Later beslissing over inzet tegen Irak
Mochten de Verenigde Staten een oorlog tegen Irak beginnen, dan zal de Tweede Kamer de deelname van luchtmachtvliegtuigen aan de operatie Enduring Freedom moeten heroverwegen.
Dit zei generaal-majoor D. Starink, plaatsvervangend bevelhebber van de Koninklijke Luchtmacht, woensdag desgevraagd in Eindhoven. Hij was daar om een KDC-10-transport- en tankvliegtuig van de luchtmacht uit te zwaaien. Het toestel vertrok naar Qatar om vanuit de Golfstaat een jaar lang deel te nemen aan de Amerikaanse operatie tegen het internationale terrorisme.
De KDC-10 gaat gevechtsvliegtuigen, transporttoestellen en de vliegende radarstations Awacs in de lucht bijtanken. Maandag vertrekt ook een Nederlandse Hercules C-130 naar Kirgizië. Van daaruit gaat het toestel gedurende zes maanden humanitaire vluchten uitvoeren op Afghanistan. Begin juli zullen minimaal twee Nederlandse F-16’s in Enduring Freedom gaan participeren.
Het kabinet zegde in november vorig jaar de KDC-10 al toe aan de Verenigde Staten. In een brief aan de Kamer meldde minister De Grave van Defensie destijds dat het toestel „op korte termijn” zou worden ingezet. Dat het uiteindelijk vier maanden moest duren, wijt generaal Starink aan de „vervangingscyclus” van de Amerikaanse eenheden. „De operaties zijn over hun hoogtepunt heen. Nu hebben ze ons nodig.”
De luchtmacht beschikt over twee KDC-10’s. De toestellen werden in september 1995 overgenomen van Martinair en omgebouwd tot tankervliegtuig. De ’vliegende pompstations’ vervullen voornamelijk een taak in het bijtanken van F-16’s en het vervoeren van mensen en materieel. Volgens Starink komt de transporttaak de komende tijd „wel een beetje in de knel.”
Deelname aan Enduring Freedom is een mijlpaal voor het 334-transportsquadron van de Koninklijke Luchtmacht, aldus de plaatsvervangend bevelhebber woensdag. Tot nu toe opereerden toestellen van deze eenheid voornamelijk vanaf hun thuisbasis Eindhoven. Nu worden voor het eerst twee van dergelijke vliegtuigen gedurende lange tijd elders in de wereld gestationeerd.
Zowel de KDC-10 als de Hercules beschikt over een eigen detachement vliegers en onderhoudspersoneel van ongeveer dertig man. De Koninklijke Luchtmacht lost die eenheden om de drie maanden af.