Coronasteun voor bedrijven verlengd tot na de zomer
Na lang wikken en wegen heeft het kabinet besloten om het economisch steunpakket voor het bedrijfsleven met drie maanden te verlengen.
Dat was niet zomaar een afweging, benadrukten minister Blok (Economische Zaken), Hoekstra (Financiën) en Koolmees (Sociale Zaken) donderdag eensgezind tijdens de persconferentie.
Het positieve vooruitzicht op economisch herstel plaatste het demissionaire kabinet voor nieuwe dilemma’s. Bijvoorbeeld of dan nu het moment is gekomen om steunregelingen stapsgewijs terug te schroeven.
Zo ver zijn de verantwoordelijke bewindslieden nog niet. Alle regelingen die in het leven zijn geroepen om bedrijven overeind te houden die minder omzet draaien vanwege de coronacrisis, blijven onverminderd van kracht. Ook in de maanden juli, augustus en september kunnen ondernemingen onder meer een beroep doen op loonsteun (NOW) en aanspraak maken op een tegemoetkoming voor vaste lasten.
Verder kondigden de ministers Blok, Hoekstra en Koolmees aan dat bedrijven meer tijd krijgen om hun belastingschuld af te lossen. Ondernemers krijgen hier vijf jaar de tijd voor en hoeven pas te beginnen per 1 oktober 2022.
Bedrijven mogen er niet op rekenen dat hun belastingschuld in de toekomst wordt kwijtgescholden. Minister Hoekstra benadrukte dat het principe geldt: wel uitstel, geen afstel. Kwijtschelding zou niet eerlijk zijn tegenover ondernemers die hun belastingschuld al wel aflosten.
Hoekstra heeft er alle vertrouwen in dat bedrijven in staat zijn om af te lossen, mede omdat de uitstaande belastingschuld al met 20 miljard euro is verminderd. Gedurende de crisis stond er in totaal 36 miljard aan schuld open, nu 16 miljard.
Het verlengen van het economisch steunpakket kost 6 miljard euro. Dat maakt dat verspreid over de jaren 2020, 2021 en 2022 nu 80 miljard euro is uitgetrokken om bedrijven op de been te houden.
Als hoeder van de Nederlandse schatkist wees minister Hoekstra erop dat het verlengen van het steunpakket „echt bedoeld is als laatste steun in de rug. Er komt een punt waarop de economie weer zelfstandig moet kunnen draaien.” Vanaf oktober gaat het kabinet de steun aan het bedrijfsleven afbouwen, ervan uitgaande dat de epidemiologische situatie dat toelaat.
Economen hebben uiteenlopende gedachten bij de vraag wanneer de steun moet worden beëindigd. Hasekamp, directeur van het Centraal Planbureau (CPB), beargumenteerde al in april dat de overheidssteun eind juni zou moeten aflopen.
Volgens Hasekamp is het pijnlijk maar onvermijdelijk dat bedrijven die geen toekomstperspectief hebben en overleven op overheidssteun op een zeker moment de stekker eruit moeten trekken. Zodoende kan de economie zich aanpassen aan het nieuwe normaal.
Andere economen zijn voor verlengen, omdat de omvang van de overheidssteun „meeademt” met de stand van de economie. Als het economisch beter gaat, draaien bedrijven meer omzet en hebben daardoor automatisch minder recht op steun.
Bij die argumentatie sluit het kabinet zich aan. De ministers wijzen erop dat ondernemers nog steeds minder inkomsten hebben vanwege de overheidsmaatregelen om de verspreiding van het virus te beperken. „Corona is geen normaal ondernemersrisico”, aldus minister Blok.