Donor krijgt meer te zeggen over gebruik lichaamsmateriaal
Mensen bij wie lichaamsmateriaal is afgenomen, bijvoorbeeld tijdens een medische behandeling, krijgen voortaan meer informatie over het mogelijke gebruik daarvan voor wetenschappelijk onderzoek. Donoren mogen het gebruik hiervan weigeren. Toestemming hoeft niet gevraagd te worden als het gaat om restmateriaal dat wordt gebruikt voor medisch of biologisch onderzoek in het algemeen belang. Donoren mogen alsnog wel bezwaar maken als zij dat ook niet willen.
Dat staat in een wetsvoorstel van zorgminister Hugo de Jonge waarmee het demissionaire kabinet woensdag heeft ingestemd. „Menselijke cellen en weefsels zijn een essentiële bron van informatie voor de gezondheidszorg en de wetenschap. Daarom moet het gebruik van lichaamsmateriaal mogelijk zijn voor onderzoek naar ziekte en geneesmiddelen en het opleiden van de zorgmedewerkers van de toekomst. Daarbij moeten we oog houden voor de zeggenschap van donoren. Met deze wet vergroten we die zeggenschap en houden we het lichaamsmateriaal beschikbaar voor het dienen van maatschappelijk waardevolle doelen”, aldus De Jonge
In het wetsvoorstel staan ook regels voor de afname, omgang en het gebruik van bijvoorbeeld weefsel, bloed en speeksel. Tot nu toe zijn bepaalde zaken niet voldoende geregeld, zoals de bescherming van persoonsgegevens, vindt het kabinet. Zo mag de herkomst van lichaamsmateriaal niet direct herleidbaar zijn tot personen.
De wet is een aanvulling op andere wetten die gaan over lichaamsmateriaal, zoals de Embryowet en de Wet op orgaandonatie.