Directeur Pieter Zandt: Tweedeling over vaccinatie koste wat het kost voorkomen
Ondanks versoepelingen gelden op middelbare scholen na de zomervakantie nog steeds diverse coronamaatregelen. Hoe gaat de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen daarmee om? En leeft het vaccinatiedebat in de schoolbanken?
In de docentenkamer van de Pieter Zandt in Kampen windt Jaap Gouman (60), docent Engels, er dinsdagmorgen geen doekjes om. „Het is niet te doen dat ik anderhalve meter afstand houd tot leerlingen. Zeker in een klas met weinig ruimte bevind ik me al snel op kortere afstand. Bijvoorbeeld als ik een jongere iets moet uitleggen.” Gouman heeft net de eerste lessen in het nieuwe schooljaar achter de rug.
Bijval krijgt hij van zijn collega Cor van ’t Hof (71), docent Nederlands. „Ik had vanmorgen 31 leerlingen in klas. Dan is het eigenlijk onmogelijk dat ik telkens 1,5 meter afstand bewaar. Ik loop tussen de rijen door, als iemand wat vraagt. Dan kan ik niet telkens afstand houden.”
Nederland mag dan voor een belangrijk deel weer van het slot zijn, op onder meer middelbare scholen gelden in ieder geval tot 20 september nog diverse coronamaatregelen (zie de afbeeldingen onderin). Zo moeten leerlingen in het voortgezet onderwijs in principe 1,5 meter afstand houden tot hun docenten.
Ook dienen leerlingen en medewerkers een mondkapje te dragen als ze door school lopen. Bijvoorbeeld in de gang en de aula, meldt de rijksoverheid. Zittend in de klas mag het mondmasker weer af.
Zinloos
Maar de praktijk is weerbarstig, zo blijkt op de eerste schooldag van het nieuwe cursusjaar op de Pieter Zandt in Kampen. Menig scholier heeft op de trappen mond en neus niet bedekt. „Het is wennen om het mondkapje binnen de school te dragen. In de winkel hoef je hem ook niet op. Zeker als het warm is, is het niet fijn om het kapje in de school te dragen”, zegt leerling Dennis (14). „Soms vergeet ik het kapje mee te nemen.”
„Ik vind zo’n mondkapje maar niks. Ik krijg het snel benauwd als ik zo’n ding op heb”, zegt de 15-jarige Denise uit Oldebroek. Haar opa overleed aan corona, „al had hij ook al andere ziektes.” Else (15) uit Genemuiden, naast haar op het bankje op het schoolplein: „Echt een beetje onzin, die mondkapjes. Mensen gaan er aan zitten frunniken en kunnen zo juist het coronavirus verspreiden.” Als de leraren hen in school aanspreken, dan willen de meiden het mondkapje wel opdoen.
Ook leerkrachten hebben zo hun twijfels over nut en noodzaak van de mondkapjes binnen de schoolmuren. „We stellen de mondkapjesregel, omdat de overheid het vraagt. Maar ik vind het voorschrift volstrekt zinloos”, verzucht Erik Jan Vinke (30), docent maatschappijleer. „Buiten knuffelen de scholieren elkaar.”
De worsteling met de voorschriften ervaart ook Arie Trouwborst, directeur onderwijs op de Pieter Zandt scholengemeenschap en lid van het team dat het coronabeleid voert. „We willen de overheid gehoorzamen, maar hebben anderzijds een probleem met de handhaving”, vertelt Trouwborst op zijn kamer. „We zitten in een lastig parket. Je wilt niet meteen op de eerste dag van het nieuwe schooljaar onaardig doen en leerlingen aanspreken op het niet dragen van een mondkapje.”
In de aula hoeven de leerlingen geen mondkapje te dragen, besliste de schoolleiding, anders dan de rijksoverheid voorschrijft. „We handelen in de geest van de wet”, zegt Trouwborst. „In de aula vormen zich groepjes, als het ware klasjes. En zittend in de klas hoeven scholieren geen mondkapje te dragen.”
Voorzichtig
Nu het grootste deel van de bevolking (deels) is ingeënt, ligt de vaccinatiebereidheid in de Biblebelt onder het vergrootglas. Binnen reformatorische kring is vanouds verschil van mening over inenten. Is er op de Pieter Zandt spanning rond dit thema?
„Ik merk die tot nu toe niet”, reageert docent Gouman. „Ik zie niet dat bijvoorbeeld iemand die is gevaccineerd weigert om naast een niet-gevaccineerde te zitten.”
Zijn collega Van ’t Hof, die zich heeft laten vaccineren: „Met mijn 71 jaar ben ik natuurlijk al wat ouder. Tot nu toe merk ik dat collega’s onderling respect hebben voor elkaars standpunt. Leerlingen vroegen me onlangs: „Bent u bang voor corona?” Toen heb ik gezegd dat ik niet bang ben, maar wel voorzichtig. De scholieren zeggen goed te kunnen begrijpen dat ik me heb laten inenten. Zelf merk ik in mijn omgeving dat mensen twijfels hebben over de veiligheid van het vaccin. Mijn dochter laat zich niet inenten, omdat ze bang is dat ze dan later geen kinderen kan krijgen.”
Van belang is dat er rond vaccinatie op school geen tweedracht ontstaat, benadrukken docent Van ’t Hof en zijn collega’s Vinke en Gouman in de docentenkamer. Vinke, docent maatschappijleer: „We moeten polarisatie voorkomen. Respect voor ieders keuze staat bij mij hoog in het vaandel.”
Met zijn vakgroep wil hij binnenkort overleg over de wijze waarop de docenten het thema vaccinatie in de klas gaan bespreken. „Ik denk dat er wel wat loskomt onder leerlingen. Onze taak is zaken te analyseren. Enerzijds kennen we het recht om over je eigen lichaam te beschikken, anderzijds is het de taak van de overheid gezondheid van de samenleving te waarborgen. Die zaken kunnen botsen. Ik ben zelf pro-vaccinatie, maar ik zal de vrijheid om je niet te vaccineren te vuur en te zwaard verdedigen.”
Bus
„Koste wat het kost willen we over vaccinatie geen tweedeling op school”, zegt directeur Trouwborst, die zich niet laat inenten. „Voor mij is het een gewetenszaak. Ziekte en gezondheid komen ons toe van Zijn hand. Een ander meent dat een vaccin wel een geoorloofd middel is. Ik mag niet heersen over het geweten van een ander. We mogen niet laten gebeuren dat vaccinatie ons uit elkaar drijft. We hebben elkaar in reformatorische kring hard nodig, omdat er van buitenaf van alles op ons afkomst. Denk aan discussies over artikel 23 over de vrijheid van onderwijs en het lhbti-debat.”
Afgelopen tijd gingen verhalen over prikbussen op scholen. Trouwborst ontving signalen van verontruste ouders. „Wij hebben geen verzoek van de GGD gehad”, zegt hij. „Maar zo’n prikbus komt sowieso niet ons terrein op. Een school is geen medische locatie.”
Kwetsbaren
Bestaat het riscio dat de pandemie toch weer oplaait? Docent Van ’t Hof houdt er terdege rekening mee. „Het aantal besmettingen daalt niet zo hard als we zouden willen.”
Docent Vinke: „Ik hoop dat kwetsbaren binnen families niet geraakt worden.”
Docent Gouman: „Hopelijk is afstandsonderwijs nu wel definitief voorbij. Ik vond online lesgeven verschrikkelijk.”