Fluiten, naroepen, staren: vrouwen pikken intimidatie niet meer
Fluiten, staren, seksuele toespelingen. Er is bijna geen vrouw die het nog nooit meemaakte. Met de moord op de Britse Sarah Everard in maart kwam straatintimidatie in één klap weer in het nieuws. Vrouwen zijn het zat. De oplossing? Die ligt ook bij mannen. Vooral bij de vaders.
„Met welke vormen van straatintimidatie heb je zelf te maken gehad?” vraagt de workshopleider. Deze maandagavond zijn zeven mensen –uitsluitend vrouwen– aangeschoven voor de training omstanderinterventie van Fairspace, een organisatie die zich inzet voor veiligheid op straat. De score van de deelnemers is eensluidend: 100 procent kreeg te maken met staren, 83 procent met fluiten en eenzelfde percentage met mannen die te dichtbij stonden. „Iedere vrouw heeft ervaring met straatintimidatie”, reageert de workshopleider.
De openingsvraag tekent de relevantie van het thema. Veiligheid van vrouwen op straat werd in maart weer volop actueel na de moord op de Britse Sarah Everard. De 33-jarige vrouw werd ’s avonds op de terugweg na een bezoek aan een vriendin ontvoerd en vermoord. De schok in het Verenigd Koninkrijk was vooral groot omdat het Everard overkwam in een nette wijk die niet als onveilig bekend stond. Bovendien droeg Everard lichte kleding en gemakkelijke schoenen, zodat ze zo had kunnen wegrennen als dat nodig was geweest.
De zaak-Everard riep tal van reacties op. Vrouwen –en mannen– demonstreerden in Londen voor meer veiligheid op straat. Ook in Den Haag, Tilburg en Arnhem gingen mensen de straat op. Op sociale media verscheen de hashtag #saraheverard, op Instagram was de post ”Text me when you get home” (sms me als je thuis bent) korte tijd trending.
De socialemediastorm deed denken aan #metoo, die in 2017 in korte tijd viraal ging. Met de hashtag vragen slachtoffers van seksueel misbruik aandacht voor hun situatie en het feit dat de dader vaak ongestraft blijft.
Gaat het bij #metoo vaak om misbruikgevallen in besloten kring –bijvoorbeeld in een werksituatie–, de zaak-Everard gaat over veiligheid in de openbare ruimte. Straatintimidatie bleek een onderwerp waar elke vrouw in meer of mindere mate mee te maken krijgt.
Dat terwijl uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat het aantal seksuele misdrijven de laatste jaren afneemt. In 2019 ging het om 8305 misdrijven, in 2020 om 7850. Over de afgelopen 10 jaar is wel een golfbeweging te zien: het ene jaar een stijging, het andere jaar een daling. Ook het gevoel van onveiligheid is de afgelopen jaren afgenomen. In 2012 voelde 45 procent van de vrouwen zich weleens onveilig; in 2019 was dat percentage gedaald tot 40,4 procent. Ter vergelijking: 23,1 procent van de mannen voelde zich in 2019 weleens onveilig.
Compliment
Wat wordt er eigenlijk bedoeld met onveiligheid? En wie bepaalt eigenlijk waar een flirt stopt en intimidatie begint? „Er is een wereld van verschil tussen een flirt en intimidatie”, vertelt Nikki Koppes van Stichting Stop Straatintimidatie. „Een flirt is wederzijds, intimidatie eenzijdig. Als een man in de tram naar me blijft kijken terwijl ik wegkijk, dan is dat intimidatie. Ik geef op dat moment geen goedkeuring voor het contact.”
In veel gevallen is het zo klaar als een klontje dat er sprake is van intimidatie. Koppes somt op waar –voornamelijk– vrouwen mee geconfronteerd worden: geluiden van goedkeuring, naroepen, ongevraagd dingen zeggen over het uiterlijk –bijvoorbeeld het veel voorkomende „Kijk niet zo boos”–, naast iemand gaan lopen op straat, seksueel getinte opmerkingen. Soms is het lastiger om te beoordelen of iets intimidatie is. Bovendien zal de ene vrouw een opmerking wel als intimiderend ervaren en de andere niet.
Intimidatie treft niet alleen vrouwen, zegt Laura Adèr, medeoprichter van workshopaanbieder Fairspace. Ook mensen vanuit de lhbt-gemeenschap of mensen met een zichtbare handicap of geloofsovertuiging krijgen ermee te maken. „Eigenlijk iedereen die afwijkt van de heteronormatieve, witte man.”
De massale onrust na de moord op Everard is voor Adèr een signaal dat „we de intimidatie niet meer accepteren.” „We zagen het lang als normaal onderdeel van de buitencultuur. Nu wordt het gezien als een vorm van geweld tegen vrouwen. De verontwaardiging wordt daarbij steeds groter. Iedereen had Sarah kunnen zijn. Je zou gewoon veilig thuis moeten kunnen komen.”
Bewustwording is een belangrijk middel in de aanpak van straatintimidatie, stelt zowel Adèr als Koppes. Voor de slachtoffers, maar ook voor mensen die om hen heen staan. In de workshops probeert Fairspace omstanders meer bewust te maken van hun mogelijkheden in het tegengaan van intimidatie. Met behulp van vijf D’s kunnen zij iets aan zo’n situatie doen: distract, delegate, document, delay, en direct (afleiden, delegeren, vastleggen, vertragen, leidinggeven). Bijvoorbeeld door een gesprek aan te knopen met iemand die wordt geïntimideerd, of de agressor duidelijk te maken dat zijn gedrag niet op prijs wordt gesteld.
Kledingkeuze
Ook in reformatorische kring komt intimidatie voor, vertelt Elisabeth Verschuure van het Reformatorisch Meldpunt seksueel misbruik. „Dat kan op diverse manieren: verbaal, non-verbaal of fysiek. En vaak seksueel getint.”
Een man heeft niet altijd een verkeerde intentie, zegt Verschuure, die al jaren betrokken is bij het meldpunt. „Ze vertonen dat gedrag soms onbedoeld. Bij een gesprek zie je dan zo hun ogen van boven naar beneden gaan. Dan zijn het jagers.”
Verschuure, zelf moeder van twee dochters, herkent de vraag of vrouwen niet zelf in hun kledingkeuze rekening moeten houden met mannelijke blikken. „Dat is natuurlijk finaal de omgekeerde wereld, maar het is noodzakelijk dat het gezegd wordt. Al is het zeker zo dat een meisje eerbaar gekleed moet gaan. Als moeder moet ik mijn dochters ook leren hoe een man kan denken. Mannen visualiseren meer dan vrouwen. Tegelijk is het zo dat niemand aan je mag zitten, al loop je in je blootje over straat. Het lijkt soms wel of de dader het recht krijgt toegewezen om iets te doen. Meisjes moeten dan niet zo laat buiten zijn, wordt gezegd. Maar je kunt je ook afvragen waarom je als man om 11 uur ’s avonds buiten bent.”
Lacherig
Valkuil in de discussie is om alle mannen over één kam te scheren. Koppes benadrukt dat de meeste daders mannen zijn, maar niet alle mannen daders. Stichting Stop Straatintimidatie distantieert zich van het idee dat mannen jagers zijn en vrouwen zich daaraan moeten aanpassen. Fairspace streeft ernaar dat 30 procent van de workshopdeelnemers uit mannen bestaat. „Bij hen valt nog een wereld te winnen”, zegt Adèr. „We zien mannen heus niet allemaal als potentiële dader, maar ze zijn vaak wel omstander. Ze zien het gebeuren, maar grijpen niet in.”
Blijft overeind dat straatintimidatie vooralsnog vooral als vrouwenonderwerp wordt weggezet. Op demonstraties staan voornamelijk vrouwen, bij Stop Straatintimidatie zijn vooral vrouwen betrokken. Mannen reageren nogal eens lacherig op straatintimidatie, geeft een van de deelnemers aan de Fairspace-workshop aan. Koppes: „Dit geeft aan dat het probleem van vrouwen minder serieus wordt genomen dan dat van mannen. Dat moet veranderen. Een groot deel van de oplossing ligt bij mannen: zij moeten beter luisteren naar de ervaringen van hun zussen, moeder, vriendin en andere vrouwen in hun omgeving.”
Er is wel een trend zichtbaar in de maatschappij, waarbij de verantwoordelijkheid voor intimidatie bij mannen wordt neergelegd. Zo zei socioloog Mischa Dekker –die aan de Universiteit van Amsterdam promoveerde op een onderzoek naar straatintimidatie in Nederland en Frankrijk– dinsdag in Het Parool dat straatintimidatie „wel degelijk een mannenprobleem” is. „Daar mag je jongens best over aanspreken en je beleid op aanpassen.”
Stop Straatintimidatie probeert op beleidsniveau iets te veranderen. Op dit moment ligt er een wetsvoorstel in de Tweede Kamer dat straatintimidatie strafbaar stelt. De stichting is bezig met het verzamelen van handtekeningen voor een petitie die ze wil aanbieden zodra het nieuwe kabinet aantreedt.
Verschuure van het Reformatorisch Meldpunt stelt dat vaders in de bewustwording een cruciale rol hebben. „Een vader moet priester zijn in zijn gezin. Daarin heeft hij Christus als voorbeeld. Pak de Bijbel er eens bij en zie wat Christus over Zijn bruid zegt.”
Door de omgang met hun eigen vrouw kunnen mannen hun zoons leren hoe je met vrouwen om moet gaan. „Veel mannen praten over hun vrouw op een manier die niet respectvol is. Een vrouw is geen huishoudster. Behandel haar als koningin.”