Hanneke van Kooten: Steeds op zoek naar de juiste balans
In de Hoeksche Waard werd ze vijf jaar geleden zakenvrouw van het jaar. Binnen de reformatorische gezindte behoort Hanneke van Kooten-Sintmaartensdijk (40) uit Goudswaard tot het schaarse groepje succesvolle vrouwelijke ondernemers. Met haar man en een zwager staat ze aan de top van de marktleider in blokhutten. Alsmaar keihard werken bezorgde haar een burn-out. De coronaperiode blijkt opnieuw lastig te zijn. „Goed kan bij mij altijd nog beter.”
Een brede metalen lamp met een industriële look zorgt voor licht boven het bureau. Het marketingkantoor is sinds kort in een aparte ruimte ondergebracht, schuin tegenover de showroom vol blokhutten op het industrieterrein van Numansdorp. „Samen met Jan heb ik dit nieuwe kantoor ingedeeld. Jan heeft het bouwtechnisch gedeelte begeleid en ik heb de interieurstyling gedaan”, zegt Hanneke. De gelijkenis met de inrichting van de showrooms is duidelijk. Behalve de met zorg uitgezochte kantoormeubelen, staat er een comfortabele zitbank waar medewerkers even kunnen ontspannen tussen fraaie vazen, lampen en andere accessoires. Alles is perfect op elkaar afgestemd.
Met haar afdeling prijst Hanneke van Kooten het brede assortiment in blokhutten, veranda’s en luxe tuinhuizen aan. Via de sociale media en Google weet ze uit alle delen van Nederland en Vlaanderen klanten naar zich toe te trekken.
De mede-eigenaar van het sterk groeiende bedrijf is ambitieus, maar voelt zich op geen enkele manier een carrièrevrouw. Ze is naar eigen zeggen nog steeds de dochter van de groenteboer van Goudswaard, die met hard werken de kost verdiende voor zijn vrouw en tien kinderen. Zijn mentaliteit –„van hard werken is nog nooit iemand slechter geworden”– is overgeslagen op zijn dochter, die al op elfjarige leeftijd meeging langs de deuren van de klanten.
Na de lagere school volgt Hanneke Sintmaartensdijk de mavo in Rotterdam. Op 17-jarige leeftijd ontmoet ze Jan van Kooten uit het naburige Nieuw-Beijerland. Na de middelbare school gaat ze aan de slag. Eerst bij een slager, later in een bakkerswinkel. „Doorleren was er in mijn omgeving niet echt bij. Ik had gedacht iets administratiefs te gaan doen, maar wilde in ieder geval geld in het laatje brengen.” Maar haar ambities lagen nooit echt op het cijfermatige vlak. „Jarenlang wilde ik graag bij de bereden politie. Ik vind paarden geweldige dieren. Ze zijn intelligent en als ik er tijd voor had, zou ik er graag zelf enkele in de wei hebben om voor te zorgen.’
In 2001 trouwt ze met Jan, die op dat moment actief is in het grondverzet. In zijn vrije uren is hij op verzoek op verschillende plaatsen druk met klussen in de tuin zoals graafwerk, schuttingen zetten en straatwerk. „Beetje hobbymatig en om een centje bij te verdienen.”
Hoe ontstond jullie bedrijf?
„In 2004 kwam Jan met het plan om voor zichzelf te beginnen. Ik schrok daar aanvankelijk wel van en vond het een megastap. Toch zetten we door en al na een aantal weken nam de vraag naar schuttingen en dergelijke snel toe. We waren er druk mee en hebben toen bij een boer een schuur gehuurd om materialen op te slaan. Ik had geen baan meer buitenshuis en begon de huishouding te combineren met werkzaamheden voor het bedrijf, zoals klanten ontvangen, het maken van facturen en adverteren op Marktplaats.”
Vooral de blokhut stuwde de groei. Wiens idee was dat?
„Het was Jan die een vraag kreeg van een klant in Barendrecht. Hij zegt nooit nee en zoekt altijd naar mogelijkheden om iets te realiseren. Dat gold ook voor de blokhutten. We hadden aanvankelijk twaalf modellen, nu zijn er honderden mogelijkheden. In de loop der jaren zijn er kapschuren, veranda’s en diverse andere buitenverblijven toegevoegd aan het assortiment, evenals tuinmeubelen en talloze andere artikelen.”
Het ging hard. Wat betekende dat voor u?
„De schuur was al spoedig te klein. We huurden ons eerste pand op het industrieterrein van Numansdorp. Daar kwamen de eerste personeelsleden. Ik kreeg het steeds drukker, maar had thuis oppas. Alles ging wel heel voorzichtig. Als iemand twee planken van een bepaald soort bestelde, kochten we geen pak van vijftig in. Iedere aankoop betaalden we uit eigen middelen.”
Waar staat het bedrijf nu?
„We hebben net de achtste vestiging geopend, in Woerden. We hadden al zeven showrooms in Nederland en eentje in Wommelgem, België, net over de grens. We zijn marktleider in blokhutten, veranda’s en buitenverblijven en verantwoordelijk voor circa honderd werknemers en een scala aan zzp’ers.” Hoe groot de omzet is? Dat moet ze even opzoeken. In 2020 blijkt er, ondanks een korte dip in het voorjaar als gevolg van corona, opnieuw sprake te zijn geweest van een stijging: van 22 miljoen in het jaar daarvoor naar circa 26 miljoen euro.
Wat doet dat met u?
„Het heeft me, denk ik, niet zo veel veranderd. Ik blijf er nuchter onder. Zo zijn we. Toen het onlangs erg druk was in het magazijn, zat Jan drie dagen lang op de heftruck. Het werk is nooit klaar. Ons personeel gaat daarin mee. We hebben het grappend weleens over kopietjes van ons of spreken over het ”Van Kootenbloed”. Met Koningsdag was er vrijwillig een hele groep aan het werk. Geweldig natuurlijk en als dit sporadisch voorkomt is dat prima, maar we moeten ervoor waken dat we erin doorslaan. Alles moet in balans blijven.”
Vindt u het zelf lastig om het evenwicht te bewaken tussen ontspanning en werk?
„In 2013 was ik helemaal op en had een burn-out. Anderhalf jaar ben ik grotendeels uit de running geweest. Ik kon echt niet meer. Jarenlang was ik maar doorgegaan, van ’s ochtends vroeg tot in de nacht. Dat stapelt zich op, tot de bom barst. Als ik ’s ochtends een uurtje had gewerkt, had ik weer drie uur nodig op de bank om bij te komen. Ik beleefde dat toen niet zo, maar achteraf besef ik dat het een ontzettend zware periode moet zijn geweest voor mijn man. Hij was al die tijd fulltime vader én zakenman. Met rust, medicatie en gesprekken met de psycholoog ben ik er weer bovenop gekomen. Maar zoals voor die tijd wordt het nooit meer. De energie van toen komt niet volledig terug.”
Wat merkt u daarvan?
„Het afgelopen jaar was opnieuw lastig. Corona gaf aanvankelijk veel onzekerheid en dan drukt de verantwoordelijkheid zwaar. Ook de vraag hoe we zichtbaar konden blijven voor klanten, kostte me aanvankelijk veel hoofdbrekens. Gelukkig konden we thuis afspreken en videobellen. Dan kan ik het bedrijf en bijbehorende werkzaamheden moeilijk van me af zetten. Met het gedwongen nieuwe thuiswerken tijdens corona, moest ik zoeken naar een goede scheiding tussen werkzaamheden voor de zaak en privé. Die volle mailbox bleef maar roepen.”
Wat is de les van 2013?
„Dat je tijdig op de rem moet trappen als je aanvoelt dat het te veel wordt. Ik ben nu enkele middagen thuis aan het werk, op een rustiger tempo. Afstand nemen van het werk, dat is heel belangrijk. Maar tegelijk erg moeilijk. Ik ben nog steeds aan het leren om zaken uit handen te geven. Er zijn voldoende geschikte mensen om me heen die marketingwerkzaamheden kunnen overnemen.” Lachend: „Dan moet ik ze wel de kans geven.”
Is dat erg lastig?
„Eerlijk gezegd wel. Goed kan bij mij altijd nog beter. Als ik iets bereik, ben ik lang niet altijd tevreden. Dan ga ik door en ben niet te stoppen. Dat moet er dus af. Dan komt de perfectionistische Hanneke om de hoek kijken die zegt: Goed moet beter. En ik zeg dan tegen mezelf: Goed is goed. Het is een nuanceverschil en dat heeft te maken met de keuzes die je maakt.”
In 2016 werd u in de Hoeksche Waard verkozen tot zakenvrouw van het jaar. Hoe was dat?
„Ik zie het als een soort kroon op het werk. Een titel die ik te danken heb aan de manier van zakendoen, samen met Jan en onze zwager Benjamin, die in 2013 in het bedrijf gekomen is. Het was een eer om de titel een jaar te hebben mogen dragen, maar het bracht wel veel extra werk met zich mee. Voor de aanleg van een buitenverblijf bij een hospice in de regio moest sponsorgeld worden ingezameld. Maar het was wel een mooi avontuur waarvan ik veel leerde. Ik zou er nu geen tijd voor hebben.”
U doet binnen het bedrijf graag de marketing, styling en productkeuze. Waar ligt uw hart?
„Winkels inrichten is prachtig maar kost veel tijd. Ik ben verzot op het zoeken naar nieuwigheden die passen bij onze belangrijkste producten, blokhutten en veranda’s. Zo zie je nu tal van zaken in aluminium en staal, met een industriële look. Dat vind ik supertof. Vooropstaat dat de klant tevreden moet zijn. De klanten zijn onze ambassadeurs. Marketing staat bij mij op de eerste plaats. Het geeft me een goed gevoel als het lukt de klant naar de winkel te halen.”
U hebt geen echte vooropleiding in de marketing. Is dat een gemis?
„Gewoon boerenverstand. Ha ha, niet alleen dat natuurlijk, maar door de jaren heen ben ik erin gegroeid. Ik ken het bedrijf door en door en ben soms door schade en schande wijzer geworden. Misschien doe ik nog steeds niet alles volgens de officiële richtlijnen, maar ik heb er wel gevoel voor.”
Binnen het bedrijf kiezen jullie voor een sfeer waarin ook reformatorische christenen zich thuis voelen. Hoe doet u dat?
„We zetten onze vacatures ook altijd uit in de reformatorische gemeenschap. We zoeken wel mensen met de juiste kwalificaties voor een functie. Niet iedereen hoeft daarom per se een reformatorische achtergrond te hebben, maar men moet zich wel kunnen conformeren aan onze normen en waarden. Verder steunen we goede doelen. In 2020 was dat –onder andere– de Stichting Bethlehem. Die houdt zich bezig met ontwikkelingshulp en Woordverkondiging in Zuid-Afrika. En, in een moderne 24 uurseconomie is dat bijna ondenkbaar, onze website is op zondag niet operationeel.”
Van Kooten richt zich op groei. Hoe lang nog?
„Een gezond bedrijf groeit, maar groei kan zich op vele manieren manifesteren. De vraag ”hoe lang nog” is daarom niet relevant; het is de manier waarop je rendabel kunt blijven. Uitbreiding van showrooms en verandawinkels, om een landelijke dekking te verkrijgen, is daar een aspect van, maar geen doel op zich.”
Groter en groter, hoe verhoudt zich dat tot een sobere calvinistische levensvisie?
„Moeilijke vraag. Het past niet bij elkaar, denk ik. Ik zou de vraag genuanceerder willen beantwoorden. Wij werken gestaag aan ons bedrijf, ook voor onze medewerkers. We zorgen voor werkgelegenheid en leven in een maatschappij waar vraag en aanbod de markt bepalen. We voorzien in behoeften van mensen. Als we dat kunnen blijven doen, dan zijn wat ons betreft de mogelijkheden onbegrensd.”
Voelt u zich gezegend?
„Absoluut. Ik realiseer me dat we het meer dan goed hebben en dat we gelukkig mogen zijn met dat wat God ons heeft aangereikt. Tot op heden heeft Hij ons behoed voor ongelukken en grote tegenslagen. Daarvoor zijn we dankbaar.”
Man en vrouw beide ondernemer. Is er wel tijd voor elkaar?
„We zijn een uitstekend team. We vullen elkaar aan en hebben beiden nog steeds dezelfde passie voor het bedrijf. Vakanties kunnen nu niet in verband met corona, maar we gaan graag op winter- en op zomervakantie. Daarnaast maken we regelmatig uitstapjes in eigen land. We zijn, net als onze kinderen, ook graag thuis. We wonen aan de rand van het dorp, hebben twee honden en vermaken ons prima. De oudste vindt het ook leuk om in vakanties op de zaak te werken. Hem zien we als eventuele opvolger van Jan.”
Hebben jullie elkaar niet te veel moeten missen de voorbije jaren?
„Elke gezinssituatie is uniek. Onze kinderen zijn opgegroeid in een ondernemersgezin. Dat brengt nadelen, maar ook voordelen met zich mee. Niet anders dan in welk ander gezin dan ook. We eten elke avond met z’n vieren. En natuurlijk zal het er anders aan toegaan dan in een gezin waar moeder de hele dag huis is, maar eerlijk gezegd zou dat niet bij me passen. Ik denk dat ik een leuker mens ben als ik ook werk. Daar komen we weer op de balans tussen werk- en privé.”
Hebt u hobby’s?
Ze denkt even na. „De laatste tijd maak ik weleens een wandeling. Door even bewust rust te nemen zie je de natuur anders dan dat je er met je auto doorheen racet. Ik ervaar het wel als rustgevend. Maar ik heb geen hobby in de zin van dat ik uren vrijmaak voor het een of het ander. Ik vind het trouwens wel heel leuk om te koken. Voor het gezin bak ik graag iets lekkers of braad een lekker stukje vlees. Daar haal ik veel voldoening uit. Echt tevreden ben ik pas als m’n man of de jongens meerdere malen benadrukken dat het echt heerlijk smaakt. Ik groei van complimentjes.”