Twintig jaar na homohuwelijk wint partnerschap aan populariteit
Sinds Nederland 20 jaar geleden het homohuwelijk mogelijk maakte, zijn 20.000 stellen van gelijk geslacht getrouwd. Net als onder hetero’s wint een partnerschap aan populariteit onder homo’s, ziet statistiekbureau CBS.
Drie mannenparen en een vrouwenpaar gaven elkaar op 1 april 2001 het jawoord voor burgemeester Job Cohen in Amsterdam. Ze waren de eerste ter wereld die trouwden. Na Nederland zouden meer landen de wet aanpassen, zodat het huwelijk niet bleef voorbehouden aan man en vrouw.
Tot 1 april 2001 konden homostellen niet trouwen, maar alleen een partnerschap laten registreren. Deze manier om een relatie vast te leggen, wint de laatste jaren terrein.
Woudenberg
Sinds 2015 verkiezen steeds meer homo’s en lesbiennes een partnerschap boven het huwelijk. In 2020 koos 44 procent van de homostellen die hun relatie officieel vastlegden hiervoor en van de lesbiennes deed 39 procent dit. Ook bij hetero’s is deze verschuiving te zien.
Twintig jaar na de invoering wonen in Amsterdam de meeste gehuwde homoparen. In de hoofdstad zijn 45 van de 1000 echtparen van hetzelfde geslacht, tegen 17 op de 1000 in heel Nederland. Ook in Nijmegen en Arnhem komen homohuwelijken naar verhouding veel voor.
In de Biblebelt komen huwelijken tussen twee mannen of twee vrouwen aanzienlijk minder voor. In Urk en Woudenberg is dit aandeel het laagst. Daar zijn minder dan één per duizend gehuwden met iemand van hetzelfde geslacht getrouwd.
Het CBS bekeek ook hoe groot de kans is dat huwelijken van verschillende samenstellingen standhouden. Daaruit concluderen zij dat de kans op een echtscheiding veel groter is als twee vrouwen met elkaar trouwen dan als twee mannen of een man en een vrouw dat doen.
Scheiding
Van de vrouwen die in 2010 met een andere vrouw trouwden, was ruim een kwart na een kleine tien jaar gescheiden. Dat is bijna twee keer zo veel als bij de gehuwde mannenparen (14 procent). Het percentage gescheiden echtparen bestaande uit een man en een vrouw lag in die periode op 16 procent.