Mensen die geloven in Covid-complottheorieën lopen meer kans om positief te worden getest. Dat volgt uit onderzoek van een wetenschappelijk team onder leiding van sociaal psycholoog Jan-Willem van Prooijen van de Vrije Universiteit Amsterdam. „Hieruit blijkt dat een samenzweringstheorie echte gevolgen heeft voor hun attitude, emotie en gedrag.”
Het onderzoek werd afgelopen week gepubliceerd in vakblad Psychological Medicine.
De onderzoekers geven aan dat het al bekend was dat Covid-samenzweringstheorieën niet onschuldig zijn. Ze kunnen de volksgezondheid in gevaar brengen, doordat aanhangers minder geneigd zijn om fysiek afstand te bewaren en om zich te houden aan beperkende maatregelen. Verder zijn ze minder geneigd zich te laten vaccineren.
Uit de resultaten van hun onderzoek bleek dat aanhangers van Covid-complottheorieën zich minder vaak laten testen op het virus. De onderzoekers wijten dit aan de mening dat het virus helemaal niet zo bedreigend zou zijn als de overheid stelt. Het coronavirus zou volgens de circulerende nepnieuwstheorieën een biowapen zijn dat door wetenschappers is ontwikkeld, een samenzwering om burgers hun rechten te ontnemen, of een dekmantel voor de dreigende wereldwijde economische crash. Maar wanneer ze wel testen, is de uitslag bovengemiddeld vaak positief.
De wetenschappers wijten dat aan het gedrag van de aanhangers van de complottheorieën. Zo ontvingen ze vaker te veel bezoekers in huis tijdens de lockdown, en bezochten ze ook vaker overvolle feesten, bars of restaurants. Verder werden complotdenkers bovengemiddeld vaak ontslagen.
Ondanks de beperkingen van het onderzoek suggereren de onderzoekers dat het geloof in Covid-samenzweringtheorieën een ernstig, zelfs gevaarlijk nadeel voor het individu kan vormen. Bovendien schaden deze complottheorieën de openbare gezondheid, evenals de economische situatie van haar aanhangers.