet de wereldwijde uitstoot van het broeikasgas methaan in 2030 met 30 procent omlaag brengen. Dat kan in 2050 zo’n 0,2 graden aan opwarming van de aarde schelen. Tijdens de top moet er een strikje om het methaanpact gedaan worden.
Fundament
De beloftes in de nationale plannen van de landen zijn heel belangrijk, zegt prof. dr. Michel den Elzen, senior onderzoeker bij PBL en hoogleraar klimaatmitigatie aan de VU. „Deze plannen zijn het fundament onder het akkoord van Parijs. In Kopenhagen was het doel om wettelijk bindende afspraken te maken. Dat faalde. Parijs pakte het anders aan. Daar was de inzet om landen vrijwillige bijdragen te ontlokken. Beloftes, waarop landen niet afgerekend kunnen worden.”
De nationale plannen –ook wel NDC’s genoemd– zijn vijf jaar na Parijs toe aan een update. Meer dan 120 landen dienden de afgelopen tijd nieuwe plannen in. De meeste zijn ambitieuzer geworden. Den Elzen heeft ze de afgelopen tijd allemaal geanalyseerd. De conclusie is echter even duidelijk als pijnlijk: bij elkaar opgeteld zijn de ambities onvoldoende om de wereldwijde opwarming een halt toe te roepen. In het VN-rapport (titel: ”The heat is on”) dat dinsdag verscheen, waaraan Den Elzen meewerkte, staat dat de aarde afstevent op een temperatuurstijging van 2,7 graden aan het einde van de eeuw. Terwijl in Parijs was afgesproken om te proberen de opwarming te beperken tot 1,5 graden. Volgens Climate Action Tracker haalt alleen Gambia de klimaatdoelen.
Een ander VN-rapport concludeert dat met de huidige plannen de hoeveelheid koolstof die wereldwijd nog mag worden uitgestoten –om binnen de 1,5 graad te blijven– in 2031 op is. Het Parijsdoel is dus nog ver uit zicht.
De beloften in de nieuwe NDC’s zorgen voor een verlaging van de uitstoot van 4 gigaton aan broeikasgassen, stelt Den Elzen. Mooi, maar onvoldoende. Er is vier of acht keer zo veel nodig om de opwarming tot respectievelijk 2 of 1,5 graden te beperken. „Veel westerse landen zetten nu grote stappen, maar die zijn lang niet altijd voldoende. Belangrijk is vooral dat China en India serieus mee gaan doen. Evenals Rusland.” Die landen treuzelen nog.
De klimaattop in Glasgow die zondag start, wordt gezien als de belangrijkste sinds Parijs. De onophoudelijke stroom aan rapporten voert de druk op. De grote vraag is of het ook wat gaat opleveren.