Geen reden tot overdreven optimisme voor Israël
Vliegtuigen cirkelden donderdag boven de steden en in de parken stegen de rookwolken van barbecues op. Israël vierde donderdag zijn 73e Onafhankelijkheidsdag.
De herdenkingsdag voor gevallenen en terreurslachtoffers ging daar afgelopen woensdag aan vooraf. Volgens de telling van het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn sinds 1860 in totaal 23.928 mensen gevallen bij de verdediging van het land en werden 3158 personen het slachtoffer van terreur. Woensdagavond ging op de Herzlberg de rouwdag over in een feestdag.
Inderdaad, het land heeft veel om trots op te zijn. Israël is een rijk land, het is technologisch geavanceerd en heeft een sterk leger. Dit jaar heeft het extra reden om blij te zijn. Het is namelijk bezig met een succesvolle corona-exit. Het grootste deel van de bevolking is ingeënt en de pandemie is inmiddels goeddeels ingezakt.
Maar na 73 jaar staat het land ook tegenover enorme uitdagingen. In de eerste plaats is daar Iran. Israël verkeert niet in de positie om zich daar illusies over te maken. Leiders in Teheran hebben zich uitgesproken voor de verdwijning van Israël. Inlichtingendiensten zijn ervan overtuigd dat Iran zich erop voorbereid atoomwapens te maken. Het land bouwt bovendien via bondgenoten een militaire macht op aan de noordgrens met Israël. Die is uitgerust met accurate raketten die gericht op elk gewenst doel in Israël kunnen worden afgevuurd.
Een andere uitdaging is dat Israël bezig is in een binationale staat te veranderen. Israëliërs en Palestijnen stevenen af op één staat in Israël en op de Westelijke Jordaanoever, met volle burgerrechten voor een deel van de bevolking en een ander deel met slechts zelfbestuur in enclaves.
Dan maar een terugtrekking uit de gebieden die Israël tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967 veroverde? Ook dat is niet zomaar een optie. Al meer dan 500.000 Israëliërs wonen aan de andere kant van de grens van 1967.
Bovendien is een terugtrekking met een vredesregeling niet mogelijk omdat Palestijnse leiders eisen dat Palestijnse vluchtelingen en hun nazaten naar Israël zelf terugkeren. Verder kan Israël het zich niet permitteren het risico te lopen dat pro-Iraanse milities de macht overnemen op de Westelijke Jordaanoever.
Dan zijn er interne kloven. Even als in andere rijke landen, leeft een deel van de bevolking in armoede. De regering heeft gefaald de ultraorthodoxe Joden voldoende bij het arbeidsproces te betrekken. De politie is de controle over de veiligheid in de Arabische steden kwijtgeraakt.
Verder verkeert het land al maanden in een ernstige politieke crisis. Verkiezingen hebben elkaar de afgelopen twee jaar in rap tempo opgevolgd. En het is niet uitgesloten dat de bevolking binnen afzienbare tijd opnieuw naar de stembus moet. Het lijkt er bovendien op dat veel rechtse politici een van de pijlers van de staat zat zijn: de onafhankelijke rechterlijke macht.
Het is nog niet te laat het roer om te gooien. Maar de tijd dringt. Het is te hopen dat er snel politici zullen opstaan met visie, die niet corrupt zijn, oog hebben voor iedereen en die de problemen onder eerlijk ogen zien. En er wat aan doen.