Het Openbaar Ministerie en de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) zijn „met elkaar in gesprek” over de manier waarop de euthanasieregels toegepast moeten worden, bevestigt het OM na berichtgeving door Trouw. De krant meldde dinsdag dat OM-topman Rinus Otte „harde kritiek” heeft geuit op de richtlijnen van de RTE. Die werden eind vorig jaar aangepast en daarover is discussie ontstaan.
De aanpassingen volgden op een uitspraak van de Hoge Raad. Die bepaalde dat een arts zorgvuldig had gehandeld bij het inwilligen van een euthanasiewens die een demente vrouw op papier had gezet toen ze nog helder van geest was. Ze was door haar vergevorderde dementie niet meer in staat die wens duidelijk te bevestigen, maar had eerder dus wel duidelijk opgeschreven dat ze niet meer verder wilde leven als het zover zou komen.
Het OM had de zaak aan de Hoge Raad voorgelegd om duidelijkheid te krijgen over wat wel en niet geoorloofd is in dit soort gevallen. De zaak draaide dus om het principe en niet meer om de arts zelf, die al was ontslagen van rechtsvervolging.
Volgens Trouw heeft Otte aan de toetsingscommissies duidelijk gemaakt dat hij de euthanasiecode nu verder vindt gaan dan dat arrest. Het lijkt een „verruiming van de euthanasiemogelijkheden”, zo citeert de krant uit een brief van de procureur-generaal aan de RTE. Het OM wil „mede in het licht van het gesprek met de RTE” niet nader ingaan op deze „interne correspondentie”. Wel bevestigt het dat de interpretatie van de arresten van de Hoge Raad „een belangrijke rol speelt” in de gesprekken met de toetsingscommissies. Die zijn in het leven geroepen om vanuit medisch perspectief te beoordelen of artsen de euthanasieregels goed volgen. Alleen als dat niet zo is, komt justitie eraan te pas.
In het verhaal van Trouw staat dat Otte minister van Veiligheid en Justitie Ferd Grapperhaus heeft gevraagd een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de oordelen van de RTE. Op de vraag of dat klopt, geeft het OM geen direct antwoord. „Het OM is voorstander van onafhankelijk toezicht. Dat moet worden gezien in de sleutel van controle die in een democratie nu eenmaal onontbeerlijk is voor alle publiekrechtelijke gevoelige kwesties waarin zwaarwegende belangen in het geding zijn.”