Woorden hebben geen nabijheid nodig. Ongeacht afstand weten ze de ander te bereiken. Of ze nu gesproken of geschreven zijn. En dan is de taal ook nog eens een instrument waarmee we heel precies onze gedachten en gevoelens kunnen overdragen.
En toch.
Half februari stond er in RDMagazine de oproep ”Knuffeltijd”: „Waarom vindt u knuffelen wel of niet belangrijk? En wie zou u dezer dagen gewoon graag eens extra willen knuffelen en waarom?” De respons daarop maakt duidelijk dat woorden niet volstaan. Dat er meer is.
Dat in een stille aanraking misschien nog wel meer kan worden gezegd dan met de mooiste woorden. Er klinkt een intens verlangen in de woorden die u de redactie mailde.
Zo graag zou ik… Ik bid dat… Konden we maar…
Knuffelen. Omhelzen. Liefkozen. Aanraken. Aanhalen. Kroelen.
Een oma schrijft: „Kon ik maar laten zien dat ik van ze (de kleinkinderen) houd.”
Als het om liefde gaat, zijn woorden kennelijk niet genoeg. Velen ervaren een schrijnend gemis, een afstand.
Zo is deze fotoserie ontstaan.
Om de emotionele kilte te verbeelden die de coronamaatregelen veroorzaken. Want als er iets dicht tegen de huid hoort, daar waar het warm is, dan is het een knuffeldiertje bij een kind in bed.
Het belang van het vertrouwde knuffeltje is zo groot dat de NS in de week voor Kerst de Week van de verloren knuffel organiseert. Een kind kan niet zonder.
Wij mensen kunnen niet zonder aanraking.
De knuffels op de foto’s zijn ingevroren in een blok ijs. Zo zijn ze op een wrede manier op afstand geplaatst. Ze zijn onbereikbaar, je kunt ze niet in bed nemen. Je zou zo graag willen, maar het kan niet.
Bij de volgende knuffelfoto’s in dit magazine zijn stukjes tekst geplaatst die u ons stuurde. Woorden van verlangen.
Als wij iemand een knuffel zouden willen geven dan is het onze lieve oma Van Voorden! Wat missen we haar, we kunnen haar al een poosje niet bezoeken. (…) Weet dat we heel veel van u houden en veel aan u denken, ook in onze gebeden!
Oma, we hopen dat we u snel weer kunnen bezoeken, we kijken er nu al naar uit!
Liefs,
Willem & Annemieke, Jennifer en Marc, Maureen, William en Rutger den Hartog uit Leerdam
Voor mij is een knuffel een pure vorm van vriendschap! Daarom dit gedicht:
Mijn vingers worden nat van jouw tranen
Een zachte kus op je voorhoofd
De pijn wordt even verdoofd
Als onze wangen elkaar raken
Ik houd je stevig vast
Mijn armen om jou heen
vertellen door alles;
je bent niet alleen
Dat weten we nu, allebei
Dit wordt slechts
gedeeld door woorden
Want als ik naast je sta
houden we afstand
Ons hart strijdt met ons verstand
Ik geef je een luchtkus
en ga.
Joanne Smit
Ik was er niet voor om met een verjaardag drie zoenen te geven, dat werd vaak achteloos en zonder inhoud gedaan.
Maar een hand of knuffel is letterlijke verbondenheid. Je kunt daarmee liefde laten zien of troost.
Als mantelzorger voor mijn moeder met dementie zou ik haar niet mogen knuffelen, maar als zij zelf naar me komt voor een knuffel, kan ik haar toch niet wegduwen. Dat is hard en veroorzaakt schade en verdriet aan de relatie.
Ook heb ik al jaren een lieve vriendin. We zien elkaar een paar keer per jaar, en bellen veel. (…) Vorig jaar was ik ook bij haar, en dacht: Geen knuffel. Moet dit nou zo? Zo koud, zo afstandelijk?
Niet knuffelen draagt bij aan wat in 2 Timotheüs 3:2 staat: de mensen zullen liefhebbers zijn van zichzelf.
Niet knuffelen geeft verwijdering, eenzaamheid en angst.
Groeten,
Meta Bos-van Erkel
Wat mis ik dat, een handdruk, een zoen.
Het hoort bij een mens.
Ik ben nu 78 en heb dit nooit meegemaakt.
Het maakt me verdrietig!
In april 2020 overleed mijn man na een kort ziekbed.
Er mocht geen knuffel, geen handdruk.
Zo alleen.
Ik heb ze nog steeds niet gekregen en ook niet gegeven.
Je bent niet meer compleet.
Maar… ik kijk uit en bid dat het ooit weer mag.
Wat zal ik dan dankbaar en blij zijn!
Hartelijke groet,
T. van Selm-Kortenhoff
Knuffelen doe ik het allerliefst met natuurlijk mijn man en onze (klein)kinderen.
Voor de rest ben ik niet zo knuffelig aangelegd.
Zelfs niet met mijn eigen broers en zussen.
Ik vind knuffelen belangrijk omdat ik het uiting van liefde vind. Voor de rest vind ik het prima zo. Maar ik mis het wel om iemand met handdruk te feliciteren of te condoleren. Dat vind ik een groot gemis. Heel graag zou ik onze boys willen knuffelen die ver weg wonen. En die alleen per vliegtuig te bereiken zijn… Omdat het al meer dan twee jaar geleden is dat we ze ontmoet hebben.
I. M.
Ik zou graag extra willen knuffelen in deze dagen: mijn vriendin en ‘tweede moeder’, tante Ada Jumelet.
Dit jaar is het 45 jaar geleden dat ik als 11-jarig meisje haar en haar man heb leren kennen. Ze hadden geen kinderen en ik ben heel veel bij hen over de vloer geweest. De fijne jeugd die ik bij m’n eigen ouders, broers en zussen heb gehad, is verrijkt door deze cadeau-ouders. Als ‘enig’ kind werd ik daar verwend. We hebben veel met elkaar opgetrokken en meegemaakt.
Het knuffelen mist tante Ada in deze coronatijd heel erg.
Er zijn verschillende redenen waarom ik haar, na het overlijden van haar man, altijd knuffelde:
- omdat ze een hoge aaibaarheidsfactor heeft,
- omdat ze het knuffelen heel erg mist, na het overlijden van haar lieve man Wolfert,
- om haar te laten voelen dat ik van haar houd,
- om haar zo veel mogelijk te helpen in alle zorgen en moeilijke dingen,
- omdat ze klein maar dapper is.
Hartelijke groeten,
Janny Siereveld-Erkelens, Alblasserdam
Ik vind het heel erg dat we elkaar niet zomaar meer kunnen aanraken. Knuffelen is een extra ”ik hou van jou/u”.
Ik zou zo graag mijn ouders weer eens extra willen knuffelen. Omdat het zo lang geleden is dat we dat gedaan hebben. Gewoon hun liefde proeven.
De zachte, warme, zorgzame handen van mijn moeder om mijn handen voelen: haar speciale manier van begroeten of afscheid nemen! Me weer even kind voelen bij mijn oude moeder. Het voelt nu zo kaal: alleen een groet en een zwaai bij het gedag zeggen. Ik héb m’n ouders nog en ik wil hen gewoon vóélen! Zal het ooit nog kunnen?
Annette den Hertog-de Wildt
In een RDMagazine van februari zag ik de oproep ”Knuffeltijd”.
Juist die dag bracht ik een bezoek aan een geliefde, die verward is en niet geknuffeld mag worden. Het greep me aan hoe triest het in zo’n situatie is als we elkaar niet vast mogen houden. Ik heb er een klein verhaaltje van gemaakt…
Daar zit ze: onze tante Mies.
Vandaag is ze 87 jaar geworden.
Haar verjaardag had altijd iets oosters: minstens zeven dagen gezelligheid.
Nooit getrouwd, maar altijd mensen om haar heen.
Nu zit ze op de gang in het ziekenhuis: alleen, kopje lauwe thee en een plakje cake.
Ze weet niet waar ze is en hoe ze thuis moet komen. Alles is hier wit, zelfs haar benen, die in het verband zitten.
„Ach, lief dat jij er bent! Kom je me halen?”
„Gefeliciteerd”, stamel ik, maar het voelt niet goed en dat merkt ze.
„’k Heb geen zin om het te vieren, alles is koud.”
Ik pak een stoel en schuif binnen de 1,5 meter. „Ik zou u een zoen willen geven, dat deden we toch één keer per jaar?”
We lachen er samenzweerderig om. ’t Ging altijd onder protest.
Maar deze dag zou ik het zo graag willen doen.
Ik zie haar natte ogen: „Weet jij hoe ik thuis moet komen? Ik ben zo koud.” Ik pak haar hand, ze knijpt me.
We buigen ons hoofd, we schamen ons voor onze tranen.
Ze bonzen tegen elkaar en ik voel iets nats op mijn wang: „Jij bent warm.”
Met vriendelijke groet,
Marjan Rietveld
Persoonlijk vind ik knuffelen belangrijk.
Zeker je kleinkinderen.
Dat is voor mij laten zien dat je van hen houdt.
En dat doen we nu ook wel.
Een knuffel, een aai over de bol.
Van maart tot zomer 2020 zagen we elkaar helemaal niet, of alleen op afstand en buiten. Dat vonden we echt erg, ik helemaal.
Met de groten houd je afstand en dat vind ik tegennatuurlijk. Het is niet anders, maar ik zou mijn dochters en sommige familie weleens lekker willen knuffelen. Al dat afstandelijke voelt gewoon niet fijn.
Ook bijvoorbeeld bij eenzame ouderen een arm om de schouder leggen vind ik normaal; nu gebeurt dat niet en dat is een verarming. En triest dat het niet kan of mag.
Nu hebben wij niets te klagen, we hebben nog geen corona gehad, al hoor ik zelf tot de risicogroep.
Dan ben ik alleen maar dankbaar en denk aan al die mensen in ’t ziekenhuis, één persoon per dag op bezoek, en in het verpleegtehuis. Dat is pas echt erg.
Ik hoef niet de hele wereld te knuffelen – die vreemde gewoonte van drie zoenen voor iedereen bijvoorbeeld op een verjaardag, nee, dat hoeft van mij niet meer. Dat mag gelijk gewoonte af zijn nu, haha.
Hartelijke groet,
Ria ten Brinke, Gouda
Net voor de coronapandemie uitbrak, overleed mijn man heel plotseling. Er stonden toen veel mensen om mij heen en we konden elkaar vasthouden en troostend nabij zijn. Al gauw mocht dat niet meer vanwege het gevaar voor besmetting. Veel lieve vriendinnen kwamen bij me om te luisteren en mee te leven en ze zeiden dan: „We willen je zo graag vasthouden en troosten, maar het mag niet.” Het voelde inderdaad als een heel groot gemis.
Naarmate het jaar verstreken is, ervaar ik steeds meer huidhonger en soms roep ik het uit: „Wie houdt mij nu eens vast?” Als mijn volwassen kinderen bij mij komen, hebben we nog steeds de neiging om elkaar te begroeten met een omhelzing en een knuffel. Het voelt zo leeg en onnatuurlijk dat we niet dicht bij elkaar kunnen komen. Zij hebben hun vader veel te jong verloren en ik zou hen zo graag willen bemoedigen met een knuffel. Huidcontact is zo belangrijk en kan zo liefdevol en bemoedigend werken, juist ook nu wij rouwen. Ik kijk er echt naar uit om alle lieve mensen en mijn kinderen die dicht bij me staan in deze moeilijke periode, weer te kunnen vasthouden en letterlijk te laten voelen hoeveel ik om hen geef!
Vriendelijke groet,
Gerda van Krimpen
Knuffelen is (voor veel mensen) een uiting van een emotie. Neem bijvoorbeeld de emotie blijdschap. Als je een lang vergeten vriendschap tegenkomt dan kun je spontaan je armen om zo iemand heenslaan. Of de emotie verdriet. Iemand die in een verdrietige situatie verkeert, heeft soms alleen al voldoende aan een knuffel: een uitdrukking van het er zijn voor iemand zonder veel woorden maar je tóch begrepen voelen. Of de knuffel bij een kind. Het laten voelen dat het veilig en geborgen is binnen de omhelzing als het verdriet of pijn heeft. Maar ook als een kind blij thuiskomt, omdat jij blij bent dat je kind blij is, het samen blij en vrolijk zijn. Of van de demente bejaarde. Als jij je armen om zo iemand heen slaat en die persoon z’n hoofd op je schouder legt. Misschien is daar een onbewust weten: er is iemand voor me.
Wie ik graag nog eens zou knuffelen? Mijn ouders! Zij waren niet van het kinderen knuffelen en tóch hielden zij van ons. Maar ik zou ze zo graag eens knuffelen, laten weten hoeveel ík van ze hou!
Vriendelijke groet,
Aleida Flikweert-Flier
Wij willen heel graag onze kleinzoon Sem knuffelen. Hij is ons eerste kleinkind en daar zijn we heel blij en gelukkig mee. Maar we wonen ook nog eens 85 kilometer van elkaar af en corona doet je voorzichtig zijn!
hartelijke groet,
Fam. J. Mallie-Verbaan
En opeens was daar een nieuw woord: huidhonger… Het elkaar niet aan kunnen raken, voelt voor sommigen als een gemis. Toen ik dit las, herkende ik dat zelf helemaal niet en voelt het soms als een tekort dat ik het niet als gemis ervaar. Ik ben vrij nuchter opgevoed, met veel liefde, maar zonder veel knuffels. De afstand die we nu moeten houden, heeft ook een voordeel, bedacht ik pas: als je op afstand met elkaar praat of oploopt, zíé je iemand beter.
Dus huidhonger is mij vreemd, maar mijn moeder zou ik graag eens knuffelen. Zij kreeg onlangs de diagnose non-hodgkin. Met haar 82 jaar is zij nu aan de chemo. Daardoor is zij erg kwetsbaar en zijn we zeker nu extra voorzichtig met een knuffel.
Marleen Poortvliet
Knuffelen… Dat doe je met kleine kinderen. Als ze wat groter worden willen ze niet meer… Gek. Dat doe je toch niet! ’k Ben geen baby!
Maar toch, hoe fijn is een aai over je rug, een hartelijke omhelzing, een gemeende arm om je schouder, of alleen een hand op iemands arm…
Knuffelen. Ik deed het bij de ouderen bij wie ik werkte. Van m’n schoondochters heb ik geleerd om zelf een knuffel te waarderen. Gewoon een hartelijke knuffel. Fijn dat ik je weer zie! En nu mag het niet meer.
En juist nu voel ik de drang om iedereen te knuffelen. Als straks corona weg is – help, dan word ik gevaarlijk!
Hou me in de gaten, ik geef iedereen een knuffel.
Nou ja, bijna iedereen!
Nelie van der Vliet
In RDMagazine wordt om verhalen gevraagd over knuffelen. Wellicht zult u veel reacties ontvangen over hoe erg mensen dat missen. Van mij een andere reactie. Niet omdat ik het verlangen om te kunnen knuffelen afwijs, maar omdat het niet door iedereen zo ervaren wordt.
Mijn gelovige ouders hielden veel van elkaar tot op de hoge leeftijd van 93 jaar. Ik kan me niet herinneren ooit door hen of mijn broers en zussen te zijn geknuffeld.
Nog steeds weet ik niet of mijn in 2012 overleden vrouw knuffelen op prijs stelde.
Mijn vijf dochters willen heel graag geknuffeld worden als we elkaar weer zien of weggaan. Daarom geef ik ze een knuffel, zelfs in deze coronatijd.
Geen van mijn twaalf kleinkinderen geef ik spontaan een knuffel. Niet kunnen knuffelen is voor mij geen enkel probleem of gemis. Wel vraag ik me af of dat wel normaal is, of een gevolg van gebrek aan liefde.
In mijn dagelijks morgengebed, na het ontwaken, zittend op de rand van mijn bed, is het vragen om geloof, hoop en liefde een vaak voorkomend onderwerp.
Of en wanneer het verhoord zal worden?
Liever zonder naam
Een oproep in het magazine van het RD
Daar doe ik graag aan mee
Al een jaar corona in ons land
Het houdt maar stand
Zou mijn moeder graag weer eens een knuffel willen geven
Gelukkig is er een goede band
Mijn moeder zegt: De knuffel is niet het allerbelangrijkste
Bij elkaar zijn, dat vindt ze al fijn.
Hoop dat de Heere haar nog wat jaren
wil sparen en dragen.
Hartelijke groet,
Grietje Venema
Dit duurde al een paar maanden: mijn moeder die geen knuffel of kus wilde. Want ja… die enge ziekte kan zomaar op je springen. Ondertussen zat ze tegen een flinke angstdepressie aan. Ik herkende de symptomen.
En op een dag vroeg ik dus: „Wanneer gaan we weer knuffelen, mam?”
„NU!” was het kordate antwoord. Sindsdien krijg ik altijd een knuffel als ze weer weggaat. Maar wel eentje met haar gezicht van me afgekeerd. Het is nog steeds onwennig maar af en toe weet ik een stuntelige kus op haar wang te drukken.
Ja, dit hele gedoe is maar wat lastig. Of het nu mijn ouders zijn of mijn schoonvader in het verpleeghuis, die zelfs al om een ladder vraagt zodat hij uit het raam kan klimmen.
Ik vind knuffelen, kussen en elkaar aanraken dan ook té essentieel om er een verbod op te gooien. Het is waar we voor gemaakt zijn door onze Schepper; voor innige relaties. Het maakt ons mens. Leven, ziekte, gezondheid, niets daarvan is maakbaar. Ons gedrag tijdens deze dingen is dat wel. Het is een keuze om je niet bang te laten maken en te vertrouwen op God.
Heidi Kersbergen
Die illegale knuffel…
Misschien herinner jij je ’m ook nog als de dag van gister.
Die knuffel ten tijde van corona en lockdown.
Een knuffel van…
Mijn lieve zus, die me een knuffel gaf toen ik met tranen in m’n ogen vertelde dat de zaak weer dicht moest en we even niet wisten hoe het financieel verder moest.
Het voelde een beetje vreemd, onwennig en bijna strafbaar.
Een knuffel voor…
Mijn dappere zus, werkzaam bij de politie van Amsterdam. Dubbele diensten draaiend, zonder pauze. Elke dag te maken met geweld, boze, demonstrerende mensen, met gevaar voor eigen leven.
Het lijkt wel of deze mensen, dagelijks vechtend voor de veiligheid van alle burgers, dienstbaar aan ons land, vaak vergeten worden. Als je deze verhalen hoort, sta je weer met beide benen op de grond en zij met beide voeten in de bagger van de samenleving. Op 1,5 meter, dat wel. Zo iemand verdient een stevige knuffel, juist in deze tijd!
Juist op dit soort momenten, als de afstand zo voelbaar is, blijft er nog maar één ding over. Wat is het fijn dat we altijd mogen en kunnen bidden voor elkaar, op ieder moment van de dag. Daar kan geen mens of maatregel tegen op.
Houd moed, ga met God!
Sara M.
Wat zou ik graag mijn lieve moeder (mevrouw Pieper) weer eens even willen knuffelen.
Dit na een jaar waarin het extra moeilijk was vanwege het verdriet om het verlies van haar man, onze lieve vader. Vlak daarna heeft ze een aantal maanden geen bezoek mogen ontvangen vanwege de coronamaatregelen.
Ze heeft veel beperkingen en komt daarom zelden meer haar kamer af. Binnenkort hoopt ze jarig te zijn en ook dan mag er maar een van de kinderen op bezoek.
Begin maart is ze ook nog naar een nieuw appartement verhuisd (nu alleen!), waar ze best tegen opzag.
Ze is heel dapper, maar mist de gezelligheid van onverwachte bezoekjes.
Graag zou ik haar daarom op deze manier willen verrassen met een dikke papieren knuffel… Het blijft op afstand, maar is haar heel erg gegund!
Liefs van je dochter,
Carla
Dat we elkaar niet meer kunnen aanraken vind ik erg. Juist in deze tijd hebben mensen elkaar heel hard nodig. Met een knuffel of een schouderklopje probeer je mensen te laten voelen dat je met hen meevoelt. Vooral eenzame ouderen verdienen in deze tijd een extra knuffel omdat zij het extra moeilijk hebben. En zij komen nu ook bijna nergens meer.
Met vriendelijke groet,
Ana Sofia Stuij
Echt waar, ik heb niet zo veel met knuffelen en zo, vond het altijd al een beetje klef. Bij verjaardagen, feestjes en jaarwisselingen deinzen collega’s en schoonzussen achteruit: „O, ja, hij kust niet…” Nou, toch wel, maar wel een beetje selectief.
Al meer dan zestig jaar knuffel ik mijn moeder. We zijn er abrupt mee gestopt toen we vorig jaar van onze minister-president –mijn moeder spreekt over Mark– te horen kregen dat knuffelen uit den boze was.
Tuurlijk bleef ik m’n moeder bezoeken en ik kook regelmatig wat voor haar. In het begin met mondkapje voor en handschoenen aan. Langzamerhand werden we, ondanks of dankzij Rutte, wat liberaler in de omgang. Mijn moeder en ik, we zijn beiden soms een tikje burgerlijk ongehoorzaam.
Maar toch de kus, de knuffel, de omhelzing, de brassa, de hug blijft achterwege. Da’s jammer, want die kus, die knuffel, die omhelzing, die brassa, die hug zijn tekenen van verbondenheid. Toch zal die verbondenheid er zijn en blijven in tijden van vrolijkheid, ziekte en verlies. We zijn immers familie, wat zeg ik: we zijn samen op weg als gasten en vreemdelingen. Dat knelt niet, dat bindt. Hoor je het, moeder, van die verbondenheid, ’t is echt waar.
Groet,
Adriaan Logmans (1958)
Lieve mam,
Wat mis ik het; die knuffel als ik na een dagje bij u te zijn geweest weer wegga.
175 km tussen u en mij, dus ik sta niet elke week op de stoep.
Vorig jaar, toen u 87 werd, gaf ik u de laatste knuffel.
En 14 januari werd u 88 jaar en konden we elkaar geen knuffel geven.
Na een hele dag op 1,5 meter afstand praten over hoe het was, hoe het is en wat er komen zal, ga ik weer weg met een zwaai bij de deur.
Dat doet zeer en dat vinden we allebei.
Roelien de Lijster
Bij een knuffel denk ik aan onze dochter in Amerika. Zij is vorig jaar december getrouwd, en in juli vorig jaar voor tweeënhalf jaar vertrokken omdat haar man bij defensie werkt, en zij daarginds ook van alles doet.
We zijn heel blij dat het goed met hen gaat. Maar missen hen wel.
Op Schiphol brak mijn hart wel even, toen ze daar door die sluizen ging. We zouden er bij leven en welzijn in mei naartoe gaan. Dat gaat nu niet lukken, vanwege de lockdown en het bedrijf van mijn man.
Maar als we elkaar weer mogen zien, geven we elkaar vast knuffels!
Ik ben zelf werkzaam bij de RST in de wijk en heb ook tijdelijk in een verpleeghuis gewerkt waar cliënten en veel personeel ziek waren. Hoe belangrijk was het dan dat er een familielid was die liefde mocht geven aan de cliënt. Een laatste kus… een laatste groet. Er bleef veel verdriet achter.
En wat is het dan fijn om een arm om een cliënt heen te kunnen slaan en te mogen zorgen voor hen die het moeilijk hadden in deze tijd. Met name de ouderen waren vaak eenzaam.
Een naast familielid lag in april door corona op intensive care. We zijn bang geweest hem te verliezen maar de Heere heeft nog wonderlijk gespaard. Die ga ik als het mag sowieso een knuffel geven.
Onze kinderen hebben ook extra knuffels gehad. Omdat ze zo goed hun best gedaan hebben voor school of studie. Even iets lekkers en een knuffel deden hen goed. Wat kregen ze ondanks alles fijn onderwijs op afstand.
De meester zorgde voor goede uitleg; wij moeders hielpen onze kinderen. Wat was het vaak grappig en leuk. Ik zal de meester maar geen knuffel geven. En de leraren en leraressen, hoe zij betrokken waren bij de kinderen. Prachtig!
Zelf heb ik veel extra gewerkt, waardoor we proberen het financieel te redden. Ook met het bedrijf – want dit gaf veel zorg, omdat mijn man ook werknemers heeft. We hopen en bidden dat hij gauw weer mag beginnen. Dit niet vergetend: dat de Heere telkens liet voorkomen Psalm 37. „Geen ijd’le zorg doe u van ’t heilspoor dwalen, houd in Uw weg het oog op God gericht, vertrouw op Hem en de uitkomst zal niet falen.” In één week hebben we zo veel gekregen dat we er stil onder waren. God is een Hoorder van het gebed. Hij handelt nooit met ons naar onze zonden…
Nu is het lijdenstijd. Dan overdenken we het lijden en sterven van de Heere Jezus. Hij was van God verlaten en heeft het uitgeroepen: „Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” Niemand op deze aarde heeft ooit zo moeten lijden als de Middelaar. Wat heeft het Hem gekost. Zijn dierbaar hartenbloed. Om een volk zalig te maken van hun zonden. Dan denk ik aan de spreuk van ds. Ledeboer: „Voor een kus van Jezus’ mond, geef ik al die zwarte grond.” Want we moeten straks alles hier achterlaten.
Bovenal hoop ik dat de Heere nog mensen zou willen bekeren. Want we hebben hier geen blijvende stad.
Hoe velen moesten door corona geliefden missen en hebben aan het graf gestaan. Heel verdrietig. Laten we ook onze arme naasten in de derdewereldlanden niet vergeten. Door hen te helpen en bovenal voor hen te bidden. Wat geeft de Heere ons veel. Maar laat ons hier niet bovenuit komen: „Geef ons heden ons dagelijks brood.”
En… mijn man geef ik een extra knuffel omdat het moeilijk was en omdat hij zo goed voor ons wil zorgen!
Liever zonder naam