Vier op de tien Nederlanders zijn minder vlees gaan eten
Circa vier op de tien Nederlanders (38 procent) zijn naar eigen zeggen in de laatste jaren bewust minder vlees gaan eten. Zo’n 5 procent wil binnenkort minderen.
Dat meldde het Voedingscentrum dinsdag op basis van een representatieve steekproef uitgevoerd door onderzoeksbureau Motivaction. De meest genoemde redenen om minder vlees te eten, zijn de gevolgen van de vleesproductie op het milieu (37 procent) en het dierenwelzijn (34 procent). Ruim een kwart (27 procent) laat vlees vaker staan omwille van de eigen gezondheid.
Vier op de tien Nederlanders (41 procent) vinden dagelijks vlees eten ook niet meer van deze tijd.
Mensen vinden het soms wel lastig om te minderen. „Ze zijn bang de smaak te missen en zijn gewend aan vlees op hun bord. Ook identiteit blijkt een rol te spelen; een kwart van de mensen vindt dat vlees eten bij hen hoort”, zegt Liesbeth Velema, expert voeding en gedrag bij het Voedingscentrum.
Het minderen met vlees is van de laatste jaren. In 1950 aten Nederlanders gemiddeld 17 kilo vlees per persoon per jaar, tegenover bijna 36 kilo nu.
„De gemiddelde vleesconsumptie bleef stijgen tot 2010. Toen aten Nederlanders gemiddeld 39,5 kilo vlees per persoon per jaar.
Sinds 2010 neemt de vleesconsumptie gemiddeld af, al stagneert het wat sinds 2016”, aldus het Voedingscentrum. Onder vleeseters is kip het populairst: ruim driekwart (76 procent) eet dit minstens één dag in de week.
Aan het onderzoek werkte een representatieve groep van meer dan duizend Nederlanders van 18 tot 80 jaar mee.