Een maandag door de SGP georganiseerd rondetafelgesprek over geslachtsregistratie spitste zich ondermeer toe op de bescherming van kinderen. Ethicus Theo Boer: „Wie behoedt hen straks nog voor misstappen?”
Moet het voor burgers –ook voor jongeren– makkelijker worden hun geslachtsregistratie op hun geboorteakte te laten wijzigen? Het demissionaire kabinet-Rutte III vond van wel en stuurde de Kamer kort voor de zomer met dat doel een wetsvoorstel toe. „Een formaliteit”, vindt een groot deel van de Tweede Kamer. Als iemands genderbeleving niet goed samenvalt met zijn of haar biologisch geslacht mag de overheid hen toch wel een beetje ter wille zijn?
De SGP spreekt daarentegen van een ondoordacht voorstel en dringt aan op bezinning. Maandag belegde de partij daarom een rondetafelgesprek.
Ultieme vrijheid
Op de expertmeeting kreeg de partij in elk geval bijval van Elise van Hoek-Burgerhart van de NPV. Zij constateert een sterke toename van het aantal jongeren dat problemen zegt te ervaren met het eigen geslacht en vindt dat er eerst meer duidelijkheid moet komen over de achtergrond daarvan. Laten deze jongeren zich niet te veel meesleuren door allerlei socialmediahypes? Als dat zo is, moet de overheid hen niet zomaar de mogelijkheid bieden om herhaaldelijk te veranderen van man naar vrouw, betoogt Van Hoek. „Dat geeft een signaal af van normalisatie en ultieme vrijheid zonder dat kinderen daar de gevolgen van kunnen overzien.”
Ze krijgt bijval van medisch-ethicus Theo Boer, als hoogleraar ethiek van de gezondheidszorg verbonden aan de Protestants Theologische Universiteit in Groningen. Boer benadrukt dat de schotten die de maatschappij al eeuwenlang aanbrengt tussen de twee geslachten in de eerste plaats een beschermende functie hebben. Het is van belang in de gezondheidszorg, voor bevolkingsonderzoek en -screening, maar ook voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid in bijvoorbeeld gevangenissen, kleedkamers of blijf-van-mijn-lijfhuizen. „Maar het denken in termen van geordendheid is geïmplodeerd, en het denken in termen van gender juist volledig gesubjectiveerd”, sombert Boer. Net als Van Hoek vindt hij dat de overheid beter moet uitzoeken of de belangen van kinderen wel goed zijn meegewogen bij het voorstel voor de wetswijziging. Hij denkt dan niet alleen aan situaties waarin kinderen een andere geslachtsregistratie willen, maar vraagt zich ook af wat het voor kinderen betekent als hun vader aankondigt voortaan als vrouw door het leven te gaan.
De essentie van het wetsvoorstel is tweeledig: wie zijn geslachtsregistratie wil laten aanpassen, hoeft daarvoor niet langer een deskundigheidsverklaring te overleggen. Nu is dat nog verplicht. Een deskundige –vaak een psycholoog– moet vooraf hebben vastgesteld dat de aanvrager de gevolgen van zijn of haar verzoek overziet. Twee: de bestaande minimumleeftijd van 16 jaar wordt geschrapt. Ook minderjarigen kunnen dus voortaan om een aanpassing vragen. Ze moeten dan wel eerst samen met hun ouders (of andere gezagsdragers) langs de rechter; een zorgvuldigheidswaarborg.
Geen opwelling
Dr. Annelou de Vries, als kinder- en jeugdpsychiater verbonden aan de genderkliniek van het UMC Amsterdam, voorziet geen problemen. De arts zegt geen gegevens te kennen waaruit af te leiden is dat steeds meer jongeren in een opwelling willen veranderen van geslacht.
Boer vindt dat wel erg makkelijk. Hij wijst erop dat De Vries alleen jongeren ziet die al zo lang over hun geslachtsbeleving hebben nagedacht dat ze uiteindelijk de stap naar een kliniek hebben gezet. „Het punt met deze wet is nu juist dat mensen hun geslachtsregistratie kunnen aanpassen zonder langs de kliniek of een andere deskundige te hoeven”, aldus Boer. „Wie behoedt hen dan nog voor misstappen?”
Volgens dr. Machteld Vonk, hoogleraar familierecht aan de VU Amsterdam, is het wetsvoorstel goed doordacht en mag de wetgever zelfs nog wel een stap verder gaan. Vonk is het ermee eens dat de overheid de belangen van kinderen hoort te beschermen. „Maar dat betekent niet dat we hun autonomie moeten inperken, integendeel. Het betekent vooral kinderen en adolescenten serieus nemen in hun rechten en hun identiteitsbeleving. En ze beschermen tegen een maatschappij die hier niet altijd mee weet om te gaan. Als je op je 14-de al 6 jaar als meisje leeft en je denkt op je 17-de: ik ben toch geen meisje, wat is er dan erg aan als je dat terugverandert?”, vraagt Vonk zich af. Dat minderjarigen en hun ouders vooraf een gang naar de rechter moeten maken, noemt Vonk „een hele zware stap.” „Ik denk dat ze dit ook zelf kunnen beslissen.”
Juridische dingetjes
In het door de SGP georganiseerde rondetafelgesprek betoogden diverse deskundigen dat het wetsvoorstel van minister Dekker (Rechtsbescherming) niet groter gemaakt moet worden dan het is en niet vermengd moet worden met de discussie over het al dan niet wenselijk zijn van operatieve geslachtsverandering. In het wetsvoorstel gaat het om „juridische dingetjes”, stelde de Utrechtse juriste Marjolein van den Brink. Volgens haar helpt de mogelijkheid om zelf bij de burgerlijke stand je geregistreerde geslacht te kunnen veranderen „het leed” van kinderen met genderdysforie „al enorm verminderen.”
Voor een deel van deze kinderen is het waarschijnlijk al genoeg als zij in adminstratief opzicht hun geslacht kunnen veranderen; als zij díé mogelijkheid krijgen, kan het zomaar zijn dat zij daarna geen behoefte meer hebben aan operatieve ingrepen, betoogde Van den Brink.